Rusthuizen hebben het zwaar
Quarantaine op de oude dag
De zon is een belediging. In het woonzorghuis Molenkouter verblijven 110 bewoners al twee weken in quarantaine op hun kamer. Vanop de parking zie je door de ramen een zorgkundige met mondmasker haar ronde doen. De sereniteit waarmee de dreiging zichzelf ondertussen een plaats geeft, doet twijfelen aan de kracht ervan. In de zon lijkt ze zelfs op te lossen.
De balans in Molenkouter is nochtans zwaar. Het virus drong binnen in het hoofdgebouw, dat 76 bedden telt. Drie bewoners bezweken, vier medewerkers en zestien bewoners raakten besmet. Een vierde van deze afdeling is dus getroffen. Covid19patiënten worden gegroepeerd in wat voorheen cafetaria en dorpsrestaurant was. De militaristische afzondering in het sociale hart van het woonzorghuis is confronterend.
‘We houden van elke bewoner drie parameters in de gaten’, vertelt Christoph Van De Wiele, schepen van Zorg in Wichelen en tijdelijk ook lid van de crisiscel in het woonzorghuis. ‘Temperatuur, polsslag en saturatie. Komt iemand in de gevarenzone, dan testen we op het nieuwe coronavirus.’ Om dat voor elkaar te krijgen, moeten ze vanuit de crisiscel hun gewicht in de schaal leggen, zegt hij. Want ja, ze horen de berichten ook wel. Wie in de praktijk voorrang zou moeten krijgen. En dat er beperkte testcapaciteit is. Maar zoals de hele samenleving haar best doet om de piek uit te stellen, doet Molenkouter zijn best om het bijbehorende dieptepunt uit te stellen. ‘Als je niet kunt testen, moet je iedereen met symptomen op de covidunit opnemen’, zegt Van De Wiele. ‘Ook bewoners die misschien niet besmet zijn.’ De tests konden zo al drie senioren vrijwaren van de cafetaria.
Connecties in China
Aan de hoofdingang komt een grijze Mercedes aangereden. Een man stapt uit en overhandigt een kartonnen Hello Freshdoos aan een medewerkster. ‘Hier, 250 FFP2maskers, recht uit China.’ Geschonken door de Lionsclub van Wetteren. ‘We hebben ons logo al op vijftig stuks gekleefd, doen jullie de rest?’ De man wil zijn identiteit niet prijsgeven en als we vragen hoe hij aan de maskers komt, zegt hij dat hij contacten heeft in China. ‘We hebben er 1.000 gekocht’, zegt hij, ‘en we blijven ons best doen.’
De moeder van Marleen Schelfhout (65) verblijft sinds een jaar in Molenkouter. ‘Vrijdag 13 maart was ik bij haar toen de maatregelen werden verstrengd’, vertelt ze. Loslaten was de voorbije weken voor beiden een moeilijke oefening. ‘Zij vraagt me na elk telefoongesprek wanneer we elkaar terug zien. Zelf vind ik het lastig om er niet voor haar te kunnen zijn. Normaal gezien ga ik vier keer per week langs en breng ik de puddinkjes die ze graag eet of het plat water van de Aldi dat ze het liefste drinkt.’ Marleen Schelfhout was een leven lang werkzaam in de zorgsector. In de zorg zit de liefde, dus niet kunnen zorgen is een essentieel stuk taal dat tussen hen wordt weggeslagen. En dat op een moeilijk moment.
Toch is de dochter gerust. ‘Ze is in zeer goede handen, dat merk ik aan alles. Medewerkers helpen je om contact te maken via Facetime. Er zijn extra dessertjes en een frisdrank. We worden drie keer per week opgebeld met een update over de gezondheid van mama. Mocht er in tussentijd iets veranderen dan bellen ze meteen. Ik vertrouw hen.’
Of ze nagedacht heeft over ‘wat als’? ‘Ja’, zegt Marleen Schelfhout. ‘Ik weet dat mama zelf niet bang is voor de dood. Als iemand aan hun tafel overlijdt, kunnen ze dat plaatsen. “We zullen wat vroeger naar onze kamer gaan, zodat ze het lichaam naar beneden kunnen brengen”, zeggen ze dan. Maar voor mezelf … Zal ik een schuldgevoel hebben omdat ik haar naar het woonzorghuis bracht? Ik vertel het jou in vraagvorm omdat die gedachte zeer heftig is.’ En ze zwijgt even. ‘Mijn man zegt dat ik mezelf in dat geval niets kan verwijten. Maar zal ik het zo voelen? Zal ik het mezelf vergeven?’
Afscheid via container
Bellen, bellen, bellen. Naar meer dan honderd families. Elke dag. Iedereen helpt, ook Christoph Van De Wiele. ‘We hebben veel geleerd uit de treinramp in Wetteren in 2013’, zegt hij. Toen ontspoorde een goederenwagon met giftige stoffen. In de dagen nadien verspreidde het gif zich via het riool, gezinnen werden geëvacueerd en één persoon overleed. Wichelen was het crisiscentrum. ‘Je moet open, direct en eerlijk communiceren’, zegt Van De Wiele. ‘Ook als het slecht nieuws is.’
Op dit moment doen ze er alles aan om slecht nieuws menselijker te maken. ‘We hebben containers besteld’, zegt burgemeester Kenneth Taylor. ‘Als iemands toestand kritiek is, moet de familie afscheid kunnen nemen. We doen er alles aan om dat op een veilige manier mogelijk te maken.’
In centrum Wichelen komt Maria Vermeiren (76) net uit de apotheek. Ze vertelt over haar vriendin Rosette De Vuyst (72), een van de drie bezweken bewoners van Molenkouter. ‘Haar man heeft haar urne mee naar huis’, zegt ze. ‘Ze wordt begraven op een moment dat iedereen erbij mag zijn.’ Ze zal erbij zijn, zegt ze. En tot die dag lijkt Rosette voor haar nog niet echt dood.
‘We hebben veel geleerd uit de treinramp in Wetteren in 2013. Je moet open, direct en eerlijk communiceren, ook als het slecht nieuws is’
CHRISTOPH VAN DE WIELE Schepen van Zorg in Wichelen