Belg trok massaal niet naar de kust
Er waren amper koppen om over te lopen in een onwezenlijk Oostende gisteren. Het verbod was sterker dan de lokkende zon.
De eerste zondag van de paasvakantie, twin tig graden, het is rustig op de we gen naar de kust. Het zinnetje be vreemdt evenveel als het beeld van een verlaten E40: meer fiet sen op de bruggen en de veldwe gen ernaast dan personenwagens op de autosnelweg.
Ter hoogte van Loppem krijgen de schaarse automobilisten het gezelschap van een motoragent die hen aanmaant de afslag naar de snelwegparking Jabbeke te ne men. Daar vragen politieagenten waarom ze onderweg zijn. Wie niet in een kustgemeente woont of werkt, kan maar beter een goede uitleg opdissen.
De man die zijn paard gaat voederen, krijgt groen licht, net als de bedrijfsleider die de documenten van zijn werknemers in orde wil brengen. Een Pools duo komt niet weg met hun verhaal dat ze de au to moeten ruilen met die van een vriendin in Lo. Boete van 250 eu ro, en rechtsomkeer maken.
‘Ja, dat is streng maar anders luisteren de mensen niet’, zegt Didier Vandecasteele, die de geza
Wie niet in een kustgemeente woont of werkt, heeft een goede uitleg nodig om door het te mogen. menlijke actie van de federale en lokale politie coördineert. ‘De mensen die de richtlijnen niet op volgen, zijn uitzonderingen. Za terdag hebben we op 225 auto’s 22 pv’s uitgeschreven. Vandaag zon dag worden dat er zeker de helft minder. Tweedeverblijvers zien we amper.’
Zijn er die lamme smoesjes uit de kast halen? ‘Je hebt nog mensen die volhouden van niks te weten of die dachten dat de maatregelen maar tot 3 april liepen’, zegt Vandecasteele. ‘Zo hebben we twee vrienden die wilden gaan vissen, moeten terugsturen.’
De gelukkigen die door het cordon geraken, kijgen in Oostende unieke dingen te zien. Een lege Kennedyrotonde. Vrije parkeerplaatsen vlak aan de dijk.
‘Mijn verlies uittellen doe ik niet, want dan slaap ik niet meer’
BENJAMIN BLOMME Uitbater ijssalon
De overdadige zon doet de straten nog leger lijken. Op de balkons van de vakantieflats zitten meer meeuwen dan vakantiegangers. De koningin der badsteden zakt uitgeteld van haar troon. ‘Bangelijk’, noemt Marc Goddyne de toestand. Hij en zijn partner Carine wonen in Oostende en hebben de stad er op zo’n fraaie zondag nooit zo weten bij te liggen. ‘Anders zouden we klagen dat alle terrasjes bomvol zitten. Nu is er niets.’
Dranghekken
Een politiewagen patrouilleert. Wie zonnebaadt of met de kinderen op het strand speelt, riskeert een boete. Zitbanken zijn afgeschermd met politielint, als waren het crime scenes. Er staan dranghekken. Om de toeloop te stoppen – die er uiteindelijk niet komt.
De schaarse wandelaars op de dijk zijn locals. Keurig met z’n tweeën. Meer wekt argwaan.
Dirk en Hilde Degraeuwe zijn al fietsend toevallig op hun kinderen gestoten. ‘Zo zien we hen nog eens.’ Dirk begrijpt dat de mensen
wegblijven van de kust. ‘De boetes zijn niet min. Het is in het Heuvelland nu ook fantastisch wandelen, maar wij piekeren er niet over naar ginder te trekken.’
Zij zijn bevoorrecht, beseffen deze bewoners van de badplaats. ‘We kunnen hier nog buitenkomen. Wat moet het niet zijn voor al die mensen op appartementen in de steden, zonder tuin?’
Of ze nu niet blij zijn dat ze hun stad en strand eindelijk voor zich alleen hebben? ‘Neen, toch niet’, zeggen Rolf Quaghebeur en Mieke Mels, die met dochtertje Berthe (2,5) aan een strandwandeling toe zijn. Ze namen een emmertje en een schopje mee, maar hoorden dat mensen die aan het spelen waren, beboet werden.
‘Het is rustiger fietsen nu er minder auto’s rijden, maar voor de rest weegt dit echt op deze stad. Oostende leeft nu eenmaal van toerisme. En wat met die eenzame senioren op hun flatje? Ik heb een Nederlandse collega die hier nog maar net woont en zich nu opgesloten voelt. Om depressief van te worden.’
De enige horeca waar het bordje ‘open’ hangt, zijn de ijssalons, zij het alleen voor bestellenendoorlopen. Benjamin Blomme van Lilly’s heeft netjes tape op de straattegels voor zijn zaak geplakt zodat de klanten de veilige afstand kunnen bewaren. Echt nodig is het niet. Hij moet het doen met een enkeling.
‘De eerste warme dag van het jaar, dat had een topdag moeten worden’, zucht Blomme. ‘Nu is het triestig. Ik vestig mijn laatste hoop op de latere namiddag als de zon beter staat. Mijn verlies uittellen doe ik niet, want dan slaap ik niet meer. Ik troost me met de gedachte dat ik hier een fantastisch uitzicht op zee heb. Dat is beter dan in de stad zitten kniezen.’