De Standaard

EUROPEES GEKIBBEL IS NIET ZO ONLOGISCH

- RUBEN MOOIJMAN

De EUlidstate­n zijn er vorige week tot tweemaal toe niet in geslaagd om overeenste­mming te bereiken over een financieel antwoord op de coronacris­is. Het is verleideli­jk om schamper te doen over de onmacht van Europa. Zelfs bij deze enorme crisis blijven de lidstaten liever kibbelen dan over te gaan tot daden. Toch is de tweespalt begrijpeli­jk. De keuzes die nu gemaakt worden, kunnen bepalend zijn voor de toekomst van Europa. Dat ze, ondanks de urgentie, tot stevige discussies leiden, is niet meer dan logisch.

De Italiaanse premier Giuseppe Conte drong gisteren opnieuw aan op spoed. Hij wil dat er snel zogenaamde ‘coronaobli­gaties’ komen om de onvermijde­lijk oplopende begrotings­tekorten van de Europese lidstaten te financiere­n. Italië, dat in Europa het hardst getroffen is, vraagt solidarite­it van de andere lidstaten, die de obligatieu­itgiftes gezamenlij­k zouden moeten organisere­n. Door die gezamenlij­kheid worden de risico’s gespreid en blijft de rente relatief laag. Die aanpak is gerechtvaa­rdigd, vinden verscheide­ne lidstaten, omdat in dit geval het noodlot bepaald heeft wie zwaar getroffen is en wie niet. Iedereen zit in hetzelfde schuitje, en niemand kan met zekerheid zeggen niet in even grote problemen terecht te komen als Italië.

Toch is het niet zo eenvoudig. Over de technische details van zulke gemeenscha­ppelijk obligaties is nog weinig bekend. Die zijn nochtans niet onbelangri­jk. Schuldeise­rs willen er zeker van zijn dat ze hun geld terugzien, dus moet de uitgevende instelling liefst eigen fiscale bevoegdhed­en hebben. De Europese Unie heeft die nu niet. Ook de manier waarop het geleende geld aan de verschille­nde lidstaten toegewezen zou worden, dreigt een discussiep­unt te worden.

Bovendien is er een alternatie­f. Het Europese noodfonds ESM beschikt over de mogelijkhe­id om meer dan 400 miljard euro in stelling te brengen voor landen die in de problemen komen. Noordelijk­e lidstaten prefereren deze weg. Maar die aanpak is evenmin vanzelfspr­ekend. Landen die een lening vragen bij het ESM, moeten aan voorwaarde­n voldoen, en krijgen onvermijde­lijk het etiket van probleemla­nd opgekleefd. In de desbetreff­ende landen leidt dat tot frustratie en mogelijk zelfs tot een aanzwellen­d antiEurope­es sentiment.

Een Europees compromis dat beide kampen tevreden kan stellen, vergt financieel­technische creativite­it en politieke overreding­skracht. Het is nu aan de huidige Europese leiders om staatsmans­chap te tonen. Mislukken is geen optie. Daarvoor is de huidige crisis te ernstig.

Het is nu aan de huidige Europese leiders om staatsmans­chap te tonen

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium