Twee keer gekidnapt, en dan tien jaar cel
Nog geen dag nadat Zweden de druk op China heeft opgevoerd om de schrijver Gui Minhai vrij te laten, krijgt hij tien jaar cel.
BRUSSEL I Gui Minhai zal volgende week 1.600 dagen van zijn vrijheid beroofd zijn. De tot Zweed genaturaliseerde schrijver uit China werd in 2015 gekidnapt in Thailand. Volgens de Zweedse schrijver Jojje Olsson is Gui de eerste buitenlandse onderdaan waarop China zijn beruchte partijdige justitie loslaat. In feite wordt hij gegijzeld in zijn geboorteland, ondanks herhaaldelijke oproepen van Zweden om hem vrij te laten.
Die oproep werd eergisteren kracht bijgezet door het Zweedse culturele middenveld, enkele steden en het parlement (DS 25 februari). Het is opvallend dat Gui een dag na die oproep veroordeeld werd tot tien jaar cel voor het lekken van staatsgeheimen. ‘Hij heeft bekend en gaat niet in beroep’, rondde de rechtbank van de Chinese stad Ningbo de zaak af.
Gui vertrok kort na de mislukte studentenrevolte van Tiananmen, in 1989, naar Zweden. Hij behaalde er een doctoraat en stichtte er een gezin. Toen China in de jaren negentig een liberaler intellectueel klimaat kreeg, besloot Gui om vanuit Hongkong – een Chinese regio met vrijere regels – boeken te verkopen aan toeristen uit het Chinese vasteland.
Een dosis fantasie
Zijn kidnapping maakt deel uit van een ambitieus overheidsplan om die handel in te dammen. Samen met Gui werden minstens vier anderen gekidnapt, die samen de boekenzaak Causeway Bay Books uitbaatten. Veel van de populaire boekjes die ze verkochten, waren eerder pulp dan onderzoeksjournalistiek. Vooral de zogenaamde memoires van maîtresses van communistische toppolitici bevatten weleens een dosis fantasie. Maar ook de schandalen rond functionaris Bo Xilai, die door de partij zelf werden bevestigd, vonden hun plaats in het boekenbestand. Gui zelf schreef aan de lopende band volumes over China’s belangrijkste politieke leiders.
Gui Minhai was in 2015 op vakantie toen een Chinees sprekende man aanbelde en hem meevoerde. Enkele dagen later haalde iemand zijn spullen op. Gui keerde nooit terug. Volgens de Hongkongse uitgeverswereld werkte hij aan een boek over de zes minnaressen van president Xi Jinping.
Tijdens zijn jaren in de cel kreeg Gui last van een onbekende neurologische aandoening. In 2018 werd hij opnieuw gekidnapt, toen hij met twee Zweedse diplomaten op weg was naar een arts. Hij legde twee keer vernederende bekentenissen af op de publieke televisie. ‘Het gevolg van marteling’, zegt zijn dochter Angela.
Bloed is dikker dan water
Als de saga rond Gui iets duidelijk maakt, dan hoe China elke HanChinees (de dominante volksgroep in China, red.) blijft beschouwen als een onderdaan die moet luisteren naar de partijstaat. Gui heeft meerdere keren onder dwang gezegd dat hij ‘Chinees is en niet wil dat Zweden zijn zaak opklopt’.
Volgens de rechtbank heeft hij nu op eigen verzoek geen Zweeds paspoort meer. Professor Magnus Fiskesjö, een kennis van Gui, zegt dat dit onder dwang gebeurde. Tegelijk met Gui werd een blanke Zweed gekidnapt, Peter Dahlin, die snel weer thuiskwam. China bedient zich van het spreekwoord ‘bloed is dikker dan water’: hoe ver je als HanChinees ook trekt, je blijft altijd gehoorzaamheid verschuldigd aan China. ‘De zaakGui is ook voor China onbetreden terrein: het regime test hoever het kan gaan met intimidatie en schendingen van het internationaal recht’, zegt Olsson in de Zweedse krant Expressen.
Volgens de uitgeverswereld in Hongkong werkte Giu aan een boek over de zes minnaressen van Xi Jinping