Een gluurder in een zwijnenstal
De overleden moeder van de schrijver was een vrouw vol verrassingen. Christophe Boltanski spit haar leven uit en belandt in een spiegelpaleis waar iedereen elkaar begluurt.
‘Elke schrijfonderneming begint met een obsessie’, zegt Christophe Boltanski, een Franse auteur die volkomen in de ban is van zijn familiegeschiedenis. Zijn debuutroman, De schuilplaats, vertelde het verhaal van zijn verwanten van vaderskant en werd bekroond met de Prix Femina. De opvolger van die opgemerkte eersteling, De voyeur, zoomt in op zijn overleden moeder en is oneindig veel somberder van toon. Deze keer wordt er geen excentrieke, prettig gestoorde bende opgevoerd, maar een eenzame oude vrouw met forse paranoïde trekjes.
Boltanski’s moeder was een trotse, gereserveerde persoonlijkheid, die voor haar kroost allerlei postume verrassingen in petto had. Françoise L. was een vat vol geheimen, zo bleek na haar dood. Bij het ruimen van haar appartement trof haar zoon een tiental aantekenschriften aan en een map met aanzetten tot romans: stuk voor stuk pogingen tot detectives, haar favoriete genre. Een van haar onvoltooide projecten, De nacht van de toeschouwer, trok zijn aandacht in het bijzonder. De titel was ontleend aan een gedicht van Apollinaire en de hoofdpersoon was een man die zijn buurvrouwen begluurde. De tekst telde amper zes bladzijden, want na een paar pagina’s had ze er de brui aan gegeven. De beginregels liepen uit op een leegte die erom smeekte opgevuld te worden. Daar lag een mooie taak voor Boltanski. De schrijver stelde prompt een onderzoek in, als een heuse detective. Hij raadpleegde de bewijsstukken die hij in haar appartement had aangetroffen, voelde haar buren, de conciërge en haar zielenknijper aan de tand en transformeerde haar relatief banale leven in een spannende politieroman.
Wonder Woman
Op haar oude dag was Françoise L. een gammel oudje dat de godganse dag in bed doorbracht, in een appartement dat in een zwijnenstal was getransformeerd. Wie schetst de verbazing van haar zoon toen hij ontdekte dat ze in haar jonge jaren actief was geweest in het FLN, de Algerijnse bevrijdingsbeweging. Begin jaren 60 was de onafhankelijkheidsoorlog de Middellandse Zee overgestoken en dat leidde ook in Parijs tot de nodige afrekeningen, moorden en kneedbomaanslagen. Na de arrestatie van een dertigtal kopstukken van de organisatie, op 10 november 1961, doken Boltanski’s ouders onder op een Parijse zolderkamer, waar ze een kind verwekten. ‘Ik heb mijn leven te danken aan de
Nationale Veiligheidsdienst en aan de kalendermethode’, constateert de auteur. Zijn moeder zou haar leven lang een toonbeeld van sociale en politieke bewogenheid blijven. In het midden van de jaren 90 trok de ‘Wonder Woman van het militantisme’ ten strijde tegen het Front National. Ze was lid van allerlei collectieven en protestcomités en had ‘de grote kwestie van haar tijd omarmd, die van de “lozen”, de werklozen, de statelozen, de thuislozen, de naamlozen, de gezichtlozen’. Op haar oude dag had Françoise last van wanen, hallucinaties en complottheorieën. Mogelijk lag een schuldgevoel aan de basis van haar paranoia.
Wat was zijn moeders exacte rol in het FLN? Had ze werkelijk onderdak geboden aan een van de leiders van de organisatie en had ze een politieagent geschaduwd die later zou worden vermoord? Of beperkte haar activisme zich tot het uitdelen van pamfletten en het rondhangen in cafés? De voyeur is opgetrokken uit vermoedens en hypothesen. Getuigen lijden aan collectief geheugenverlies, documenten zijn zoekgeraakt, verdwenen of vernietigd en de activiteiten van het FLN blijven tot op heden met een waas van geheimzinnigheid omgeven. Er zit niets anders op dan een krachtig beroep doen op de verbeelding. En passant rakelt de schrijver een paar onverkwikkelijke episodes uit de recente Franse geschiedenis op, zoals het beruchte bloedbad van 17 oktober 1961, dat decennialang is doodgezwegen. Toen stierven naar schatting tweehonderd Algerijnen na een demonstratie in de Seine.
Gaandeweg krijgt de verteller het gevoel dat hij in een spiegelpaleis is beland, waarin iedereen elkaar begluurt: zijn moeder, de buren, de politie, de leden van het FLN, tot de auteur en de lezers aan toe. Door al die geheimzinnigheid, ongrijpbare personages en clandestiene bijeenkomsten baadt De voyeur in een sfeer à la Patrick Modiano, maar de roman mist het melancholische en suggestieve dat we van de Nobelprijswinnaar gewend zijn, want Boltanski, die journalistiek bloed in zijn aderen heeft, graaft vooral naar feiten. Hij weet de lezer op zijn speurtocht uitstekend bij de les te houden, maar laat zich soms verleiden tot overbodige of te lang opgerekte uitweidingen.
Tussen de regels door is De voyeur een subtiele hommage aan al die jonge Fransen die streden voor de Algerijnse onafhankelijkheid en daar geen enkel voordeel aan overhielden, maar nog steeds door vele landgenoten met de nek worden aangekeken.
‘De voyeur’ is een subtiele hommage aan al die jonge Fransen die streden voor de Algerijnse onafhankelijkheid