De ruk aan het tafelkleed
Wat we nu meemaken, kun je niet zomaar met een voorgaande crisis vergelijken. Toch voelde ik deze week echo’s van de dotcomcrisis van 2000. Die maakte ik mee in het epicentrum, in Silicon Valley. Precies twintig jaar geleden, in april 2000, schreef ik voor deze krant een column over het rare gevoel dat daar toen heerste. Ik vergeleek Silicon Valley met Mike, de kip zonder kop. Haar eigenaar onthoofde haar, maar ze scharrelde nog anderhalf jaar vrolijk rond. In Colorado werd ze een plaatse lijke beroemdheid. Net zoals in 2000 de techelite zich nog maanden wijsmaakte dat we gewoon een dipje op de beurs doormaakten. Langzaam drong de realiteit door. Die duizenden opstartende bedrijven waren geen miljarden dollars waard. De dotcomboom was één grote speculatieve zeepbel.
In maart 2020, net als in maart 2000, wordt het tafelkleed weggetrokken. En straks zien we welke stukken servies nog heel zijn. Ook deze keer zijn het de technologiebedrijven die de dolle beurscijfers veroorzaakten. Als je Facebook, Apple, Amazon, Google en Microsoft buiten beschouwing laat, was er de jongste jaren amper groei. Diezelfde bedrijven zijn voor een flink stuk verantwoordelijk voor de terugval van de beursindexen. En, net als in 2000, blijkt dat de hoge beurskoersen gebaseerd waren op optimistische verwachtingen en riskante vooronderstellingen. Bijvoorbeeld de verkoop van smartphones werd aangedreven door hyperefficiënte, maar ook erg fragiele wereldwijde bevoorradingslijnen. Die zijn in het honderd gelopen, waardoor Apple dit najaar misschien geen nieuwe iPhone kan aankondigen, voor het eerst in tien jaar. Tim Cook zal daar geen boterham minder om eten. Ook de andere bigtechbedrijven overleven deze crisis heus wel. Ze hebben gigantische cashreserves. Nog beter, hun monopolieposities zijn plotseling weer wat veiliger, nu geen enkele politicus het bevechten ervan nog als een prioriteit ziet. Ze hebben andere katten te geselen.
Facebook gaat zeker bloeden. Het beleeft enorme pieken in gebruik, maar daar staan weinig inkomsten tegenover. De interneteconomie draait op advertenties, en de adverteerders hebben afgehaakt. Dat is een tijdelijk probleem. Ooit komen die adverteerders terug. Maar opgelet, haast onopgemerkt heeft Apple deze week een ui terst ingrijpende verandering doorgeduwd. Third party cookies zijn voort aan totaal gebannen uit de Safaribrowser. Dat wil zeggen dat je een gro te groep internetgebruikers, de eigenaars van een Mac of een iPhone, niet meer kan volgen van website naar website. Gepersonaliseerde advertenties tonen wordt veel moeilijker … behalve op Facebook, dat alle informatie over onze interesses al heeft en dat cookies het minste nodig heeft. Google heeft al aangekondigd dat de third
party cookies op termijn ook uit Chrome verdwijnen. Tja, ook Google weet toch al genoeg over ons.
Dat voordeel hebben heel wat andere websites en online diensten niet. Voor velen komt de weggevallen reclame nooit meer helemaal terug. De Amerikaanse website Buzzfeed voorspelt dat de coronacrisis voor veel mediabedrijven de doodsteek betekent. Het wordt een media extinction event.
De race om reclameinkomsten te vervangen door meer duurzame maandelijkse abonnementen, wordt alleen maar heviger. Probleem: zodra we de quarantainemaatregelen wereldwijd wat terugschroeven en de economische gevolgen duidelijker worden, zullen de meeste consumenten eerder in de stemming zijn om abonnementen op te zeggen dan om nieuwe erbij te nemen. Dat is onfortuinlijk voor initiatieven als de ‘Vlaamse Netflix’ van DPG Media en Telenet. De lancering daarvan wacht nog op goedkeuring door de Mededingingsautoriteit. Was hij in februari al gelanceerd, dan was hij nu een megahit. Een start in volle recessie wordt iets totaal anders. En er belandt de komende maanden allicht nog meer servies in duigen op de grond.
De race om reclameinkomsten te vervangen door meer duurzame maandelijkse abonnementen, wordt alleen maar heviger