‘NoordIers Stonehenge’ was een varkensslagerij
Vanuit alle Ierse windstreken kwamen Keltische boeren naar het heuvelfort van Emain Macha om er te offeren en te schransen.
Dat Stonehenge een grote aantrekkingskracht had op de bevolking van de Britse eilanden tijdens de steentijd, is al lang bekend. Maar eerder dit jaar bleek pas hoe ver die aantrekking reikte. Tot de verste uithoeken van GrootBrittannië, getuige de opgraving van botten van dieren die afkomstig bleken uit Schotland (DS 18 maart). De geografische afkomst kon worden achterhaald met isotopenonderzoek op resten zoals tanden. Meestal gebeurt dit door naar de verhouding van verschillende isotopen van het element strontium te kijken: die toont in welke regio de dragers het grootste deel van het leven hebben doorgebracht.
Wat Stonehenge was voor GrootBrittannië, was het heuvelfort Emain Macha – toch wat aantrekkingskracht betreft – voor het eiland aan de andere kant van de Ierse Zee. Dezelfde Britse archeologen die eerder aan de slag waren in Stonehenge hebben nu in het noorden van Ierland een vergelijkbare ontdekking gedaan. Op de site van Emain Macha, zoals het Keltisch heuvelfort in de buurt van het stadje Armagh in NoordIerland in het Oudiers wordt genoemd, vonden ze resten van 35 boerderijdieren. De botten dateerden van de Ierse ijzertijd, die grofweg duurde van de vijfde eeuw vóór Christus tot de vijfde eeuw erna.
Uit Donegal, Galway en Wexford
De meeste botten waren van varkens, maar er zaten er ook tussen van runderen en schapen. Uit de strontiumanalyse bleek dat de dieren niet afkomstig waren uit het huidige graafschap Armagh, het historische hart van Ulster (dat op zijn beurt een van de vier oorspronkelijke provincies is van Ierland). De dieren hadden het grootste deel van hun leven gegraasd of gemodderbaad in streken die vaak meer dan 150 kilometer ver weg lagen. Hun afkomst lag veel meer naar het westen, in de huidige graafschappen Donegal en Galway, maar ook naar het zuiden (in county Wexford).
In het vakblad Scientific Reports, waarin de archeologen afgelopen week publiceerden, schrijven ze dat de boerengemeenschappen in Keltisch Ierland veel mobieler waren dan tot nog toe werd gedacht, en dat
Emain Macha was een koninklijk hof van de Ulaidclan, een religieus centrum voor Keltisch Ierland en de locatie voor massafeesten
ze met hun kuddes vee het hele eiland doorkruisten. Dat er vooral beenderen van varkens werden teruggevonden, suggereert volgens hen dat Emain Macha niet alleen dienst deed als koninklijk hof van de Ulaid (de clan die in de regio de plak zwaaide) en als religieus en ritueel centrum voor Keltisch Ierland, maar ook als locatie voor ‘massafeesten’. Ergens is dat wel logisch, want de verschillende functies hangen volgens archeoloog en hoofdauteur Richard Madgwick nauw samen. ‘Doordat er bij offers vele dieren werden geslacht, moesten er in korte tijd grote hoeveelheden vlees worden weggewerkt’, zegt Madgwick in een persbericht van de universiteit van Cardiff. ‘Het rituele gedeelte werd dus wellicht gevolgd door een grote schranspartij.’ Dat vooral varkens werden geofferd en opgegeten, heeft ermee te maken dat ze geen melk en wol schonken zoals koeien en schapen.