Tijd voor een nieuw Europees patriottisme
De EU moet de solidariteit die tot stand kwam om corona aan te pakken, koppelen aan concrete financiële solidariteit, eisen gezaghebbende EUROPESE ACADEMICI.
De Europese Raad van 26 maart, bedoeld om maatregelen te nemen om de zwaarste crisis sinds 1929 aan te pakken, legde een hopeloos verdeelde EU bloot. Nochtans bieden deze pandemie en de economische en sociale crisissen Europa een buitengewone kans om ofwel de integratie verder te verdiepen, ofwel onherroepelijk uit elkaar te beginnen vallen. Beslissingen in de Europese Raad en in andere EUinstellingen zullen die keuze bepalen. Maar de mobilisatie van burgers en de publieke opinie in elk van de lidstaten speelt minstens een even grote rol.
De vraag voor Europa is simpel: vormt de EU een politieke gemeenschap met ambitie en een sterke lotsverbondenheid, of is het maar een losse, instrumentele associatie van nationaal eigenbelang? Met de Brexit wonnen de krachten die desintegratie willen, het pleit. Maar bij de verkiezingen voor het Europees Parlement van 26 mei vorig jaar leken die krachten – tijdelijk – op de terugweg. Nu staan ze weer klaar voor een volgende en meedogenloze aanval op zowel de euro als de EU.
Gebrek aan leiderschap
Het is verre van uitgesloten dat verbrokkeling en desintegratie de bovenhand zullen halen, want de burgers haken massaal af. In deze gezondheidscrisis en economische tragedie hebben ze wel iets anders aan hun hoofd dan het EUbeleid te volgen. Maar als de proEuropese elites ook afwezig blijven door politiek en moreel verzuim, dan is de uitkomst pas echt onvoorspelbaar.
Ook al heeft het Europees Parlement zich duidelijk uitgesproken voor een sprong voorwaarts in de Europese integratie, de Europese Commissie, die nochtans een Europese sociale pijler en de Green Deal voorstelt, blijft nu zwaar in gebreke. Ze etaleert een geQbrek aan leiderschap, zowel rond de meerjarenbegroting, als om innovatieve maatregelen te nemen die deze gezondheidscrisis en de economische gevolgen ervan te lijf kunnen gaan.
ZuidEuropa, dat al het meest geleden heeft onder de migratiecrisis, wordt op dit moment bijzonder hard getroffen. Maar toch is dit geen asymmetrische schok. Het is een symmetrische schok die alle landen treft. En net omdat dit zo’n uitzonderlijke situatie is, moeten we met uitzonderlijke oplossingen komen. De beslissing van de ECB om voor 750 miljard euro extra obligaties op te kopen, is belangrijk, maar onvoldoende. De EU moet de solidariteit die tot stand kwam om het virus aan te pakken, koppelen aan concrete financiële solidariteit. Die ontbreekt vandaag compleet.
Wederzijdse beschuldigingen vliegen heen en weer en zijn harder dan ooit. De Nederlandse en Duitse regeringen wijzen op moral hazard: euroobligaties zouden ertoe leiden dat landen gezamenlijk verantwoordelijk worden voor schulden die nationaal aangegaan worden. Dat zou aanzetten tot budgettaire laksheid in landen die al een grote schuldenlast hebben. De andere kant beschuldigt de noordelijke landen van een gebrek aan solidariteit in een situatie waarbij er in Italië en Spanje bijna 1.000 doden per dag vallen, er toenemende sociale onrust opduikt en de pandemie ook in Frankrijk en België op volle kracht doorbreekt. Daarbovenop komt het verwijt dat sommige van die noordelijke landen, na jarenlange belastingconcurrentie en fiscale dumping, opnieuw profijt willen halen uit een mogelijke financiële crisis en op een opportunistische manier het machtsevenwicht in Europa willen doen kantelen.
Deze zware woorden in de media en de totale instorting van het onderlinge vertrouwen, doen nu zelfs de meest overtuigde Europeanen twijfelen. Ze hollen de harde kern van de Europese consensus die de afgelopen 70 jaar is opgebouwd, uit. Net daarom kan de schade aan onze democratieën binnenkort onherstelbaar zijn. De volgende dagen en weken zijn in dat opzicht cruciaal.
Groep van experts
Negen lidstaten hebben in een brief aan Charles Michel, de voorzitter van de Europese Raad, voor ‘coronaobligaties’ gepleit. Wij zijn ervan overtuigd dat er zowel
in die lidstaten als bij de publieke opinie in Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Finland, een brede consensus is voor twee zaken:
1. Om de voorwaarden om een beroep te kunnen doen op het ESM, het Europees Stabiliteitsmechanisme waarin 430 miljard euro beschikbaar is, te herbekijken. De stigmatiserende voogdij die eraan gekoppeld is, mag nu niet van toepassing zijn.
2. Om een groep van Europese experts samen te stellen, die nieuwe instrumenten voorstellen en uitwerken in al hun tech
nische details.