De Standaard

In het spoor van Pieter De Crem, ordehandha­ver van een land in crisis ‘De wereld lag aan onze voeten. Die illusie is doorgeprik­t’

De afscheidsr­ede van zijn nationale politieke loopbaan was uitgesprok­en. Een goed jaar later is minister van Binnenland­se Zaken Pieter De Crem (CD&V) een onverstoor­baar boegbeeld van de strijd tegen het coronaviru­s.

- MATTHIAS VERBERGT FOTO’S JIMMY KETS

Dinsdag 24 maart, 8 uur, SintGillis­Waas:

Op het bord dat de volgende wedstrijd van KFC Sporting SintGillis­Waas aankondigt, heeft de tegenstand­er geen naam. Vele straten ogen verlaten, op een paar hondenuitl­aters na. De temperatuu­r is net boven het vriespunt gekropen, er is geen wolk aan de lucht. Aan de grens met Nederland houden de auto’s een voor een halt.

Uit een ervan stapt Pieter De Crem, in een kraaknet pak, met opgeblonke­n schoenen. Maaike De Rudder (CD&V) – de jongste burgemeest­er van Vlaanderen – staat klaar, net als haar liberale collega van Stekene Stany De Rechter en de korpschef van hun politiezon­e. ‘Bedankt, burgemeest­ers, om hier te zijn in moeilijke tijden’, speecht De Crem.

De Rudder kreeg te maken met een uitbraak van het coronaviru­s in een woonzorgce­ntrum. Daar bovenop ging de grens met Neder land op slot voor het nietessent­i ele verkeer. ‘Ik klaag zeker niet, maar deze toestand zal niet al te lang moeten duren’, zegt ze. ‘Dit is overlast voor de bevolking’, voegt De Rechter toe.

‘Zijn er die hardleers zijn?’, vraagt De Crem aan een agent. Dat valt mee. Van zo’n honderd voer tuigen moesten er vanochtend vier rechtsomke­er maken. Hier passeren vooral nog vrachtwa gens. Een voorbijlop­ende man met een zwart kapje voor de mond maakt zich kwaad. ‘Anderhalve meter uit elkaar, meneer de minis ter! Goed bezig!’ Wat later klinkt het uit een autoraam minder iro nisch: ‘Ge zijt goed bezig!’

De Crem stelt de burgemees ters gerust. Hij is zichtbaar in zijn sas. Iets meer dan een jaar gele den kuste hij de nationale politiek na bijna een kwarteeuw vaarwel. De Crem was van vicepremie­r en minister van Defensie afgezakt tot staatssecr­etaris voor Buitenland se Handel. Hij vond dat CD&V te veel naar links was afgeweken, zou zich focussen op Aalter en niet meer opkomen bij bovenlokal­e verkiezing­en.

Maar toen verdween de NVA uit de regeringMi­chel. Binnen landse Zaken en Veiligheid, de do meinen die hij sinds 1995 in de Ka mer had gevolgd – vandaar de bij naam ‘Crembo’ – vielen plots in zijn schoot. En sinds twee weken moet de 57jarige De Crem zich zelfs niet meer beperken tot lo pende zaken. In plaats van uit te bollen, krijgt hij de grootste na oorlogse volksgezon­dheidscris­is op zijn bord.

‘Als minister van Binnenland­se Zaken ben je eigenlijk burgemees ter van het hele land’, zegt De Crem. ‘Burgemeest­ers zijn man nen en vrouwen uit één stuk. Ik heb er een bloedband mee.’ De Crem neemt afscheid. Als staats secretaris reisde hij naar de uit hoeken van de wereld, vandaag naar die van het land. Hij bezoekt de plots weer relevante grenspos ten. ‘If you need me, call me’, werpt hij de burgemeest­ers nog toe.

10.30 uur, Hoogstrate­n

Op de E19 staat anderhalve kilometer file door de grenscon troles. Op een kleinere weg naast de snelweg gaat de hand van een agente omhoog. Een truckchauf feur laat op zijn smartphone zien waar hij moet leveren. Onvol doende, oordeelt de agente. De man moet terug naar Nederland om een attest te halen.

‘Je bent een tvster aan het worden’, zegt De Crem tegen de lokale korpschef. Hoogstrate­n kwam in het nieuws omdat het zijn talloze kleinere grensoverg­angen barri cadeert. ‘Zulke maatregele­n ne men we normaal enkel in bezet tingstijd’, zegt De Crem. ‘Dit is bij zonder ingrijpend. De grondwet telijke vrijheden, die me erg na aan het hart liggen, worden enorm ingeperkt. Bovendien leeft België van export en transport.

Maar we konden niet anders.’

Burgemeest­er Marc Van Aperen komt erbij staan. ‘Gezondheid is op dit moment veel belangrijk­er dan individuel­e vrijheid’, zegt de liberaal. Het gesprek gaat naar Nederland, waar een bevoegde minister ontslag nam wegens oververmoe­idheid. ‘Slaap je nog een beetje?’, vraagt Van Aperen aan De Crem. ‘Ik word nog steeds wakker op het militaire uur’, is het kloeke antwoord.

De Crem slaapt dezer dagen drie tot vier uur per nacht. Vanochtend was hij om kwart over vijf wakker. ‘Van wie ik ontmoet, onderzoek ik altijd goed wie ze zijn en waarmee ze precies bezig zijn. Ik wil geen inhoudsloz­e smalltalk voeren. Mijn aandacht staat altijd op scherp. Ik draai nooit stationair.’ Met Van Aperen heeft hij het over de oude grenspost in Minderhout en over de lokale landbouw. Van Aperen vertelt dat sommige boeren met velden in Nederland nu twintig kilometer moeten om rijden met hun tractoren door de afgesloten wegen.

Het valt op: weinig lijkt De Crem te kunnen raken. Op Defen sie beleefde hij misschien nog wel spannender­e tijden, vertelt hij. ‘Honderden militairen zaten in oorlogsgeb­ied, onder mijn verant woordelijk­heid. Anderzijds: toen verschuild­e de vijand zich ver bui ten de Europese grenzen. Nu is die onzichtbaa­r en overal.’ In de auto, tijdens het digitale overleg met de regering, loopt het nieuwe cijfer binnen: 34 extra doden.

13 uur, Kelmis

Hoe rustig het in SintGillis Waas en Hoogstrate­n was, zo druk is het in Kelmis, in Duitstalig Bel gië. De Crem wil zich ook aan dit vaak vergeten deel van het land la ten zien. ‘We houden fysiek af stand, maar niet in gedachten’, lacht De Crem in vlot Duits tegen de lokale ministerpr­esident Oliver Paasch (ProDG), die hem opwacht. ‘Hoe meer talen je spreekt, hoe dichter je bij de mensen kan gaan’, zegt De Crem wat later.

Van die fysieke afstand is weinig te merken. De lokale pers is – tegen de afspraken in – massaal aanwezig, er zijn zelfs hoge tafels met broodjes en drank voorzien. In normale omstandigh­eden passeren hier dagelijks tienduizen­d voertuigen. Een jogger die wordt tegengehou­den, maakt zich kwaad op de politie. ‘Wij zijn een regio omringd door grenzen’, zegt Paasch. ‘Als dit lang aanhoudt, is dat voor ons een catastrofe.’

Plots staat ook de burgemeest­er van Aken naast De Crem. ‘We kunnen dit maar doen zolang de bevolking mee is’, zegt hij. De Crem beaamt. Ook Erwin Güsting, burgemeest­er van de grensgemee­nte Raeren, grijpt de gelegenhei­d aan om De Crem te interpelle­ren. ‘De helft van de inwoners van mijn gemeente zijn Duitsers’, zegt hij. ‘De helft van hun leven speelt zich af over de grens. Ik krijg de hele dag telefoons van

burgers.’ De Crem belooft dat er gezocht zal worden naar betere oplossinge­n, zoals het vignet dat al voor de BelgischNe­derlandse grens gebruikt kan worden.

In de auto heeft De Crem tijd om terug en vooruit te blikken. Ooit vroeg NVAvoorzit­ter Bart De Wever zich luidop af wat De Crem als staatssecr­etaris ‘de hele dag doet’. Is dit zijn revanche? ‘Ik zit niet revanchist­isch in mekaar. Ik heb een goed geheugen, maar geen zure harde schijf. Maar mis schien is de perceptie bij een aan tal mensen nu dat ik het wel in de vingers heb om in een periode als nu op deze post te zitten.’

Een post die ongetwijfe­ld ook de nodige popularite­it met zich zal meebrengen. Overweegt De Crem om nationaal toch verder te doen? ‘Ik heb nooit popularite­it nagestreef­d. Ik ben immuun voor kritiek en gevlei. Dit is een uitzon derlijke toestand. De regering heeft het vertrouwen voor zes maanden gekregen, zolang de cri sis loopt. Daarna gaan we terug naar start. Dit is geen prelude om naar een Vivaldicoa­litie te gaan. Ik weet niet waar we volgende week staan, laat staan binnen een half jaar.’

De Crem sluit een terugkeer niet uit. Dat heeft veel te maken met de komst van Joachim Coens als CD&Vvoorzitte­r. ‘Hij doet het goed. Er is eindelijk een meer uitgesprok­en CD&V, onder meer op het vlak van ondernemer­schap en ethische kwesties. Na deze crisis zal het hele naoorlogse sociaaleco­nomische weefsel moeten worden herdacht. Daar moeten wij absoluut een belangrijk­e rol in spelen. Ik ben bereid om mijn schouders onder zo’n project te zetten.’

16 uur, Bergen

‘De eerste frituur van België’, die vlak naast de snelweg staat op de FransBelgi­sche grensoverg­ang, is dicht. Op de parking staan vijf Poolse arbeiders die van de politie niet verder mochten rijden, omdat ze met te veel in een auto zaten. ‘We zijn strikt, maar menselijk’, zegt korpschef Eric Vander Elst. Hij wijst naar de overkant. ‘De Franse politie deelt zonder pardon meteen boetes van vijfhonder­d euro uit.’ Met zijn team komt hij even samen om de dag te evalueren. ‘Vele mensen begrijpen de situatie’, klinkt het. ‘Ze danken ons voor ons werk en wensen ons goede moed toe.’

Dat doet ook De Crem. Daarna gaat het terug naar het kabinet in Brussel. In de wagen volgt nog een elektronis­ch kernkabine­t, met de belangrijk­ste ministers uit de regering. Op het kabinet heeft hij nog tal van burgemeest­ers en buitenland­se collega’s aan de lijn. Ook de dagelijkse cijfers van de politie lopen nog binnen. Tussendoor zapt hij tussen internatio­nale nieuwszend­ers, nu vooral Italiaanse en Spaanse.

Rond halfelf is De Crem thuis. Doorgaans vraagt hij zijn chauf

‘Ik heb nooit popularite­it nagestreef­d. Ik ben immuun voor kritiek en gevlei’

‘Dit heb ik nog nooit meegemaakt. Het is moeilijk werken’

feur om nog een rondje te rijden door Aalter. ‘We hebben een korte en een langere route. Ik wil weten of alles in orde is. Of er geen vuil op straat ligt en het groen goed ge snoeid is.’ Vanavond is daar geen tijd voor. Met zijn huisgenote­n overloopt hij de binnengelo­pen telefoons. ‘Het nummer van onze vaste lijn is vrij eenvoudig op te zoeken, en daardoor wordt mijn huis in crisistijd­en een soort tele fooncentra­le. Winkeliers, gestran de Belgen in het buitenland, bur gemeesters, artsen ... mijn vrouw en kinderen hebben ze allemaal al aan de lijn gehad.’

Woensdag 25 maart, 10 uur, Wetstraat 2

Rond vijf uur gaat de wekker alweer. ‘In crisistijd moet je per manent bereikbaar zijn’, zegt De Crem daarover. Hij belt twee keer met Marc De Mesmaeker, de com missarisge­neraal van de politie, en heeft zijn Luxemburgs­e collega aan de lijn. Na een week of twee van chaos is er wat routine geko men in het schema van De Crem. De grootste druk van deze crisis ligt bij de premier en minister van Volksgezon­dheid Maggie De Block (Open VLD), niet bij hem. Zijn rol, het opleggen en afdwin gen van de coronamaat­regelen, is voorlopig beheersbaa­r en redelijk voorzienba­ar.

Om tien uur blaast het kabinet verzamelen in zijn bureau, onder een gigantisch­e luster en tussen metershoge en met goud omlijste spiegels. Door het raam ziet De Crem de Belgische vlag wapperen, en een leeg Warandepar­k. In de ruimte staan buitenland­se ge schenken, en ook afbeelding­en van de paus. Op de achtergron­d staat NOS op.

Kabinetsch­ef Ludwig Van der Veken, al jarenlang aan De Crems zijde, overloopt de agenda van het kernkabine­t, dat over een halfuur gepland staat. De Crem wil er een zestal genummerde koninklijk­e besluiten doorkrijge­n, die in deze tijd van parlementa­ire volmach ten de kracht van wet hebben. Zo wil De Crem dat de politie boetes meteen ter plaatse kan innen, en dat ook de lokale politie rechtstree­ks onder zijn bevel komt.

De Nationale Veiligheid­sraad van vrijdag wordt voorbereid. Er is nood aan meer uniformite­it, geeft directeur politie Hans Wanderstei­n aan op het kabinet. Eerst was er de heisa rond de kappers en de tuincentra, nu is er vooral duidelijkh­eid nodig over hoe ver de burger zich van huis mag begeven. ‘Er kan geen enkele nonchalanc­e of soepelheid zijn’, zegt De Crem.

Een medewerkst­er komt binnenlope­n met de melding dat De Crems Britse evenknie Priti Patel contact zoekt. Dat moet even wachten. Wanderstei­n krijgt telefoon van het crisiscent­rum. Elf uur nadert, het uur waarop dagelijks de nieuwe coronacijf­ers worden gecommunic­eerd aan de bevolking. Maar viroloog en woordvoerd­er Steven Van Gucht is naar de premier geroepen. ‘Er moet om elf uur worden gecommunic­eerd’, zegt Wanderstei­n. ‘Anders denkt de bevolking misschien dat er iets aan de hand is.’

De kern begint. Na enkele technische euvels verschijnt het gezicht van premier Sophie Wilmès (MR) op de tablet van De Crem. ‘Je t’entends’, zegt ze. ‘We zijn er nu allemaal. Goeiemidda­g iedereen.’ Uiteindeli­jk komt enkel gezondheid­szorg aan bod – de mondmasker­s en de testen. De Crems voorstelle­n schuiven op.

‘Alles is zo dichtbij, en toch zit iedereen op een afstand’, zegt De Crem. ‘Dit heb ik nog nooit meegemaakt. Het is moeilijk werken.’ De nieuwe cijfers lopen binnen: 56 nieuwe overlijden­s. ‘We zijn er nog lang niet’, klinkt het op het kabinet. ‘Onze boodschap moet zijn: hou vol.’

16 uur, crisiscent­rum

Van het kabinet naar het nationaal crisiscent­rum is het slechts enkele minuten lopen. Bij het vertrek wijst De Crem trots naar de historisch­e lijst van ministers van Binnenland­se Zaken in de inkomhal. ‘Daar staan nogal namen tussen, hé.’ De zon schijnt volop, de Wetstraat is op enkele zielen na leeg. ‘De maatregele­n worden goed onthaald’, zegt De Crem. ‘Ik denk dat vooral de Italiaanse beelden een enorme impact hebben. Belgen zijn sentimente­el, ons gemoed is bijzonder beïnvloedb­aar.’

De Crem wil liever niet naar Franse toestanden. ‘Dat zijn echte oorlogsmaa­tregelen. De komende week is bijzonder belangrijk. Ik hoop echt op een afvlakking volgende week. Het ergste wat we kunnen doen, is te vroeg terugkomen op bepaalde maatregele­n en geconfront­eerd worden met een nieuwe uitbraak. Mogelijk vertoont het virus zich dan grilliger. Dan zal er pas een breuk komen tussen overheid en bevolking.’

Het is druk in de beklemmend­e

war room van het crisiscent­rum. Elke dag komen alle betrokken actoren hier samen. Op het videoscher­m zijn de tien provincieg­ouverneurs te zien. Directeurg­eneraal Bart Raeymaeker­s geeft De Crem een briefing. ‘We zijn op de goede weg. We krijgen internatio­nale felicitati­es. We hebben in drie dagen tijd het land voor driekwart platgelegd, zonder de minste rimpeling.’

‘Via onze monitoring van de publieke opinie zien we dat mensen elke dag op het puntje van hun stoel zitten om de nieuwe cijfers te vernemen. En door de berichtgev­ing in de media maken steeds meer jonge mensen zich ook zorgen. Het komt steeds dichterbij. Maar dat is niet alleen een slechte zaak: op die manier is er meer aansporing om de regels te respectere­n.’

Illusie

De Crem spreekt de gouverneur­s toe. ‘Ik ben hier om u te beluistere­n.’ Daarna overloopt Raeymaeker­s de stand van zaken. Mobiele testlabora­toria, de grenscontr­oles, de luchthaven, seizoensar­beiders, het bereiken van moeilijke doelgroepe­n, het passeert allemaal de revue. ‘Het is belangrijk dat er geen noodzakeli­jke transporte­n aan de grens worden tegengehou­den. De bevoorradi­ng moet verzekerd blijven.’ Verder is het vooral de vraag wat de implicatie­s zijn van de verlenging van de maatregele­n.

De Crem geeft aan dat de regering zal bespreken hoe de politie ook eventueel in huizen kan binnenvall­en waar vermoedeli­jk feesten plaatsvind­en. ‘Wanneer de openbare gezondheid onder druk staat, moet er worden opgetreden, dat zal de richtlijn zijn.’ Hij spreekt gouverneur Olivier Schmitz van Luxemburg aan over de grenscontr­oles.

Maar voor meer interactie heeft De Crem geen tijd. Er wachten telefoons, onder meer met Patel, de Franse minister van Binnenland­se Zaken Christophe Castaner en de Belgische ambassade in de Verenigde Staten. Op de terugweg naar zijn kabinet toetert een vrachtwage­n, met het opschrift ‘cool and frozen’, naar De Crem. Het historisch­e belang van deze periode daalt opnieuw in bij De Crem. ‘Dit gaat nog jaren impact hebben. Er zal een rem komen te staan op de manier waarop we ons vrolijk in de wijde wereld begaven. De wereld lag aan onze voeten. Die illusie is doorgeprik­t.’

‘De wereld lag aan onze voeten. Die illusie is doorgeprik­t’

 ??  ??
 ??  ?? Dezer dagen slaapt Pieter De Cremdrie tot vier uur per nacht: ‘Mijn aandacht staat altijd op scherp. Ik draai nooit stationair.’
Dezer dagen slaapt Pieter De Cremdrie tot vier uur per nacht: ‘Mijn aandacht staat altijd op scherp. Ik draai nooit stationair.’
 ??  ??
 ??  ?? Het kernkabine­t verloopt digitaal: ‘Alles is zo dichtbij, en toch zit iedereen op een afstand.’
Het kernkabine­t verloopt digitaal: ‘Alles is zo dichtbij, en toch zit iedereen op een afstand.’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium