De strijd van mensen in armoede is ook de onze
ANNA RAYMAEKERS en BIRGIT GORIS beschrijven hoe groot de impact van de coronacrisis is op de bezoekers van een sociaal restaurant.
Week 1. De dag vóór de eerste ‘coronapersconferentie’ zat het sociaal restaurant van vzw de RuimteVaart nog helemaal vol. De dag erna moesten we onze bezoekers, mensen in armoede, meedelen dat we voor onbekende duur alle groepsactiviteiten stopzetten en dat ons restaurant de deuren moet sluiten. Vanaf dan zijn we gestart met afhaalmaaltijden. We contacteren velen dagelijks via een telefoonpermanentie. Mensen die thuis of dakloos zijn, kunnen hier nog eten, als ze de coronamaatregelen respecteren.
De reacties van veel van onze klanten zijn schrijnend. Ze zijn boos, verdrietig, angstig of terughoudender. ‘Ik zal geïsoleerd raken’, ‘hoe moet ik elke dag aan eten raken’ of ‘dit overleef ik niet’ tot ‘ik heb schijt aan corona’ en ‘ik loop nu al de muren op’ waren maar enkele reacties die de revue passeerden. Toen al hielden we ons hart vast.
Week 2. De inschrijvingen voor onze afhaalmaaltijden blijven oplopen. Steeds meer mensen eten zonder te kunnen betalen. We krijgen meer, langere en zwaardere telefoontjes. Dak en thuislozen lopen nog meer verloren. De eenzaamheid valt hen zwaar. We blijven mensen vasthouden. Dat lukt ons door onze jarenlange investering in een vertrouwensrelatie. We voelen ons steeds meer de laatste lijn, in plaats van de eerste.
Nieuwe coalities ontstaan tussen diensten. Vragen om hulp die anders lang besproken zouden worden, worden nu meteen aangepakt. Extra financiële middelen ontsluiten zich als bij toverslag. Nieuwe en comfortabele huisvesting wordt gevonden voor thuis en daklozen. In een crisis kan plots veel.
Medewerkers vallen uit, maar we vinden oplossingen. Een stroom van warme solidariteit rolt zich uit over het land. De stad Leuven ontwikkelt in ijltempo een platform waar vrijwilligers zich kunnen aanmelden om de handen uit de mouwen te steken. We bereiken Leuvenaars om mee te koken, te poetsen, mensen te bellen, brieven te sturen of maaltijden rond te fietsen. We krijgen zelfs te véél aanmeldingen. We brengen noden van kwetsbare mensen tot bij dat platform. Hartverwarmende solidariteit die we nooit eerder zagen. Buurtbewoners die elkaar voor het eerst ontmoeten, van wie de netwerken nooit vermengden. We voelen dat we bruggen creëren. We hopen dat ze sterk zijn en ook na corona blijven bestaan.
Als basiswerkers wijzen we al jaren op de grote kloof, de grote mate van structurele ongelijkheid tussen burgers. Toch wordt volop op basiswerk bespaard. In onze strijd om erkenning en middelen botsen we op alle soorten muren: beleidsvoerders die ons niet altijd ernstig namen, vrienden die de ogen sloten en mensen die al zuchtend antwoorden op onze betogen. En de onzinnige slogan dat er geen alternatief is.
Week 3. Mensen in armoede zijn sterk. Ze blijven vechten, ook al hebben ze geen keuze. Ze blijven positief, ondanks alle vooroordelen waar ze dag in dag uit op botsen. Ze zeuren niet als hun belkrediet op is, of als ze maar twee maaltijden hebben gegeten die dag. Ze gaan door naar dat ene lichtpuntje. Hun strijd wordt de onze, deze plek wordt die van hen. Door er te zijn, tijd te nemen en te luisteren bouwen we aan vertrouwen. Zo komt het dat we samen op de barricaden staan.
Corona raakt iedereen, maar niet allemaal op dezelfde manier. Velen onder ons kunnen niet meer op restaurant, een hobby uitoefenen, vakantieplannen vallen in het water. We worden beperkt in onze keuzevrijheid, we voelen ons arm in ons huis, onze tuin of op ons terras.
Mensen in armoede worden volop beperkt in hun basisvoorzieningen. Ze komen niet meer rond, hebben geen sociaal netwerk en kunnen dat ook niet vervangen door digitale vormen daarvan. Hun bewegingsvrijheid is letterlijk beperkt. Ze worstelen nog meer om de maand rond te komen. De kloof in ongelijkheid wordt zichtbaarder, de situatie schrijnender.
De reacties van veel van onze klanten zijn schrijnend: ‘Ik zal geïsoleerd raken’, ‘hoe moet ik elke dag aan eten raken’ of ‘dit overleef ik niet’
Na corona. Als het virus even gaat liggen, zal ons werk eigenlijk pas beginnen. Hoe zorgen we ervoor dat deze golf van solidariteit niet wegebt? Welke keuzes maken we als samenleving? Welke winst primeert? Hoe kunnen we als organisaties vlot op elkaar blijven inspelen?
Zou het kunnen dat dit het nieuwe normaal wordt? We zien weer eens hoe belangrijk de gezondheidszorg, nabijheid van basis en sociaal werk en solidariteit zijn. Dat is de koers waar een sociaal rechtvaardige samenleving op kan varen. Een koers die beslist dat we allemaal samen in de boot zitten en dat we niemand achterlaten. Dat vereist moed en keuzes. Maar we hebben nu het bewijs dat het kan.
ANNA RAYMAEKERS EN BIRGIT GORIS Begeleider bij vzw de RuimteVaart; begeleider bij vzw de RuimteVaart en docent (UCLL).