Eeuwige staatsgeheimen behoren stilaan tot het verleden
In België blijven geclassificeerde documenten in principe voor altijd geheim. Een nieuwe wet moet dat veranderen, maar de veiligheidsdiensten slaan alarm.
BRUSSEL I Bij Buitenlandse Zaken staat zo’n tien kilometer aan koloniale archieven, waarvan ruim de helft is aangetast door schimmel. ‘We zijn niet in staat die te herstellen, omdat grote delen geclassificeerd zijn’, getuigde PierreAlain Tallier, departementshoofd bij het Rijksarchief, vorige week in de Kamer. ‘Daardoor blijven die documenten wegkwijnen. Onvoorstelbaar.’
Alle overheidsdiensten kunnen documenten als vertrouwelijk, geheim of zeer geheim classificeren, wanneer bekendmaking de nationale veiligheid of ’s lands belangen bedreigt. Alleen gemachtigden hebben er toegang toe. Vooral de inlichtingenen veiligheidsdiensten classificeren vaak, net als Buitenlandse Zaken en Defensie. Ter illustratie: bij Defensie liggen liefst drie miljoen geclassificeerde documenten.
België is een van de enige Europese landen waar geldt dat wat geclassificeerd is, dat in principe voor altijd blijft. Enkele overheidsdiensten voeren een eigen declassificeringsbeleid, maar een algemene regeling ontbreekt, tot wanhoop van historici, onderzoekers en voorvechters van overheidstransparantie.
Niet alleen basale informatie blijft zo achter slot, zoals de tellingen van fietsen of hooi tijdens de Tweede Wereldoorlog. ‘Onderzoek naar cruciale passages uit onze geschiedenis kan pas volledig plaatsvinden als veel meer documenten gedeclassificeerd worden’, zegt Karel Velle, algemeen directeur van het Rijksarchief. Velle verwijst naar de Wereldoorlogen, het koloniale verleden en de Koude Oorlog maar ook de extreemlinkse en extreemrechtse bewegingen in de jaren 50 en 60.
Momenteel zijn overheidsdiensten na dertig jaar verplicht om hun archieven over te dragen aan het Rijksarchief, en de veiligheids en inlichtingendiensten na vijftig. Maar omdat grote delen geclassificeerd zijn, blijft die plicht nog vaak dode letter. Wel is er sinds enkele jaren verbetering. Zo is de Staatsveiligheid bezig haar archieven van voor 1950 aan het Rijksarchief over te dragen. Defensie droeg vorig jaar zo’n 170 dozen over. ‘We worden al niet meer tegengewerkt’, zegt Velle. ‘Dat was vroeger wel anders. Maar het gaat nog steeds te traag.’
Automatische declassificering
Het Comité I en Comité P, die de inlichtingen en politiediensten controleren, pleiten al een tijd voor algemene declassificeringsregels. Ook minister van Justitie Koen Geens (CD&V) gaf aan daarvoor open te staan. De Kamercommissie Binnenlandse Zaken bespreekt momenteel een wetsvoorstel van Groen en Ecolo over de kwestie. Vorige week reageerden de veiligheidsen inlichtingendiensten in de Kamer op het voorstel, vandaag legt de commissie bijkomende hoorzittingen vast.
Het op buitenlandse praktijken geïnspireerde voorstel bepaalt dat de opsteller van het document bepaalt hoe lang het geclassificeerd blijft. Ook voorziet het een automatische declassificering voor vertrouwelijke documenten na tien jaar, geheime na twintig en zeer geheime na dertig. Alleen met een schriftelijke motivering kunnen die termijnen opgerekt worden tot twintig, dertig en vijftig jaar. Erg uitzonderlijk kan die laatste termijn verdubbeld worden, maar na honderd jaar zouden alle documenten publiek worden gemaakt. ‘Het wetsvoorstel is een gigantische stap vooruit’, zegt Velle.
Ook de veiligheidsdiensten zelf staan open voor verandering. ‘We zijn ons ervan bewust dat een mechanisme van declassificatie nodig is’, zei Florence Oleffe van de militaire inlichtingendienst ADIV op de hoorzitting. ‘Vroeger moest alles geheim blijven’, vulde Hugues Brulin, stafdirecteur van de Staatsveiligheid, aan. ‘Maar de cultuur bij de inlichtingendiensten is veranderd.’ Maar voor het huidige wetsvoorstel zijn alle diensten vernietigend. ‘Dit creëert meer problemen dan het oplost’, zei Serge Lipszyc, voorzitter van het Comité I.
‘We classificeren niet om controle te ontlopen’, zei Oleffe. ‘De te beschermen belangen zijn extreem belangrijk.’ De diensten benadrukken dat ze al vaak dossiers declassificeren, zoals dat van de moord op communist Julien Lahaut, documenten over verzets en collaboratiebewegingen of de aanslag op oudVNsecretarisgeneraal Dag Hammarskjöld. ‘Telkens moeten we pagina per pagina onderzoeken wat kan worden vrijgegeven’, zei Brulin.
Herevaluatie
De diensten zeggen dat ze geen eenmalige feiten onderzoeken, maar wel ‘fenomenen en netwerken die decennia en zelfs eeuwen overspannen’. Zo worden spionnen soms pas na decennia geactiveerd, wanneer ze tot sleutelposities zijn opgeklommen. Informanten en medewerkers moeten hun hele leven beschermd worden, en sommige modi operandi – zoals infiltratiemethodes of evacuatieplannen – blijven ook na vijftig jaar dezelfde. ‘Bovendien is het onmogelijk in te schatten hoelang documenten geheim moeten blijven’, zei Brulin.
Maar vooral op de automatische declassificering is de kritiek hard. ‘Dat is extreem gevaarlijk’, zei Brulin. ‘Het aanvaarden daarvan is het aanvaarden dat de nationale veiligheid in gevaar kan komen door een gemiste termijn.’ Volgens de veiligheidsdiensten is ook in het buitenland bijna altijd een menselijke interventie nodig voor declassificatie.
De veiligheidsdiensten stellen voor om alle geclassificeerde documenten na dertig jaar te herevalueren. ‘Onder die termijn gaan, verplicht de diensten tot analyse van tienduizenden documenten per jaar’, aldus Brulin. Groen en andere partijen zeggen de hoorzittingen af te wachten. ‘De diensten zien natuurlijk een berg werk op hen afkomen’, zegt Kamerlid Stefaan Van Hecke (Groen). ‘Maar er moet iets veranderen.’
‘Wij onderzoeken geen eenmalige feiten, maar fenomenen en netwerken die decennia en zelfs eeuwen overspannen’
FLORENCE OLEFFE Juridisch adviseur bij de militaire inlichtingendienst ADIV