Ziekenhuizen staan voor week van de waarheid
Zijn er genoeg bedden intensieve zorg voor covid19patiënten? Die vraag houdt iedereen bezig. De prognoses zijn goed. ‘Maar het wordt spannend.’
In de Belgische ziekenhuizen liggen tot nu toe 4.138 covid19patiënten, 867 liggen op intensieve zorg, 656 worden beademd. 431 mensen zijn overleden. De piek van de epidemie is nog niet bereikt. Het aantal patiënten dat in het ziekenhuis wordt opgenomen, neemt nog elke dag toe. Zaterdag waren het er 629.
Door de strenge maatregelen van de overheid neemt de kracht van de epidemie wel stilaan af. Dat is goed nieuws voor de ziekenhuizen, vooral voor de afdelingen intensieve zorg, die voor de week van de waarheid staan. Zullen er genoeg bedden intensieve zorg zijn of dreigen onze ziekenhuizen zoals in Italië en Spanje in de problemen te komen?
De prognoses zijn goed. ‘Bij een piek van de epidemie begin april, wat volgens verschillende modellen realistisch is, zullen we net voldoende capaciteit hebben’, zegt Geert Meyfroidt, artsintensivist aan het UZ Leuven en voorzitter van de Belgische vereniging van intensieve geneeskunde. ‘Voor heel het land zijn er rond de 2.000 bedden intensieve zorg voor covid19patiënten. Op de piek zullen maximaal 1.500 patiënten op intensieve beademd moeten worden. Reken daarbij een derde patiënten dat geen beademing nodig heeft, maar wel op intensieve zorg moet liggen, en dan weet je dat we het allicht net zullen redden.’
Limburg
Ook Erika Vlieghe, professor infectieziekten aan het UZ Antwerpen, is hoopvol dat de ziekenhuizen de piek van de epidemie goed doorstaan. ‘De groei van de epidemie sputtert, elke dag komen er minder patiënten op intensieve zorg bij’, zegt Vlieghe, die met Meyfroidt en de FOD Volksgezondheid de ziekenhuiscapaciteit dag aan dag monitort.
‘Het is onze indruk dat we de stresstest goed zullen doorkomen. Maar het wordt spannend. Intensieve zorg zal heel erg druk bezet zijn. Dat voelen veel ziekenhuizen nu al. Met name in Limburg hebben sommige ziekenhuizen het al zwaar. Ziekenhuizen in VlaamsBrabant en Antwerpen nemen nu al patiënten uit Limburg op.’
Wat als epidemie alsnog aan kracht wint en de intensieve zorg wordt overspoeld? Volgens Vlieghe zit er nog wel wat rek op het aantal bedden dat kan worden bijgezet. ‘Daarop een cijfer plakken is moeilijk. Het zou ook niet goed zijn om ons daarop te fixeren. Ziekenhuizen blijven zich constant reorganiseren’, zegt ze.
Meyfroidt waarschuwt dat we niet oneindig bedden kunnen bijcreëren. ‘Je moet ook nog genoeg mensen hebben die opgeleid zijn om op intensieve zorg te staan. Niet iedereen kan zo snel worden bijgeschoold. We hebben ook nog geen zicht op hoeveel zorgpersoneel zelf zal uitvallen’, zegt hij.
Er zijn noodplannen die onder meer voorzien in afdelingen ‘intensieve care light’ of ‘medium care’. ‘Er zijn patiënten die te goed zijn om nog langer op intensieve zorg te blijven liggen, maar te slecht om al op een gewone ziekenhuiskamer te liggen’, zegt Meyfroidt. ‘Voor die patiënten kunnen ziekenhuizen tussenafdelingen maken, zodat een optimale doorstroming verzekerd blijft.’
Vlieghe: ‘Voor die afdelingen kan personeel worden opgeleid om patiënten op een eenvoudige en veilige manier te beademen.’
Deze week zal echt duidelijk worden of die noodplannen nodig zullen zijn. Meyfroidt denkt van niet. ‘Gegevens van de gsmoperatoren tonen aan dat de Belg de maatregelen goed opvolgt. Het kan bijna niet anders dan dat de curve deze week afbuigt. Ik kan echt niet geloven dat we in de problemen zullen geraken, maar gerust zijn we nooit. Daarvoor blijven de voorspellende modellen te onzeker. Maar als wij het al niet aankunnen, met de meeste bedden intensieve zorg op Duitsland na, dan wordt het in Nederland en het VK pas echt een drama.’
’Ik kan echt niet geloven dat we in de problemen zullen geraken, maar gerust zijn we nooit’
GEERT MEYFROIDT Artsintensivist UZ Leuven
‘Ik ben moe, uitgeput. Ik heb net mijn zesde dag op rij achter de rug’, vertelt Sonia Peña vanuit Barcelona. Ze is spoedverpleegster in Hospital Clínic, een van de grootste ziekenhuizen van de regio. Op haar dienst worden de patiënten ingecheckt, gecontroleerd en getrieerd. Van daaruit gaan ze naar gespecialiseerde afdelingen. Veel bedden in het ziekenhuis zijn vrijgemaakt voor covid19patiënten.
Peña staat in de eerste lijn. ‘De meeste patiënten die binnenkomen, zijn zeer rustig. De hoge koorts en de strijd om te kunnen ademen, hebben hen uitgeput. Ze arriveren hier moederziel alleen. Enkele dagen geleden kwam een man van 65 binnen die al tien dagen thuis ziek was. Toen hij hoorde dat hij covid19 had, vroeg hij me of ik er morgen weer zou zijn. Ik was de enige persoon met wie hij kon praten. Al die ouderen die nu binnenkomen, dat hakt er bij mij in. Ik besef dat ze waarschijnlijk binnenkort gaan sterven … en hier liggen ze dan, eenzaam, zonder familie.’
Uitpuilende wachtkamer
De verpleegster kan niet veel tijd met een patiënt doorbrengen, want in de te krappe wachtzaal wachten anderen op hun intake.
Tot nu toe kan het ziekenhuis alle binnenkomende zieken nog verder helpen, maar veel rek is er niet meer. Peña herhaalt de film van de dag: ‘Zestien patiënten heb ik vandaag tijdens mijn dienst behandeld.’ In haar afdeling werken drie ploegen simultaan, ze bestaan uit telkens twee verpleegsters en een arts. Op de verdieping daarboven, die nu ook door de spoed is ingepalmd, idem.
Bij Peña zijn de boxen waar de patiënten hun eerste checkup krijgen, de hele tijd bezet. Maar de wachtkamers puilen uit. ‘Vorige nacht heeft een vrouw twaalf uur moeten wachten voor ze kon worden ingecheckt’, zegt ze.
Dit is nog maar het begin,
‘Als we helden worden genoemd, is dat omdat we in omstandigheden werken die niet ideaal zijn voor de patiënt en niet voor ons’
‘Ik besef dat ze waarschijnlijk binnenkort gaan sterven … en hier liggen ze dan, eenzaam, zonder familie’
SONIA PEÑA Spoedverpleegster Hospital Clínic, Barcelona
wordt gevreesd. Specialisten vermoeden dat de piek van de curve in Catalonië nog niet is bereikt. De Barcelonese overheid heeft vier noodziekenhuizen ingericht, in de buurt van de grote ziekenhuizen. Ze anticiperen op de mogelijke ‘colapso’ in de komende weken.
Gistermiddag waren er in Catalonië 15.026 besmettingen, grofweg twee derde van in Madrid, maar het tempo waarin het virus zich in Catalonië verspreidt, doet vermoeden dat de ziekenhuizen weldra overweldigd zullen worden.
Papieren schort
Peña denkt liever niet aan wat haar te wachten staat, het is nu al moeilijk werken. ‘Ik loop zeven uur per dag in beschermende kledij. Ik moet een speciale bril dragen, mondmaskers en handschoenen. Elk object dat ik vastpak, moet worden ontsmet.’
Het ziekenhuispersoneel is onvoldoende gewapend voor de strijd tegen het virus. Er zijn veel te weinig FFP2maskers. Die bieden bescherming tegen besmetting door een hoestende patiënt en zouden normaal na elk gebruik moeten worden weggegooid.
‘Ik loop de hele dag met hetzelfde masker op en ik combineer dat met een gewoon chirurgisch masker. Eigenlijk zou ik een speciaal beschermend pak moeten dragen, maar daar is een tekort aan. Ik draag mijn gewone katoenen uniform met daarover een papieren wegwerpjas. Normaal zou ik die papieren jas na elk bezoek aan een patiënt moeten wegwerpen, maar dat doen we niet omdat er te weinig papieren jassen zijn. Sommige dokters hebben een plastic zak onder hun papieren jas gestoken, die ze na elk bezoek met een ontsmettende zeep schoonmaken. Mijn handen zijn kapot omdat ik ze zo vaak was en ik mag geen hydraterende crème gebruiken want – zo wordt gezegd – die zou het virus kunnen binnenbrengen. Het gevaar op besmetting loert bij elk contact met een patiënt.’
Eind vorige week deelde de nationale regering mee dat 25 procent van het ziekenhuispersoneel positief heeft getest op het coronavirus. ‘Elke keer als je naar het dienstrooster kijkt, zie je dat er een of twee collega’s zijn uitgevallen’, zegt Peña. Ze is er niet gerust op. Haar zoontje thuis is een astmapatiënt en ze is bang dat het coronavirus uit het ziekenhuis aan de keukentafel komt. ‘Soms vrees ik dat ik op een dag thuiskom en mijn zoon niet meer aantref.’
Donderdag heeft ze een coronatest ondergaan waarvan het eerste resultaat negatief is. Het ziekenhuis heeft al meegedeeld dat ze naar een hotel vlak bij het ziekenhuis moet gaan om in quarantaine uit te zieken, mocht de test positief zijn. ‘Maar ik wil blijven werken. Onze job is nu moeilijk en kost ons veel energie, maar de sfeer bij de collega’s is zeer goed. We helpen elkaar in de moeilijke momenten.’
‘Als we helden worden genoemd, is dat omdat we in omstandigheden werken die niet ideaal zijn voor de patiënt en niet voor ons. Het frustreert ons dat we de patiënten niet de zorg kunnen geven die ze nodig hebben.