Politiek is een vak, geen wetenschap
‘Als de partijen onbekwaam zijn om een regering te vormen ... vorm dan snel een regering van experts.’ Een vreemde oproep, die komt van Joachim Coens, de gedoodverfde voorzitter van CD&V. Het idee van een zakenkabinet borrelt om de zoveel jaren op, maar meestal komt de noodkreet van ongeduldige bedrijfsleiders of wetenschappers, die er met al hun verstand niet bij kunnen dat ze in de Wetstraat zo weinig gehoor vinden. Niet van toppolitici, van wie je mag verwachten dat ze weten hoe je hun partij dan wél aanstuurt om te regeren.
Experts wíllen de wereld helemaal niet regeren, of toch niet méér. Zelfs niet die aan de andere, Europese kant van de Wetstraat. Technocratie is de Europese erfzonde. De Europese integratie stamt uit een tijd waarin de politiek aan banden gelegd moest worden. De hitsigheid van de jaren 30 had aangetoond hoe onbekwaam die was. Overheidsmanagers zouden leiden tot bedachtzaamheid, over partij en landsgrenzen heen. Die mentaliteit is lang blijven hangen in de Berlaymont: trust me, I’m a doctor.
Zelfs EUambtenaren beseffen intussen dat politiek over meer gaat dan wijsheid en goede bedoelingen. Met de verloren referenda in Ierland, Frankrijk en Nederland verschoof de nadruk naar het draagvlak voor beslissingen – en dat kunnen alleen politici creëren. ‘Ik ben me daar altijd van bewust geweest,’ zei een topambtenaar me ooit, ‘niet omdat ze slimmer of wijzer zijn dan ik, maar omdat zij de politieke legitimiteit hebben, en ik niet. Als burger wil ik ook niet in een Europa leven waar bureaucraten de plak zwaaien.’ Elk zijn stiel.
De fascinerende Harvardpoliticoloog Michael Ignatieff ondervond het zelf, toen hij de stap zette naar de Canadese politiek. ‘In de praktische politiek,’ merkte hij tot zijn verbazing, ‘bestaat er geen wetenschap van de besluitvorming ... en een goed politiek oordeel berust altijd op enkele zeer onwetenschappelijke indrukken.’ Het werd een les in bescheidenheid: politiek is een vak, geen wetenschap.
De Nederlandse filosoof Luuk van Middelaar vergelijkt de stiel van politici met die van een veerman: ze moeten van de ene oever de publieke bezorgdheden overdragen naar het beleid. En in de andere richting de harde realiteit vol botsende belangen en beperkingen weer naar hun kiezers overbrengen. In dat zorgvuldig navigeren ligt het vakmanschap – ‘steeds maar vice versa heen en weer’, zoals Drs. P. zong.
Het echte drama van de politiek is dat zo weinigen die prachtige stiel nog beheersen, ondanks de zogezegde ‘professionalisering’ van de voorbije decennia. Ze blijven op de ene oever de misnoegde burger napraten – techniek, geen vakmanschap. Of ze durven, miskend en onbemind, de andere oever niet af. Daartussen dobberen mensen als Joachim Coens. Daar krijg ik, net als al die experts, weleens het heenenweer van.