‘Het is alsof je traint met een enkelband’
In België mogen profrenners nog buiten kilometers malen, in tegenstelling tot collega’s in Italië, Spanje en Frankrijk. Concurrentievervalsing?
Telkens als Oliver Naesen een trainingstocht op Strava zet, krijgt hij giftige opmerkingen uit het buitenland. Van gefrustreerde Fransen bijvoorbeeld, die vanwege het coronavirus niet buiten mogen trainen. ‘Ik kan hen begrijpen’, zegt Paul Van Den Bosch, topsportcoach bij Energy Lab. ‘Het is zo goed als onmogelijk om op de rollen hetzelfde volume te trainen als op de weg. Als je een duurtraining van vier uur doet, is dat relatief makkelijk als je buiten op de weg rijdt. Op de rollen is dat een gigantische opgave. Buiten heb je afwisseling, zit je in een veranderende omgeving en geniet je van de natuur. Op de rollen valt dat weg: je rijdt de hele tijd in dezelfde omgeving en dat is mentaal belastend.’
‘Op de rollen heb je ook minder afkoeling. Zelfs met een ventilator creëer je niet hetzelfde effect. Tijdens een training binnen verlies je dus meer vocht. Na een training moet je anderhalf keer je vochtverlies goedmaken. De renner moet zich wegen voor en na de training. Als je twee liter hebt verloren, moet je er drie bijvullen.’
‘Nog een nadeel: op de rollen heb je geen dode momenten. Op de weg hou je al eens de benen stil in een afdaling of voor bochten. Dat heb je binnen niet: je bent continu bezig, de intensiteit is hoger dan op de weg. Daarom vind ik als coach de rollen aangewezen voor intensievere trainingen, maar niet voor lange duurtrainingen. Ik raad renners ook aan om de rollentraining op te splitsen in twee sessies. Liever eerst anderhalf uur en later op de dag nog eens twee uur dan vier uur in één keer.’
Ideaal na blessure
Al zijn er ook voordelen. ‘Op de rollen kan je meer structuur steken’, zegt Van Den Bosch. ‘Je kan trainen met het juiste wattage. Alle data worden geregistreerd: hartslag, wattage, hellingsgraad … Om blokken te trainen, is rollentraining zelfs beter, want je moet geen rekening houden met externe factoren, zoals verkeer op de weg. Een aantal renners doet die krachttraining liever op de rollen. De efficiëntie en nauwkeurigheid ligt hoger.’
‘In theorie is het perfect mogelijk om je uitsluitend op de rollen voor te bereiden. Mathew Hayman won zo ParijsRoubaix, nadat hij lang out was geweest door een blessure. Idem voor Jürgen Roelandts. Die had na een zware val evenwichtsstoornissen en mocht niet buiten trainen. Hij hervatte in mei en won een week later al een rit in de Ronde van Luxemburg.’
Renners in Frankrijk, Spanje, Monaco en Italië mogen enkel binnen fietsen. ‘Ik begrijp dat sommigen het daar moeilijk mee hebben en dit niet fair vinden’, zegt Van Den Bosch. ‘Je kan het zien als renners die moeten trainen met een enkelband. Je mag spreken over een wielrennen met twee snelheden en ditmaal heeft het niets met doping te maken. Renners in landen met minder strenge maatregelen, zoals in België, hebben een competitief voordeel. Dat is mentaal nog extra zwaar omdat het niet voor iedereen gelijk is.’
Opofferingen
Van Den Bosch heeft bijna dagelijks contact met zijn renners. ‘Vergis je niet: renners zijn mentaal harde kerels, hoor. Ze zijn het gewoon om opofferingen te maken en ze weten dat ze geen keuze hebben. Als ze er willen staan als er weer wedstrijden worden georganiseerd, moeten ze gewoon blijven trainen. Op welke manier ook.’
‘Gelukkig zijn er ook platformen zoals Zwift, waarop je tegen anderen wedstrijden kan rijden op een parcours. Dan vliegt de tijd voorbij. Al mag je dat niet iedere dag doen.’
‘Je mag spreken over een wielrennen met twee snelheden en ditmaal heeft het niets met doping te maken’
PAUL VAN DEN BOSCH Topsportcoach