Eendracht maakt macht, in hoge nood
DAVE SINARDET ziet weinig fundamentele vernieuwing in de politiek. Behalve dat de regeringen aan hetzelfde zeel trekken.
Hoe anders oogt uw en mijn wereld sinds onze vorige afspraak op deze pagina, een maand geleden. Een week volstond om onze levens onwezenlijk te transformeren. Op 10 maart discussieerden de politici nog of ze evenementen met meer dan 1.000 personen werkelijk moesten verbieden. Een week later kondigde de regering een lockdown light af. Nog enkele dagen later maanden politiedrones ons aan thuis te blijven. Stilaan lijken we figuranten in een aflevering van Black mirror.
Ook politiek leven we in een ander land, klinkt het in veel analyses. Toch is politiek alles minder anders dan het lijkt.
Hoezo, hoor ik u denken. België beschikt sinds de ruim gesteunde vertrouwensstemming voor Wilmès II over een minderheidsregering met volle bevoegdheden. Dat is toch een belangrijke evolutie na vijftien maanden in lopende zaken? En bovendien een fundamentele innovatie in onze politieke cultuur, die geen minderheidskabinetten kent?
Juist, met Wilmès II hebben we puur grondwettelijk een volwaardige regering, maar politiek engageerde ze zich in lopende zaken te blijven voor alles wat niet coronagerelateerd is. Pakweg een hervorming van de NMBS komt er niet meteen aan en de status quo geldt ook voor veel andere belangrijke beleidsdomeinen. Bovendien is deze minderheidsregering beperkt in de tijd. Niemand gaat ervan uit dat ze in deze vorm permanent wordt.
In zowat de helft van de andere EUlanden zien we minderheidsregeringen voor een volledige looptijd en al hun bevoegdheden, zonder dat ze er daar een probleem van maken. Bart De Wever stelde dat geen enkel ander land met een minderheidsregering tegen corona ten strijde trekt, maar geen enkele journalist confronteerde hem met de politieke realiteit in de landen rondom ons.
Procrastinerende politici
Zijn we bij het kantelpunt in de formatie aangekomen dat tot een volwaardige regering leidt? De sociaaleconomische druk wordt inderdaad groot na de coronacrisis, maar groot genoeg voor onze procrastinerende politici? Sommige partijen framen dat uit Wilmès II spontaan een Vivaldiregering zal ontspruiten. Dat is allesbehalve zeker. En daardoor is ook een volwaardige regering onzeker. Iets Vivaldiachtigs is de enige optie. Twee weken geleden bleek nog maar eens dat de NVA en de PS niet samen te pressen zijn in een regering.
Partijen willen graag in een regering zitten als ze daarmee redder van het vaderland kunnen spelen en geld mogen uitstrooien. Zelfs die drang volstond niet om de partijpolitieke opstelling van de voorbije maanden te laten bewegen.
Ook de jongste formatieepisode bracht weinig nieuws. Hoewel sommigen die met een bovenmatige hang naar dramatiek duidden als ‘het grootste politieke verraad aller tijden’.
Evenmin verrassend, zag je dat veel media het moeilijk hadden het perspectief van de dominante partijen aan hun kant van de taalgrens te overstijgen. Wie een genuanceerd beeld wilde krijgen over deze episode in de formatiesoap, moest zowel de Vlaamse als Franstalige media volgen.
Piet Snotparlement
En die verregaande bijzondere machten voor Wilmès II dan? En de tien partijvoorzitters die het regeringsbeleid mee uittekenen via een wekelijks overleg met de vicepremiers? Ja, afgelopen week deed verontwaardiging over deze schijnbare holdup van de particratie veel inkt vloeien. De democratie zou buitenspel staan. Behalve de methode is ook hier ten gronde weinig nieuws onder de lentezon.
De gewone gang van zaken in onze regeringen is sowieso dat de partijvoorzitters het regeerakkoord onderhandelen en dat vooral de kern dat opvolgt en bijstuurt. Daarin heeft elke partij een vicepremier die in nauw contact staat met de voorzitter en de rest van de partijtop. Kortom, ook dan zit het parlement er doorgaans bij voor Piet Snot.
Met een licht gevoel voor cynisme kun je stellen dat de politici met de volmachten de schijn van een parlementaire procedure niet langer moeten ophouden. In de praktijk kwam het er al op neer dat de Kamer zichzelf onmondig maakte, maar dat nam tijd in beslag die we nu niet hebben. In normale tijden mogen Vlaams Parlementsleden van de meerderheid zelfs geen initiatief nemen zonder voorafgaand overleg tussen de partijen. De combinatie van volmachten en een ‘voorzitterskern’ neemt de hypocriete sluier weg over de particratie die ons land al was.
Ik ben al jaren een strenge criticus van te ver doorgedreven macht van de partijen. De huidige situatie wil ik niet minimaliseren, maar er is geen reden om daarover meer verbolgen te zijn dan anders. Integendeel, de particratie is in al haar
Met Wilmès II hebben we puur grondwettelijk een volwaardige regering. Politiek blijft ze in lopende zaken voor nietcoronagerelateerde aangelegenheden.
glorie duidelijk. En terwijl ze anders vaak stilstand baart, staat ze in deze crisistijden snelle en krachtdadige actie toe.
Political distancing
Toonaangevende internationale observatoren loven ’s lands beleid zelfs als een voorbeeld. Van de Nederlandse topviroloog Ab Osterhaus tot de Financial Times, dat schreef dat de Belgische regering ‘aantoonde dat een diep verdeeld land in staat is een helder, beslist antwoord te formuleren op een nationale crisis’.
Dat is een echte nieuwe evolutie. Het verrassendst is wellicht dat politici plots zonder bezwaar een Belgische nationale logica hanteren. In andere federale landen verschillen de maatregelen soms per regio. Bij ons waren zelfs de meest fervente regionalisten meteen overtuigd van de nood aan een uniforme nationale aanpak. Bij een meningsverschil tussen Vlaamse en Franstalige politici over de sluiting van de scholen grepen ze niet terug naar de typische Belgische oplossing:
we splitsen de beslissing op en iedere deelstaat doet gewoon zijn ding. In Duitsland kregen de Länder wel die keuze.
En toch is ook die dynamiek weer niet geheel nieuw. Op meer geregionaliseerde terreinen, van de invoering van rekeningrijden tot een coherente energiepolitiek, stellen we al langer vast dat drie of meer regelgevingen niet efficiënt en werkbaar zijn, hoewel ze logisch volgen uit de opgesplitste bevoegdheden. De regeringen en partijen gaan uiteindelijk samenzitten om alsnog een uniforme regeling uit te werken, zoals over de coronamaatregelen.
Alleen in zo’n geval van hoogste nood slagen de regeringen erin de opgelegde political distancing te overbruggen.
Met een licht gevoel voor cynisme kun je stellen dat de politici de schijn van een parlementaire procedure niet langer moeten ophouden
DAVE SINARDET is professor politieke wetenschappen (VUB). In ‘Voorbij de grens’ buigt hij zich maandelijks over de staat van de naties.