DE PRIJS VAN POLITIEK ZELFBEHOUD
Twaalf jaar na het uitbreken van de financiële crisis, en na jaren van harde bezuinigingspolitiek, doet de Europese Commissie een schuchter voorstel om een Europees minimumloon in te voeren. Alweer wordt een constructiefout rechtgezet. Op de keper beschouwd is het een anomalie dat de open grenzen en de uitbreiding naar het oosten eerst kwamen, en dat pas nu een minimumloon op tafel komt.
De gevolgen zijn er naar. Niet het voluntarisme van de klassieke sociaaldemocratie levert de politieke stroomstoot voor die sociale bescherming, maar het oprukkende populisme. Zoals in de Belgische context uiterst links en uiterst rechts het resterende centrum naar een consensus duwen over het minimumpensioen van 1.500 euro. Marianne Thyssen legde als commissaris de fundering van de sociale pijler. Maar pas met de Brexit gingen de alarmbellen in Brussel luid af.
Poolse loodgieters en Roemeense manusjesvanalles, die met honderdduizenden ook de meest onzekere en slechtbetaalde jobs kwamen doen, waren misschien een zegen voor de eengemaakte markt, maar een bedreiging voor hen die onder aan die markt overleven. Die kregen de boodschap dat ze overbodig waren. Dankzij Europa werden ze vervangbaar. In het oosten leidde de exodus spiegelgewijs tot de angst leeg te bloeden en ontvolkt te raken. Sinds 1989 trokken bijna 20 miljoen mensen weg uit Oost en CentraalEuropa.
Europa roemde de zegeningen van vrijheid en welvaart, en vergat de colonnes busjes die ’s nachts over de Europese snelwegen een werkende onderklasse rondvoeren die nauwelijks rondkomt en de race to the bottom van de laagste lonen drijft. Voor hen bevordert Europa niet hun trots, identiteit of heimat. Migratie wordt politiek uitgebuit als een culturele clash. Maar aan de basis ligt verdacht veel ouderwetse economische kramp, die de Commissie zelf bevorderde met haar begrotings en bezuinigingsdwang.
En dan wijst Europa nog naar wat komen zal, de klimaatverandering die hele industrieën binnenstebuiten keert, en de digitale revolutie die vast in flexibel werk omtovert. Daarvoor is een nieuw raamwerk van bescherming nodig. Het is dus ook uit politiek zelfbehoud dat de Commissie nu een programma van sociale rechten voorstelt. Evident wordt het niet. De EU komt op verradelijk terrein. Institutioneel is ze slecht gewapend. Meteen zal het verwijt van Brusselse bemoeienis klinken. En een wondermiddel bestaat niet. In Bulgarije bedraagt het huidige minimumloon 286 euro, in Luxemburg 2.071 euro. Dat minimum voldoende optrekken wordt een langetermijnproject.
Alweer probeert Europa een constructiefout recht te zetten
Meer dan 230 dagen na de verkiezingen is zelfs het begin van een federale regering nog niet in zicht. Waarom?