Verengelsing, says who?
De faculteit van GERD VAN RIEL heeft al vijftig jaar ervaring met Engelstalige opleidingen. Hij vraagt zich af: wat is het probleem?
Naar aanleiding van de plannen om het maximumaantal Engelstalige opleidingen te versoepelen, trokken enkele historici en politieke wetenschappers in deze krant nog maar eens van leer tegen de ‘verengelsing’ van onze universiteiten (DS 14 januari). De aangekondigde versoepeling specificeren ze niet echt, maar het gaat om het verhogen van het maximumaantal Engelstalige bacheloropleidingen van 6 naar 9 procent van het totale aanbod per universiteit. Laten we, voordat we de grote slogans bovenhalen, toch even kijken waar internationalisering van de universiteit in de praktijk op neerkomt.
Dit jaar vieren wij aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte (de faculteit Wijsbegeerte van de KU Leuven) de vijftigste verjaardag van ons internationale programma. Vijftig jaar al bieden wij een volwaardig Engelstalig bachelor en masterprogramma aan, volledig parallel aan het Nederlandstalige programma (een verdubbeling van de investering in tijd en mensen). Vijftig jaar geleden, na de splitsing van de universiteit, stonden onze voorgangers voor de keuze om voortaan louter voor Vlaamse en Nederlandse studenten te kiezen, of de deuren open te gooien voor een wereldwijd publiek. Ze kozen voor het laatste, en we hebben er geen seconde spijt van gehad.
Het kostte uiteraard flink wat extra inspanningen, maar het heeft ons programma en onze studentenpopulatie grenzeloos verrijkt. Het pad van de internationalisering gaat ook niet over rozen. Laten we niet vergeten dat internationale studenten van een heel ander kaliber zijn dan hun sedentaire lotgenoten. Ze zijn mondiger en veeleisender. Maar tegelijk zijn ze vaak eenzamer, kwetsbaarder en financieel minder zeker dan hun VlaamsNederlandse studiegenoten.
Vlaamse overschatting
En toch – nee, juist daardoor – is en blijft het de moeite waard. De internationale studenten (ook de Nederlanders trouwens) stimuleren onze Vlaamse studenten om meer te zeggen waar het volgens hen op staat. Ze houden ons allemaal een spiegel voor: over hoe we zelf zijn, maar vooral ook hoe we ons tegenover buitenstaanders gedragen. Onze internationale studenten laten keer op keer, generatie na generatie, weten hoezeer ze onze gastvrijheid appreciëren, maar begrijpen tegelijk niet waarom Vlamingen zo teruggetrokken zijn, zich op hun eigen taalgenoten (en dialectsprekers) terugplooien, en waarom ze altijd onmiddellijk zelf op het Engels overschakelen, zelfs als buitenlanders een gesprek in het Nederlands proberen te voeren. Ze maken ons erop attent dat ons onderwijssysteem niet vanzelfsprekend is, en dat we soms onze eigen competenties overschatten (‘onze talenkennis is de beste’, enz.). Bovendien brengen ze culturele en intellectuele achtergronden mee die onze geplogenheden uitdagen, en vragen stellen bij wat voor ons evident lijkt.
Vier, meer niet
In tijden waarin iedereen zich op zijn identiteit lijkt terug te plooien, is deze vorm van internationalisering geen luxe. Het is een opdracht van een universiteit om haar eigen omgeving kritisch tegen het licht te houden, de aanwezigheid van internationale studenten draagt daar zeker toe bij.
Onze faculteit biedt één van de vier (ja, slechts vier!) Engelstalige bacheloropleidingen aan die de KU Leuven rijk is. De andere zijn theologie (ook al sinds vijftig jaar), industrieel ingenieur en handelswetenschappen, allemaal naast parallelle Nederlandstalige bacheloropleidingen. Daarmee heeft de KU Leuven de 6 procent (ja, slechts 6!) bereikt en zit ze aan het wettelijk vastgelegde plafond op de Engelstalige bacheloropleidingen.
De plannen van de huidige regering voorzien in een stijging naar 9 procent, waarmee enkele extra opleidingen kunnen worden ingericht. (Tegelijk vermindert de regering wel het budget voor de universiteiten). Geen enkele Nederlandstalige bachelorstudent is verplicht om een Engelstalig programma te volgen. Wat is dan het probleem? Van verengelsing is geen sprake, alleen van een gezonde openheid voor de wereld buiten het kleine Vlaanderen. Of moet dat Vlaanderen nog kleiner worden misschien?
Telkens weer zeggen onze internationale studenten: hoe gastvrij zijn jullie. Maar ook: zo teruggetrokken! En waarom beginnen jullie altijd zelf in het Engels?