Steden veroverde
Behalve die deelsystemen kopen steeds meer mensen ook een privéstep, die vaker wordt gebruikt. Er is geen registratieplicht, waardoor er geen officiële cijfers zijn, maar de Nederlandse webwinkel Bol.com laat weten dat hij de eerste zes maanden van het jaar bijna zeven keer meer elektrische steps heeft verkocht als in dezelfde periode vorig jaar. Het gaat om ‘duizenden esteps’, zegt een woordvoerder. Een enquête van Brussel Mobiliteit leerde afgelopen zomer dat de gemiddelde stepgebruiker 33 jaar oud is, twee op de drie zijn mannen en in 75 procent van de gevallen heeft de gebruiker minstens een diploma hoger onderwijs.
Korte levenscyclus
Afhankelijk van het model, haalt een estep al snel 25 kilometer per uur. Ze worden vooral voor korte ritten gebruikt (zie inzet). Producenten en deelplatformen zetten de elektrische voertuigen graag in de markt als een milieuvriendelijk alternatief voor de wagen, die in steeds meer steden wordt geweerd. Zelfs op het Autosalon was er dit jaar een testparcours voor elektrische steps. En ook de Vlaamse regering schrijft in het klimaatakkoord dat ze de estep wil stimuleren als duurzaam vervoersmiddel.
Maar zeker bij de duurzaamheid van deelsteps werden afgelopen jaar ook vraagtekens geplaatst. Het online technologietijdschrift Quartz analyseerde data die Bird, wereldwijd een van de grootste aanbieders van deelsteps, met de Amerikaanse stad Louisville had gedeeld. Wat bleek? Een gemiddelde estep zou al na 29 dagen uit roulatie worden genomen. Van de 129 steps die er in augustus werden uitgezet, overleefden slechts 7 voertuigen 60 dagen, één step zong het 112 dagen uit.
Bird ontkende de bevindingen en beklemtoonde dat het bedrijf constant aan robuustere modellen werkt. Ook andere aanbieders in België, zoals het Amerikaanse Lime en het FransNederlandse Dott, zeggen dat hun esteps een langere levensduur hebben en regelmatig worden opgelapt. Toch erkennen ze dat vandalisme en onaangepaste weginfrastructuur – zeker in Brussel – op de rendabiliteit en de levensduur van de voertuigen wegen. En dus ook op de duurzaamheid.
‘Om de duurzaamheid te meten, moet je naar het volledige plaatje kijken’, zegt Cathy Macharis, professor duurzame mobiliteit aan de VUB. ‘Ook naar de manier waarop ze worden opgeladen en hoe deelsteps worden opgehaald en uitgezet.’ Uiteindelijk hangt hun duurzaamheid vooral af van hoeveel verplaatsingen ze met de wagen of andere voertuigen met een verbrandingsmotor vervangen, zegt Macharis. Ze verwijst naar de ondervraging van Brussel Mobiliteit, waaruit blijkt dat steps vooral verplaatsingen met het openbaar vervoer en te voet vervangen. Een kwart van de ondervraagden gaf aan dat ze hun privéwagen of een ander gemotoriseerd voertuig aan de kant hadden laten staan. Kijken we alleen naar gebruikers van privésteps – die de voertuigen ook regelmatiger gebruiken, dan loopt dat op tot 44 procent. ‘De esteps zijn nieuw, de markt is zich nog aan het ontwikkelen, en steden zoeken een regelgevend kader’, zegt Macharis. ‘Maar als ze helpen stedelingen onafhankelijker van de auto te maken, kunnen ze zeker een positief effect hebben.’
Parkeerverbod
‘Als de esteps helpen om stedelingen onafhankelijker van de auto te maken, kunnen ze zeker een positief effect hebben’
CATHY MACHARIS
Professor duurzame mobiliteit VUB
De snelle en weinig gecontroleerde opmars van deelsteps veroorzaakte in verschillende steden ook overlast. In de hoop zo snel mogelijk marktaandeel te veroveren, zetten operatoren duizenden steps tegelijk uit. Achteloze gebruikers parkeren de voertuigen op de meest onmogelijke plaatsen, waardoor ze vaak voetpaden blokkeren en de publieke ruimte bevuilen. Steden als Antwerpen en Brussel, maar ook Parijs, proberen orde in de chaos te scheppen, door te experimenteren met dropzones en parkeerverboden in parken en centrale pleinen.
Ook voor gebruikers is het wennen. De relatief hoge snelheid, kleine wielen en onaangepaste infrastructuur, maken van de step een weinig stabiel voertuig, dat gebruikers kan verrassen. Zeker bij deelsteps wordt amper een helm gebruikt. In Brussel viel dit jaar de eerste dode door een ongeluk met een privéstep.
‘Het blijft een markt in volle ontwikkeling, en iedereen moet zich aanpassen’, besluit Inge Paemen, woordvoerder van Brussel Mobiliteit. ‘Dit was het jaar van de hype. Maar wij zijn ervan overtuigd dat de elektrische step zal blijven.’
De gemiddelde stepgebruiker is 33 jaar, man, en heeft in 75 procent van de gevallen minstens een diploma hoger onderwijs