‘We mogen trots zijn op ons seizoen’
Voor kapitein Ruud Vormer is zijn derde landstitel als speler van Club de meest bijzondere. ‘We hadden het graag anders gehad, maar onze titel is zeker verdiend.’
BRUSSEL I Hennie Huisman. Zo noemt Roos America haar man Ruud Vormer (31). Terwijl zij haar werk doet als dokter op de spoedafdeling van het Maria Middelaresziekenhuis in Gent, houdt hij het huishouden draaiende in Knokke. En dat zal ook de komende weken en maanden nog zo zijn, want de Pro League vindt het wijs een punt te zetten achter de lopende competitie. Ruud Vormer juicht de beslissing toe.
‘Het is knap van de Pro League dat die beslissing is genomen, want van Roos hoor ik verschrikkelijke verhalen uit het ziekenhuis. Gisteren vertelde ze dat er alweer een man met een wit laken uit de afdeling was weggedragen. Het is allemaal heel zwaar voor de patiënten, de families en het personeel. Dit is een verschrikkelijk virus. Daarom kan ik me perfect vinden in de beslissing ermee te stoppen en de Europese tickets te verloten.’
Club Brugge is pas officieel kampioen op 13 april als de algemene vergadering van de Pro League haar zegen geeft over de beslissing. Maar bij alle clubs klinkt het dat dat maar een formaliteit is. En dus mag Vormer zijn derde titel als speler van Club Brugge vieren. Al is vieren misschien een verkeerd woord op dit moment.
‘We hebben een app met de spelers waarop we elkaar proficiat hebben gewenst. Iedereen is blij. Natuurlijk hadden we liever de titel gewonnen op het veld, maar je weet dat dat in de huidige omstandigheden niet meer mogelijk was. We hadden dan begin mei moeten hervatten. Als we de wedstrijden hadden uitgesteld tot in juli, was het lastig geweest voor volgend seizoen.’
Nog geen champagne
‘Dit is natuurlijk niet de titel die we gedroomd hadden, maar anderzijds was het wel een bijzonder seizoen. We hebben 29 wedstrijden gespeeld en één verloren. Er waren enkele mindere matchen bij, maar we hebben wel altijd punten gepakt. Op één wedstrijd voor de playoffs stonden we vijftien punten voor. Dan denk ik niet dat we het nog uit handen hadden gegeven.’
‘We hebben deze titel verdiend en we mogen trots zijn op ons seizoen. Dit was een echte kampioenenploeg. Mijn man van het seizoen was Simon Mignolet. Die was heel belangrijk. En verder Deli, Vanaken – zoals altijd –, Mata, Diatta … Iedereen heeft zijn bijdrage geleverd. Als alles weer goed gaat, gaan we met z’n allen vieren. Dat hebben we met de spelers ook al afgesproken.’
De komende dagen en weken wordt nog geen champagne gedronken. De riem mag nog niet af, want er staat misschien nog een bekerfinale op het programma. ‘Vincent Mannaert heeft me net gebeld. We gaan door, zei hij. Iedereen moet zijn individuele trainingsprogramma volgen, we moeten klaar zijn voor de bekerfinale. Voorlopig lukt het wel om in vorm te blijven. Onze dagelijkse oefeningen worden strikt opgevolgd door de club.’
Elke dag ziet er min of meer hetzelfde uit ten huize Vormer. ‘Om 8 uur ontbijt ik met de kinderen. Roos is dan al naar het ziekenhuis vertrokken. Als de oppas er is, ga ik lopen op het strand, altijd zo’n tien kilometer. Nadien ga ik fietsen of doe ik andere oefeningen. ’s Middags lunch ik met de kinderen en hou ik ze bezig tot Roos thuis is van het ziekenhuis. ’s Avonds maak ik het eten klaar.’
Lopen op het strand
Het bestaan als huismanprofvoetballer is niet eenvoudig, zegt Vormer. ‘Natuurlijk zijn er moeilijke momenten bij. Dit is zeker geen vakantie. Maar ik klaag niet. Ik heb voor kinderen gekozen en ben blij dat ik ze bij me heb. Maar ik zal wel blij zijn als we eens met z’n allen op vakantie kunnen en nog eens samen van een waterglijbaan af kunnen roetsjen.’
‘De eenzaamheid verdrijf ik door te facetimen, met Davy De fauw bijvoorbeeld. Het lopen doe ik meestal alleen. Eén keer ben ik met Thibault Vlietinck weggeweest. Voor de rest is het rustig op het strand in Knokke om 8.30 uur ’s morgens.’
Vormer hoopt de bekerfinale nog te kunnen spelen. ‘Als het veilig kan. Dat is de absolute voorwaarde. Het zou natuurlijk fijn zijn een prijs te kunnen vieren op het veld, maar het zou ook goed zijn om een doel te hebben. Anders liggen we twee maanden stil, dat zou veel zijn.’
‘Als deze coronacrisis iets leert, zijn dat de clichédingen. Je moet elke dag genieten. Je komt heel snel in een trechter terecht waar je alles maar normaal vindt. Zoals gaan uiteten. Maar dat is niet normaal. Dat ondervinden we nu aan den lijve.’
‘We hebben een app met de spelers waarop we elkaar proficiat hebben gewenst. Als alles weer goed gaat, gaan we met z’n allen vieren’
RUUD VORMER