De Standaard

Een compacte woning in de kern? Nee, bedankt

Zonder maatregele­n wordt het moeilijk Vlamingen te verleiden compacter te wonen. ‘De conservati­eve woondroom blijft intact.’

- INE RENSON © Alexander Meeus

Nergens ter wereld neemt de mens zoveel ruimte in voor wonen, werken en ontspan nen als in Vlaanderen. Dat moet anders. Tegen 2050 wil de Vlaam se overheid dat gezinnen kiezen voor een duurzame woning op een ‘slimme’ locatie. Die transitie moet de diep genestelde droom van een eigen woning in het groen doorprikke­n.

De betonstop moest verhinde ren dat we open ruimte blijven innemen. Maar die dreigt een slag in het water te worden (DS 28 decem ber). De shift zal dus vooral afhan gen van de goodwill van de Vla mingen. Staan zij open voor duur zamere woonvormen?

Een grootschal­ig onderzoek naar de woonwensen van 3.000 Vlamingen, dat in 2018 werd ge voerd in opdracht van het Vlaam se Steunpunt Wonen, is ontnuchter­end. We moeten compacter wonen, maar 72 procent van de Vlaamse huishouden­s verkiest een (half )open woning. Slechts 10 procent wil een rijwoning en 17 procent een appartemen­t of studio. Van hoogbouw gruwen we helemaal. Appartemen­ten met 3 tot 9 verdieping­en krijgen ge middeld een score van 2,7 op 10.

Vooral voor jonge koppels met kinderen blijft de open woning de wensdroom. Appartemen­ten zijn meer in trek bij alleenstaa­nden of bij mensen die er nu al in wonen. Ook gezinnen uit grote steden staan ervoor open. Bekend maakt

Een cohousing project aan de rand van SintNiklaa­s. dus bemind. De deur naar duurzamer wonen staat wel op een kier, stellen de onderzoeke­rs vast. Iets meer dan de helft van de huishouden­s ziet een compactere woonvorm zitten – ook al is het niet hun ideaal.

Hoopgevend is ook dat 69 procent van de huishouden­s tevreden is met een kleinere tuin of terras mochten ze verhuizen naar een buurt met verzorgde pleintjes en groen. Opnieuw zijn het vooral de alleenstaa­nden en de 65plussers die hiervoor openstaan.

Honkvast

Maar het streefdoel om in stads en dorpskerne­n te wonen, is veraf. Amper een derde verkiest de kern. 35 procent zweert bij het platteland, hoewel dat de minst duurzame woonvorm is. Zelfs wie vandaag in een stad woont, toont weinig appetijt voor stads en dorpskerne­n. De stadsrand scoort beter. Enkel bij alleenstaa­nden, 65plussers en mensen met een lager inkomen is de hang naar wonen in een kern iets groter.

Vlamingen zijn bovendien honkvast. Ook dat maakt een shift moeilijk. Slechts 32 procent van

‘Wonen op de buiten kost meer aan de maatschapp­ij. Daar mag een prijs tegenover staan’

voor veel Vlamingen. de huishouden­s wil verhuizen om dichter bij een nieuwe job te wonen, een kwart wanneer het gezin kleiner wordt. Alleen wanneer de fysieke noden van de bewoners het vereisen, wil een ruime meerderhei­d (67 procent) verhuizen.

Het idee om ruimte te delen met buren, en zo de bebouwde ruimte optimaal te benutten, vinden we helemaal een verschrikk­ing. De helft is nog bereid parkeerrui­mte of een fietsensta­lling te delen. Slechts een goed kwart ziet dat ook zitten voor (een deel van) de tuin. Binnenruim­tes delen is uit den boze: slechts 18 procent wil een wasplaats of berging delen, 9 procent een extra leefruimte of keuken. Amper 3 procent ziet het zitten de enige leefruimte of keuken met anderen te delen. Alleen bij eenouderge­zinnen of alleenstaa­nden neemt die bereidheid lichtjes toe.

Huisje, tuintje

MICHAEL RYCKEWAERT Professor stedenbouw VUB

‘Denk niet dat de jonge generatie vanzelf openstaat voor duurzamere woonvormen’

LIEVE VANDERSTRA­ETEN Onderzoeke­r VUB

‘We staan ver van het streefdoel’, zegt Michel Ryckewaert, professor stedenbouw aan de VUB en coauteur van het rapport. ‘Er zijn zaadjes voor veranderin­g, maar de traditione­le woonwens is diepgewort­eld.’

‘Denk ook niet dat de jonge generatie meer openstaat voor duurzamere woonvormen’, zegt onderzoeke­r Lieve Vanderstra­eten (VUB), die de studie uitvoerde. ‘Er is nog steeds een grote groep twintigers, dertigers en prille veertigers met een conservati­eve woonwens, namelijk zo snel mogelijk eigenaar worden van een huis met een eigen tuin buiten de stad.’ Ook betaalbaar­heid speelt een rol, zegt Ryckewaert: ‘Veel koppels met jonge kinderen willen graag in de stad wonen, als ze maar een tuin hebben. Dat ideaal wordt onbetaalba­ar, waardoor ze naar de rand geduwd worden.’

‘Met een mentalitei­tswijzigin­g alleen krijgen we die dynamiek niet gekeerd’, stelt Ryckewaert nuchter. ‘Inspireren­de voorbeelde­n en campagnes zetten weinig zoden aan de dijk. Tools als de Mobiscore wekken vooral ergernis op. Zolang alles kan en mag, blijft de Vlaming zijn droom najagen.’

Je zou denken dat we die langzamerh­and bijstellen, ontmoedigd door een gebrek aan voorzienin­gen of ellenlange files. Maar dat gebeurt voorlopig niet. Daarom moet de overheid het verspreide wonen ontmoedige­n, vindt Ryckewaert. Als het niet lukt met een betonstop, dan met een kilometerh­effing of hogere prijzen voor nutsvoorzi­eningen op het platteland. ‘Zolang je uniforme tarieven vraagt, hou je de spreidings­logica in stand. Wonen op de buiten kost meer aan de maatschapp­ij. Daar mag een prijs tegenover staan.’

 ??  ?? Ruimte delen met de buren blijft een verschrikk­ing
Ruimte delen met de buren blijft een verschrikk­ing

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium