POPPENSPEL
Achttien jaar geleden werd in het bergdorpje Nagoro, op het Japanse eiland Shikoku, voor het laatst een baby geboren. Nu wonen er nog 24 volwassenen. De basisschool sloot haar deuren in 2012, kort nadat de laatste twee leerlingen het zesde leerjaar hadden afgerond. Tsukimi Ayano (70) wekte de school weer tot leven. Niet met kinderen, maar met meer dan veertig handgemaakte poppen. ‘We zien hier jammer genoeg nooit meer kinderen,’ zei ze aan The New York Times, ‘dus maakte ik ze zelf.’
De Japanse bevolking krimpt en veroudert. Nergens is die trend sterker te voelen dan in de landelijke gebieden, waar de lage geboortecijfers hand in hand gaan met een dalende werkgelegenheid en moeilijke levensomstandigheden. ‘Jongeren hebben in dorpjes als Nagoro geen toekomst’, zegt Tsukimi, die zelf op haar twaalfde met haar gezin naar Osaka verhuisde, maar in 2003 terugkwam. Ze herinnert zich dat Nagoro een ziekenhuis, een restaurant en een goktent had, nu is er zelfs geen winkel meer. Als er nu volk over de vloer komt, is dat om haar poppen te bezichtigen.
Zo’n 350 heeft ze er intussen, verspreid over het hele dorp. Ze hebben traditionele kleding aan, die geschonken wordt vanuit heel Japan. Ze symboliseren de inwoners die het dorpje ooit bevolkten. Zelf heeft ze op de passagierszetel van haar auto een pop gemodelleerd naar haar grootmoeder. ‘Zo ben ik nooit eenzaam,’ zegt Tsukimi, ‘wanneer ik anderhalf uur naar de supermarkt rijd.’