De foefelende flik leert fluiten
Om in geheimtaal te kunnen converseren, leert een corrupte Roemeense agent een eeuwenoude fluittaal.
Roemeense films hebben niet meteen het imago van dolle komedies. Onterecht, zo bewijst Corneliu Porumboiu sinds hij anderhalf decennium geleden furore maakte met de zwarte komedie 12:08 East of Bucharest. Bulderlachen is opnieuw toegestaan met de droge humor van The whistlers, waarin volwassenen zich kinderachtig gedragen met een dodelijke ernst.
Een corrupte Roemeense agent voelt dat zijn oversten onraad ruiken. Daarom trakteert de matrassenmaffia hem op een reisje naar het Canarische eiland La Gomera, om er zich te bekwamen in ‘Silbo Gomero’, de fluittaal waarmee de bewoners van het eiland over valleien heen konden communiceren voor de gsm zijn intrede deed. Daarmee kan hij communiceren in een taal waar de politie geen fluit van begrijpt.
Bovendien hoopt hij zo de bloedmooie vogel te strikken die zijn hart heeft veroverd, maar daar kan hij naar fluiten. ‘Vergeet wat er is gebeurd in Boekarest’, zegt ze. ‘Ik deed het alleen voor de bewakingscamera’s.’
Op papier leek het zo geniaal dat het alleen maar kon tegenvallen: The whistlers heeft een briljant uitgangspunt, maar uiteindelijk valt het bizar genoeg nogal minnetjes uit. Porumboiu verliest veel van zijn pluimen door te focussen op het misdaadverhaal, dat hij zowaar James Bondallures geeft. Hoe verder hij verwijderd raakt van de krankzinnige kolder, hoe meer je uitkomt bij een matige thriller, verdeeld in hoofdstukken die het alleen nog verwarrender maken. Hier een heerlijke komedie van maken leek nochtans een fluitje van een cent.