Geeft Erdogan burgers van Idlib op voor olie van Libië?
Het RussischSyrische offensief tegen Idlib joeg al zo’n 230.000 burgers op de vlucht. ‘Beschermheer’ Erdogan heeft andere zaken aan het hoofd.
‘Met deze laatste escalatie van geweld in het noordwesten van Syrië lijden de burgers in de provincie Idlib alweer onder de vernietigende gevolgen van de vijandelijkheden’, stelt de OCHA, de humanitaire arm van de Verenigde Naties. De provincie Idlib is al jarenlang de ‘menselijke afvalbak’ van Syrië. Het anderhalf miljoen inwoners kreeg er de voorbije jaren het gezelschap van honderdduizenden burgers en rebellen die naar Idlib ‘mochten’ uitwijken na de genadeloze hongerbelegeringen van Syrische steden. Het aantal inwoners wordt nu op drie miljoen geschat.
De vluchtelingen van OostAleppo, Madaya of OostGhouta – belegerde rebellenbolwerken elders in Syrië – moeten nu in de winterkou opnieuw vluchten voor de bommen op hun ‘toevluchtsoord’. De stad Maarat alNuman, het doelwit van het nieuwe offensief, ‘is nu grotendeels leeg’, volgens de OCHA. Een duidelijke uitweg is er niet. De Turkse grens blijft dicht, de kampen in de buurt zitten al overvol.
Zelfs de Amerikaanse president Donald Trump sprak zich via Twitter uit tegen de ‘slachting’. ‘Rusland, Syrië en Iran zijn duizenden onschuldige burgers aan het doden’, schreef hij vorige donderdag. ‘Doe dat niet! Turkije werkt hard om deze slachting te stoppen.’
Akkoord aan flarden
De inwoners van Idlib twijfelen daar sterk aan. Over Idlib sloten Rusland en Turkije in september 2018 een ‘deescalatieakkoord’. Er kwamen zelfs twaalf Turkse militaire ‘observatieposten’ om de vrede te bewaken, met Russische tegenhangers aan de andere kant van de officieuze bestandsgrens.
Het nieuwe offensief van de Syrische president, Bashar alAssad, blaast dat akkoord aan flarden. Twee van de Turkse observatieposten zijn inmiddels omsingeld door het Syrische leger. De Turkse soldaten grijpen niet in en mogen bevoorraad worden. Verder hebben ze geen nut meer.
Een Turkse delegatie bezocht vorige week Moskou voor overleg. President Recep Tayyip Erdogan heeft het vooral over de nieuwe vluchtelingenstromen. ‘Turkije zal die migrantenlast niet alleen dragen’, zei hij. ‘De negatieve effecten van die druk zullen door alle Europese landen gevoeld worden, vooral door Griekenland.’
‘Geen monsters’
Het is niet voor het eerst dat Erdogan – die zich inzake Syrië allang in de steek gelaten voelt door de VS en de Europese Unie – het schrikbeeld van een nieuwe vluchtelingengolf richting Europa oproept. ‘We zijn geen monsters die tegenover Europa uitgespeeld kunnen worden’, klonk het zaterdag bij een protest van Syriërs in Istanbul. ‘Dwing Rusland om de bombardementen te stoppen.’
Erdogan heeft de voorbije jaren zelf de Turkse ambities in Syrië bijgesteld, met de Syrische Koerden als nieuwe prioritaire vijand. Terwijl Idlib geleidelijk militair overgenomen werd door de jihadistenmilitie ‘Hayat Tahrir alSham’ (HTS), een voormalige afdeling van AlQaeda, verlegde Erdogan zijn focus net weg van Idlib. In 2018 veroverden Syrische rebellen en het Turkse leger het NoordSyrische kanton Afrin, dat gecontroleerd werd door de Koerdische militie YPG. In oktober dit jaar nam Turkije, met dezelfde Syrische rebellen als grondleger, met bruut geweld een ‘bufferzone’ in op de YPG rond de noordelijke steden Tell Abiad en Ras alAin.
‘Onder de burgers van Idlib heerst een enorme woede tegenover Turkije’, schrijft de Amerikaanse experte Elizabeth Tsurkov op Twitter. ‘Turkije staat nochtans garant voor het deescalatieakkoord. De oppositie beschuldigt Turkije ervan Idlib als troefkaart te gebruiken in een handeltje met Rusland, in ruil voor NoordoostSyrië.’
Wat Erdogans planB is als er straks een miljoen vluchtelingen uit Idlib staat te dringen aan de Turkse grens, is niet duidelijk. Alsof Idlib niet meer op de Turkse agenda staat, focuste Ankara onlangs op militaire akkoorden met de wankele ‘regering van het nationaal akkoord’ (GNA) in Libië (DS 16 december). De GNA wordt in de hoofdstad Tripoli belegerd door een coalitie rond de omstreden generaal Khalifa Haftar, waarin ook Russische huurlingen meevechten, met de zegen van het Kremlin. Net zoals in Idlib staan Turkije en Rusland zo ook in Libië tegenover elkaar, maar blijkbaar slagen ze erin dat in onderling overleg te doen.
2.000 dollar per maand
Volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten (SOHR) schakelt Turkije daarbij nu al Syrische rebellen in als eigen huurlingen. Een eerste groep van driehonderd strijders is volgens SOHR al in Libië actief. Hun maandloon zou 2.000 dollar bedragen, een klein fortuin voor de strijders na acht jaar oorlog in eigen land. Turkije betaalt hen om te vechten voor de Turkse belangen in het olierijke Libië, niet om de burgers van Idlib te beschermen.
‘Onder de burgers van Idlib heerst een enorme woede tegenover Turkije’
ELIZABETH TSURKOV Amerikaanse Midden-Oostenexperte
Erdogans planB, voor als er straks een miljoen vluchtelingen uit Idlib aan de Turkse grens staat, is niet duidelijk