Waar ‘Zweeds II’ toe dient
Er woedt een onderhuidse opinieoorlog: de federale regering mag geen nieuwe belastingen heffen. Ook daarom blijft de federale formatie aanslepen.
Bijna tien jaar geleden, in de aanloop naar de vorming van de regeringDi Rupo, heerste in de media een discussie over de vraag met welke mix aan besparingen en nieuwe belastingen een nieuw kabinet de financiën op orde moest brengen. Was dat fiftyfifty, een verhouding 80/20, of kortweg 100 procent van het ene of het andere? De discussie ging alleen over het percentage en bleef dus abstract, maar ze legde wel ideologische breuklijnen bloot. Sindsdien is ze nooit verdwenen en nu woedt ze onderhuids weer, op sociale media, in petites phrases en toespelingen. Ive Marx (UAntwerpen) merkte dat ook toen hij zich afvroeg of het wel klopt dat België zucht onder die ‘ondraaglijke, verzengende belastingdruk’, zonder dat die mopperaars inzien waar belastingen dan wel toe dienen. Het is ‘gratuit klagen’, vond hij, en: ‘we zouden wat meer pertinente vragen moeten stellen over onze belastingen’ (DS 14 januari).
Toch zijn die wat Marx zelfverklaarde thought leaders noemt, zekerder van hun stuk dan hij lijkt te denken. Op Twitter stelde consultant Peter De Keyzer dat België ‘torenhoge belastingen met ondermaatse output’ combineert. Op datzelfde medium vatte Bart Van Craeynest, hoofdeconoom bij de werkgeversorganisatie Voka, het samen als ‘hoge overheidsuitgaven (en belastingen) voor relatief matige kwaliteit’.
Dat vindt ook kersvers Vlaams minister Matthias Diependaele (NVA). Zelfverzekerd stelde hij (in Trends) dat alle andere regeringen in België qua ‘waar voor je geld’ een voorbeeld kunnen nemen aan de Vlaamse regering. Zo verwees hij naar de ‘waar voor je geld’index die Voka elk jaar publiceert – al spaart die de Vlaamse regering evenmin, onder meer inzake openbaar vervoer of preventieve gezondheidszorg. Is die index academisch gecontesteerd, zijn toon is wel even constant als simpel: nieuwe belastingen zijn nergens voor nodig, als de overheid maar efficiënter functioneert, eventueel door bijvoorbeeld het openbaar vervoer te privatiseren.
Niemand is tuk op belastingen en de consensus is groot dat het fiscale beslag op de arbeidsinkomens een limiet heeft bereikt. De inzet is hier dus specifieker. Voka verwoordde het zelf op zijn nieuwjaarsreceptie: het is ‘bang’ voor ‘federale maatregelen’ zoals ‘het terugschroeven van de hervormingen in de vennootschapsbelasting’. ‘Hervormen’ is hier een kuis synoniem voor ‘verlagen’.
Want het recente nieuws daarover is zorgelijk. Dat verklaart het al vermelde tegenoffensief op Twitter. Het was al bekend dat de fiscale voordelen die de nu aflijvige ‘Zweedse’ coalitie aan de bedrijven heeft gegeven, budgettair onvoldoende waren ‘gedekt’ – ze slaan een gat in de begroting. En dan bleek eind december dat vooral daardoor de federale overheid in 2019 nog dik 2 miljard euro minder aan fiscale inkomsten boekt dan voorzien door toenmalig minister van Financiën Johan Van Overtveldt (NVA).
Ongeveer tezelfdertijd bevestigde de Nationale Bank wat de Gentse econoom Gert Peersman eerder al had berekend: dat bedrijven de opbrengst van de taxshift en de indexsprong minder gebruikten om hun concurrentiekracht te verbeteren, maar vooral om hun winstmarge te verhogen. Wie daar toch nog van opkeek, kreeg via Twitter een wat cynische terechtwijzing van vermogensbeheerder Geert Noels: ‘Merk op: belastingen proberen te verlagen wordt in België “zakken vullen” genoemd.’ Vanuit het Europees Parlement antwoordde Van Overt
De Lijn lijkt het te bewijzen, maar de Vlaamse regering vindt van niet. veldt ook: ‘Winst is nodig voor investeringen, die op hun beurt onontbeerlijk zijn voor een stevige concurrentiepositie. Bovendien: nooit meer banen in privésector gecreëerd.’ De exminister suggereert zo dat een neoliberaal trickledowneffect alles wel in orde brengt, maar vier jaar ‘Zweeds’ beleid spreekt dat toch tegen. Al die tijd deed België het minder goed dan het Europese gemiddelde. Alweer Peersman berekende dat België zowel qua economie,werkgelegenheid als productiviteit minder groeide dan wat conjunctureel mogelijk was.
En dan is er nog die olifant in de kamer: de vermogenswinstbelasting. Ook daarrond stak pas een Twitterstormpje op nadat consultancybureau EY een kaartje had uitgebracht over de fiscale druk op meerwaarden van aandelen. Op Luxemburg, Zwitserland en Slovenië na, is België het enige land in Europa dat daar geen belasting op heft. Voorspelbaar als altijd dook toen dat staafdiagram weer op dat moet bewijzen dat België, gerekend naar zijn bbp, toch in de top staat qua vermogensfiscaliteit, als zesde in de Oeso. Toch gaan onder meer het VK, de VS en Luxemburg België in dat lijstje voor, toch niet echt landen die bekendstaan om hun fiscale inquisitie. Als België hoog scoort, komt dat onder meer door de hoge registratie of erfenisrechten en doordat die ‘stock’ groot is. Maar de verhouding tussen die opbrengsten en het bbp is als graadmeter hoe dan ook waardeloos, zoals de Nationale
Bank betoogt. Wie uitpakt met dat diagram, doet in feite aan bewuste misleiding.
Zeker is: de fiscaliteit is weer een onderwerp van discussie. Ze leidt tot zenuwachtigheid, vooral bij wie zweert bij de status quo. Nochtans zijn de resultaten van de vorige coalitie geen reclame voor haar sociaaleconomische model – het is electoraal dan ook erg zwaar afgestraft. Temeer omdat de kiezer, zegt zelfs de Brusselse liberale Els Ampe, in dat model zeer weinig terugkreeg.
De reden voor de fiscale opinieoorlog van de voorbije weken past naadloos in een andere, die rond de nieuwe federale coalitie. Die regering zal moeten kiezen, net als tien jaar geleden. Of zoals in 2014, toen CD&V door haar partners met een kluitje in het riet werd gestuurd met de eis om een ‘rechtvaardige fiscaliteit’. Dat zou de coalitie onderweg wel regelen, maar er kwam niets van. Met een permanente interne wrevel als gevolg, wat de regeringMichel tot dat ‘kibbelkabinet’ maakte. De ‘Zweedse’ formule kreeg in de Vlaamse coalitie wel een herkansing, maar als ze ook de as moet vormen voor een federale regering, zal ze grotere en discretere belangen moeten dienen dan de partijstrategietjes waarmee het publiek tot nu toe wordt vermaakt. Daarom duurt het allemaal ook zo lang.
Wie nog uitpakt met dat diagram dat zou bewijzen dat België zware taksen op vermogens heft, doet aan bewuste misleiding: dat diagram bewijst niets
Marc Reynebeau