Genoeg paadjes voor ‘coronawandelaars’
Rij niet naar de kust of de Ardennen om een luchtje te scheppen: het mag niet. In deze tijden van eenzame opsluiting biedt het paadje om de hoek een ontsnappingsroute. ‘Je moet ze alleen weten te vinden.’
DILBEEK I Blijf in uw kot. We moeten die dwingende boodschap maar horen of we krijgen al de drang om de blik naar buiten te richten. Het aantal wandelaars (en fietsers) steeg de afgelopen dagen zienderogen. Toerisme VlaamsBrabant telde op sommige plekken meer dan een verdubbeling. ‘Coronawandelaars’ werden ze gedoopt.
Parken werden overrompeld, parkeerplaatsen aan natuurgebieden gingen dicht om de toevloed te stoppen. Waar moet een mens nog heen? ‘Een uitgelezen kans om de minder platgetreden paden vlakbij te ontdekken’, zegt Steven Clays van de vzw Trage Wegen, die al jaren ijvert voor – jawel – de trage wegen. Denk: nietverhard, autoloos, vaak eeuwenoud, slingerend door velden of geprangd tussen woonkavels. ‘Ze liggen om de hoek, alleen weten veel mensen dat niet. Ze passen perfect in de overheidsrichtlijnen om je in een beperkte straal rond je woning te bewegen. Korte tochten zijn mogelijk en je kunt er probleemloos de sociale afstand bewaren.’
Het VlaamsBrabantse Dilbeek, dat tegen Brussel aanschurkt, noemt Clays een ‘schoolvoorbeeld’ van een plek waar de trage wegen gekoesterd worden. Met de grootstedelijke hoogbouw op de achtergrond kronkelen hier tal van fraaie weggetjes door het breugeliaanse landschap.
Na regen zonneschijn
Op een doordeweekse woensdagmiddag in Dilbeek kruisen we het pad van de ene na de andere coronawandelaar. ‘Het is weken somber en regenachtig geweest. Met dit mooie weer zijn we niet binnen te houden’, vertellen Willy Tielemans (73) en Julienne Eylenbosch (72) uit SintMartensBodegem. ‘Maar we vertrekken van thuis en we respecteren de anderhalve meter met voorbijgangers, zoals het hoort.’
Linde Van Cutsem (50) woont net als haar stapgezel Ann Longé in Dilbeek en snakt, nu ze thuis telewerkt, nog meer naar een portie buitenlucht. ‘Gelukkig liggen er in de gemeente tal van wegjes vlak bij de deur. Er is meer volk op wandel dan gewoonlijk. Ik ontmoette een schoolvriendin die ik in geen jaren meer gezien had.’
Danny Bailey (50) en Marineide Oliveira (58) wonen in het Brusselse Jette, maar zijn toch afgezakt naar Neerpede, net over de Dilbeekse grens in Anderlecht. ‘We zijn met de wagen gekomen. Strikt gezien is dat niet toegelaten, we weten het, maar we hebben onderweg naar hier boodschappen gedaan. In Brussel zitten de parken te vol, hier is het veel rustiger.’
Geldwolf
Met meer dan 40.000 km is Vlaanderen in verhouding beter bedeeld met trage wegen dan de buurlanden. ‘In Nederland en Frankrijk zijn er veel weggetjes verdwenen in grootschalige ruilverkavelingen’, legt Steven Clays uit. ‘Daar zijn wij grotendeels aan ontsnapt, gelukkig.’
En dan zwijgen we nog van die ettelijke kilometers die er onbruikbaar bij liggen. ‘Mag ik lokale besturen bij deze aansporen om de vele verwaarloosde of verdwenen trage wegen in ere te herstellen?’, vraagt Clays. ‘Sommige zijn ingepalmd door landbouwers of eigenaars van aanpalende grond. Vaak speelt er banale vriendjespolitiek. Die wegen openstellen vergt niet veel geld of moeite. Vaak volstaat het een paal of hek te verplaatsen.’
Treffend in dit verband is de strijd van de activist die het bestuur van Aarschot via gerechtelijke dwangsommen verplichtte de wegen opnieuw open te stellen. ‘De berichtgeving daarover vond ik tendentieus’, zegt Clays. ‘Die man werd afgeschilderd als een