FLADDEREN VLINDERS ZOMAAR WAT DOELLOOS ROND?
De Wereldgezondheidsorganisatie beveelt vrouwen aan om door te gaan met borstvoeding tot het kind twee jaar is. Maar de vrouwen die dat doen, oogsten rare blikken en opmerkingen. ‘Of het niet subtieler kan?’
Zo’n moeder wilde ze niet worden, dacht Sophie Pulmans (28) toen ze zwanger was. ‘Ik las op Facebook verhalen van moeders die langer dan zes maanden borstvoeding geven en ik vond het raar. Zo’n alternatieve geitenwollensokkenmoeder die niet overschakelt op flesvoeding, zo zou ik niet worden.’
Het draaide anders uit. Alexander, het zoontje van Sophie Pulmans, is intussen acht maanden oud. Hij gaat naar de crèche, zij werkt weer voltijds als ITconsultant. Overdag kolft Sophie Pulmans melk af, ’s avonds en ’s nachts krijgt Alexander de borst. Nu zijn het de anderen, familieleden en collega’s, die er opmerkingen over maken. Soms uit interesse, maar vaak ook op een lacherige toon. Of het kind nog altijd aan de borst hangt?
Hoe mensen naar borstvoedende moeders kijken, blijkt sterk af te hangen van de leeftijd van het kind. Na een oproep van De Standaard rond de ervaringen van vrouwen als ze in het openbaar borstvoeding geven, kwamen er op één dag meer dan vijftig reacties binnen. Uit de mails blijkt dat de overgrote meerderheid van de moeders het – na de eerste schroom – helemaal niet erg vindt (of vond) om een boorling aan te leggen, waar ze ook zijn. De vrouwen krijgen er soms zelfs een dikke duim voor: goed bezig, mevrouw!
Aan de bloes trekken
Maar er mailden ook vrouwen die wél rare blikken krijgen. En dat dat begonnen was toen hun kinderen ouder dan een halfjaar werden en ze ‘nog altijd’ borstvoeding kregen. Meerdere vrouwen spreken van een taboe rond borstvoeding en iets oudere baby’s.
Sophie Pulsmans had zich precies daarom eigenlijk voorgenomen om in het openbaar zo weinig mogelijk borstvoeding te geven, zodra Alexander zes maanden zou zijn. ‘Maar toen dacht ik: kom, ik ben mondig genoeg om te kunnen antwoorden op commentaar.’
Commentaar, dat is Tinne Steenssens (32) intussen gewoon. Ze geeft haar zoon Jonas (1,5) zo’n vier keer per dag en ook ’s nachts borstvoeding. ‘Ik krijg geregeld de vraag wanneer ik ermee ga stoppen. Onlangs nog zei een familielid dat haar partner het vervelend vond dat ik borstvoeding gaf. Of het niet subtieler kon.’
‘Voor veel mensen is borstvoeding confronterend zodra het kind zelfstandig kan zitten of, zoals bij ons, aan mijn bloes trekt en “mama melkje” vraagt. Dan is het ineens iets anders.’
Als Tinne Steenssens ’s avonds thuiskomt of Jonas bij haar (schoon)ouders ophaalt, is de borstvoeding het eerste wat er gebeurt. ‘Dat is voor hem “mama tanken”. Ook als Jonas erg overstuur is, helpt het om hem even aan de borst te laten drinken.’
Tinne Steenssens en ook Sophie Pulsmans benadrukken dat ze niemand van (lange) borstvoeding willen overtuigen. Maar ze willen zich er ook niet voor moeten verantwoorden dat hun kinderen moedermelk blijven drinken – iets wat de Wereldgezondheidsorganisatie officieel aanbeveelt tot de leeftijd van twee jaar.
Kunstmelk als statussymbool
Christel Geebelen stippelt binnen Kind en Gezin het borstvoedingsbeleid mee uit, en als lactatiekundige houdt ze wekelijks spreekuur in een consultatiebureau. Volgens haar is de weerstand tegen de borstvoeding van oudere baby’s diep geworteld. ‘In de negentiende eeuw werd het ontbloten van borsten in een seksuele context geplaatst, met name door de kerk. Het werd ineens minder normaal om kinderen in het openbaar te voeden. Indertijd heeft dat tot kindersterfte geleid.’
‘Halverwege de twintigste eeuw werd dan de kunstmelk op grote schaal gecommercialiseerd. Het werd een statussymbool dat je je kind een flesje gaf. De laatste tien, vijftien jaar is borstvoeding
weer normaler geworden, ook door overheidscampagnes.’
‘Alleen bij de oudere kinderen wordt borstvoeding nog als ongewoon beschouwd. Veel grootouders en jonge ouders zijn daar niet mee vertrouwd. Daarom vinden ze het raar als ze het zien. Met als gevolg dat de vrouwen die wél een groter kind de borst geven, dat vooral thuis doen en er niet over vertellen.’
Hoeveel kinderen moedermelk krijgen tot ze twee jaar of ouder zijn, daarover bestaan geen Vlaamse cijfers. Wat we wel weten: op de leeftijd van zes maanden krijgt 12 procent van de kinderen uitsluitend borstvoeding, 30 procent een combinatie van borstvoeding en andere voeding. Er is dus zeker een hele groep moeders die niet met de borstvoeding stopt naarmate het kind de leeftijd van zes maanden nadert.
Sinds kort registreert Kind en Gezin of een kind al dan niet borstvoeding krijgt tot de leeftijd van 2,5 jaar. ‘Daarmee zullen we aantonen dat het helemaal niet uitzonderlijk is dat peuters en kleuters borstvoeding krijgen’, aldus Geebelen.
En Alexander en Jonas? Tot wanneer zullen zij borstvoeding krijgen? Sophie Pulmans en Tinne Steenssens zeggen dat ze graag de twee jaar zouden halen, maar dat het er ook van afhangt wat de kinderen en zijzelf prettig vinden.
‘Bij mij is de grens langzaam opgeschoven’, zegt Sophie Pulsmans. ‘Eerst dacht ik: drie maanden borstvoeding is ideaal, daarna stap ik wel over op flesvoeding. Toen las ik dat zes maanden borstvoeding ideaal is. Dan dacht ik: waarom niet doorgaan tot één jaar? Nu is het: waarom niet voor de volle twee jaar gaan? Maar we zullen zien waar we geraken.’
‘In de 19de eeuw plaatste de kerk het ontbloten van borsten in een seksuele context. Het werd ineens minder normaal om kinderen in het openbaar te voeden’
CHRISTEL GEEBELEN
Lactatiekundige