Sánchez verhoogt druk op Europa
Als het Europese project wil overleven, moeten de leiders meer solidariteit tonen. Dat is de boodschap van de Spaanse premier aan de ministers van Financiën.
BRUSSEL I De ministers van Financiën van de eurozone houden morgen topoverleg. Op hun bord ligt een bijzonder hete aardappel. Wat is de beste manier om de zwaarst getroffen eurolanden – Italië en Spanje op kop – financieel te ondersteunen? Moet dat gebeuren via coronaobligaties of moet het geld komen uit het Europese noodfonds (ESM)? Aan dat geld zijn in principe strikte voorwaarden verbonden.
Twee weken geleden kwamen de regeringsleiders er niet uit. Meer zelfs, er werden diepe wonden geslagen. Vooral de onbuigzame houding van de Nederlanders zette kwaad bloed. De vraag is of de ministers van Financiën er wel uitkomen.
Vanuit Spanje en Italië wordt de druk opgevoerd. De Spaanse premier, Pedro Sánchez, liet zaterdag een open brief publiceren waarin hij nogmaals uiteenzet wat er op het spel staat. Volgens de premier is de toekomst van de Europese Unie in het geding. ‘Zelfs de meest Europeesgezinde landen en regeringen, zoals Spanje, hebben nood aan een reëel bewijs van betrokkenheid. We hebben een hechte solidariteit nodig. Zonder solidariteit is er geen cohesie. Zonder cohesie dwalen we af in onverschilligheid, en wordt de geloofwaardigheid van het Europese project ernstig geschaad.’
Sánchez verwelkomt de maatregelen die de Europese Commissie vorige week heeft voorgesteld. Voorzitter Ursula von der Leyen legde een nieuw instrument op tafel waarmee de lidstaten geholpen worden hun tijdelijke werkloosheid te financieren. Daarvoor wil de Commissie 100 miljoen uittrekken. Een goed initiatief, maar het is lang niet voldoende, aldus de Spaanse premier. Europa heeft nood aan een nieuw marshallplan, een plan dat ondersteund moet worden door alle Europese instellingen. In eerste instantie moet het ESM worden ingeschakeld. ‘Het kan de Europese economieën voorzien van extra liquiditeit, tenminste als de kredietlijnen niet voorwaardelijk zijn.’ Maar zelfs die 410 miljard zal op middellange termijn niet volstaan, denkt hij.
Von der Leyen sprak vorige week ook over een marshallplan, maar in haar hoofd moet de nieuwe Europese meerjarenbegroting – waarover nog lang geen akkoord is – worden omgebouwd tot zo’n plan. Sánchez spreekt over de creatie van ‘een nieuw mechanisme van wederzijdse waarborging van de schuld’. Een idee waar de Nederlanders, maar ook de Oostenrijkers en de Duitsers, allergisch voor zijn. Maar volgens Madrid is het tijd om ‘oude, nationale dogma’s te doorbreken’.
Risico’s vergroten
Wopke Hoekstra, de Nederlandse minister van Financiën, milderde wel zijn toon, maar van eurobonds wil hij niet weten, zei hij zaterdag nogmaals in De Volkskrant. ‘Eurobonds zullen de risico’s voor Europa op de lange termijn eerder vergroten dan verkleinen. Een transferunie vind ik onwenselijk, omdat er grote verschillen zijn tussen de lidstaten qua begrotingsbeleid en ook tussen hun economieën.’
Hoekstra wees er ook op dat er voorlopig geen behoefte is aan eurobonds. ‘Alle lidstaten kunnen nog steeds geld lenen op de financiële markten. En de Europese Centrale Bank heeft 750 miljard euro ter beschikking gesteld aan eurolanden. Dat is zéér fors geld.’
Een vergelijk tussen noord en zuid lijkt voorlopig niet binnen handbereik.
‘Zonder cohesie dwalen we af in onverschilligheid, en wordt de geloofwaardigheid van het Europese project ernstig geschaad’
PEDRO SÁNCHEZ Premier Spanje