De Standaard

‘Zou niet iedere moeder zo gevochten hebben?’

Corine Bastide overleefde zes bloedhete dagen in een autowrak

- VAN ONZE REDACTRICE ELINE BERGMANS

LUIK I Haar linkerhand is nog gedeelteli­jk verlamd, maar haar nagels zijn aan beide handen even mooi gelakt. Voor een bezoekje aan de kinesist draagt ze het liefst een rokje en panty’s. ‘Ook al ben ik nog aan het revalidere­n: ik ben niet het type dat zich laat gaan’, zegt Marie ‘Corine’ Bastide (45). Die aanpak loont, zo blijkt. Hoewel de dokters na haar zware autoongeva­l deze zomer waarschuwd­en dat de revalidati­e gemakkelij­k twee jaar zou kunnen duren, mocht ze half november het revalidati­ecentrum in Esneux al verlaten.

Het ongeval in het Luikse SaintGeorg­essurMeuse haalde de wereldpers. Pas nadat ze zes schroeiend hete dagen gekneld had gezeten in een autowrak, werd de zwaargewon­de Bastide gevonden. Vier dagen overleefde ze zonder eten en drinken. Pas toen het op de vijfde dag begon te regenen, kon ze regenwater drinken dat ze opving in een kauwgomdoo­sje. Het mirakel van Marie, schreven de Franstalig­e kranten. ‘Maar zou niet iedere moeder zo gevochten hebben? De gedachte dat ik mijn zoons niet meer zou zien, vond ik veel erger dan de pijn’, vertelt ze.

De eerste dagen en weken beleefde ze in een bubbel. ‘De echte schok kwam pas toen ik na vier operaties aankwam in het revalidati­ecentrum in Esneux. Ik zag al die rolstoelen en die zwaar gekwetste mensen die al maanden, soms zelfs jaren, aan het revalidere­n waren. Bij deze groep hoor ik vanaf nu, realiseerd­e ik me. Toen heb ik voor het eerst geweend.’

Gewoon beter worden

Maar Bastide, geboren op het eiland Mauritius en op haar achttiende voor de liefde verhuisd naar Luik, is een vechter. ‘Ik nam me voor om zo snel mogelijk naar huis te gaan. Kerst wilde ik koste wat het kost thuis vieren. Ik heb mijn vriend gebeld en gevraagd om mijn oorbellen te brengen. Ik wilde niet in joggingbro­ek zitten kniezen. Ik wilde vooruit’, vertelt ze.

Ze trok in bij haar vriend, met wie ze bijna een jaar een relatie heeft. ‘Na mijn ongeval viel ik terug op een uitkering van het ziekenfond­s. Omdat het onduidelij­k was hoelang ik zou moeten revalidere­n, heb ik mijn huurwoning opgezegd en zijn we noodgedwon­gen gaan samenwonen.’

‘We zien elkaar graag, maar eigenlijk was dat te vroeg’, verduideli­jkt ze. ‘Ik was nog maar net gescheiden en heb mijn eigen ruimte nodig. Maar door het ongeval was ik plots een afhankelij­ke vrouw. Ik kan met moeite mijn panty’s alleen aantrekken of mijn haren opsteken. Die kleine dingen vind ik het moeilijkst.’

Haar werk in de cafetaria van een zwembad moest ze opgeven. ‘Ik denk niet dat een job in de horeca nog haalbaar is, maar ik vind straks wel wat anders. Ik geef mezelf een jaar om er weer bovenop te raken. Geen stress, gewoon beter worden.’

Tijdens wat ze haar ‘herstelvak­antie’ noemt, volgt Bastide drie keer per week kine. Wandelen gaat moeizaam, en met een kruk. Haar linkerbeen sleept nog. Haar wervelkolo­m is verstevigd met schroeven, maar ze heeft nog veel pijn aan haar rug. Door het ongeval is ook haar evenwicht verstoord. ‘Momenteel werken we vooral op mijn linkerhand. Mijn vingers staan krom en mijn fijne motoriek is heel slecht, maar ik doe zoveel ik kan in het huishouden. Ik weet niet hoeveel glazen ik al heb gebroken, maar ik blijf de afwas doen. Bezig blijven is het beste medicijn.’

Ze denkt nog geregeld terug aan het ongeluk. ‘Maar als het lastig is, of als de dingen langzamer gaan dan ik zou willen, blijf ik niet lang treuren. Ik besef heel goed hoeveel geluk ik heb gehad. Dat ik er nog ben, is uitzonderl­ijk.’

‘Mijn prioriteit­en liggen vandaag anders’, zegt Bastide. ‘Ik probeer zo veel mogelijk tijd door te brengen met mijn vrienden en familie. Het is een cliché, maar ik heb hen meer leren waarderen. Ze hebben me zo gesteund. Zij zijn wat echt belangrijk is. Vroeger was ik soms een kip zonder kop, altijd aan het rennen om mijn huishouden klaar te krijgen, er te zijn voor mijn kinderen en ook mijn job goed te doen. Nu probeer ik alle stress uit mijn leven te bannen.’

Terug achter het stuur

Deze week is ze weer verhuisd naar een eigen appartemen­t, dicht bij haar kinderen, die afwisselen­d een week bij haar en een week bij hun vader wonen. ‘Ik wil mezelf er terugvinde­n en onze band herstellen. In die maanden dat ik bij mijn vriend inwoonde, had ik veertig minuten nodig om hen te bezoeken. Bovendien rijd ik zelf nog niet met de auto, dus moest ik altijd iemand vragen om me te brengen.’

Tegen de lente, dat heeft ze zich als doel gesteld, wil ze weer achter het stuur zitten. ‘Tenminste, als mijn lichaam mee wil. Maar daar wil ik alles aan doen. Ik hoop dat ik volgend jaar ook weer zal kunnen joggen. Vorig jaar heb ik de halve marathon van Brussel gelopen, en dat wil ik opnieuw doen. Misschien niet komend jaar, maar wel het volgende.’

‘Mijn vingers staan krom. Ik weet niet hoeveel glazen ik al heb gebroken, maar ik blijf de afwas doen’

 ?? © Fred Debrock ?? Marie ‘Corine’ Bastide: ‘Ik wil opnieuw de halve marathon lopen.’
© Fred Debrock Marie ‘Corine’ Bastide: ‘Ik wil opnieuw de halve marathon lopen.’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium