Een heel klein beetje oorlog
Wie een maand geleden voorspeld had dat we gisteren niet naar de echte, maar naar een virtuele Ronde van Vlaanderen zouden kijken, hadden we gek verklaard. Zeker als je eraan toevoegde dat we best wel nog een aantrekkelijke en spannende koers voorgeschoteld zouden krijgen, zelfs voor herhaling vatbaar. Digitale technologie lijkt dus steeds meer de winnaar van de coronacrisis te worden. Technologieën die met een snelheid en op een schaal worden uitgerold die tot voor kort onmogelijk werden geacht. De situatie nu lijkt dan ook wat op een echte wereldoorlog, waarin eveneens op een ongeziene schaal geproduceerd en geïnnoveerd wordt. Want hoe wreed wereldoorlogen mogen zijn voor de betrokkenen, op lange termijn vloeien er vaak technologieën uit voort die de welvaart voor generaties positief beïnvloeden.
In de Tweede Wereldoorlog werd bijvoorbeeld de radar uitgevonden, werd er massaal penicilline ingezet, werden raketten en straalmotoren voor het eerst gebruikt enzovoort. Bovendien kon de industriële machine die op massale schaal wapens produceerde, na de oorlog succesvol omgeturnd en ingezet worden voor de productie van consumptiegoederen. Dat legde dan weer de basis van vele welvaartsstaten. Van de Amerikaanse Fifties over les Trente Glorieuses in Frankrijk en het Wirtschaftswunder in Duitsland: de decennia na de Tweede Wereldoorlog staan in heel wat landen als de beste en rechtvaardigste geboekstaafd. Dat was voor een groot stuk te danken aan hoge economische groei, die gelijkmatig werd verdeeld. En die was dan weer te danken aan hoge productiviteitsgroei, vaak gebaseerd op technologieën uit de Tweede Wereldoorlog.
Het economische probleem in de jaren voor de coronauitbraak was net een tekort aan productiviteitsgroei. Dat dreigde de welvaartsstaat onbetaalbaar te maken. Er werden de voorbije jaren weliswaar heel wat disruptieve technologieën ontwikkeld, maar die vonden hun weg niet naar de productiviteitsstatistieken. De verklaringen daarvoor waren veelvuldig: de groei was er, maar werd economisch niet goed gemeten, de nieuwe technologieën voegen weinig toe aan productieprocessen enzovoort. Een alternatieve verklaring was dat de nieuwe technologieën nog te weinig op grote schaal hun nut hadden bewezen. Het duurde ook tot jaren na de uitvinding van de elektriciteit of van de verbrandingsmotor vooraleer die echt effect hadden op de economie. Dit omdat het jaren duurt voor er voldoende gebruikers of nuttige toepassingen gevonden worden.
Digitale technologieën beleven nu dus hun oorlogsmoment. Het zijn niet langer gadgets. Iedereen heeft ze nodig om te werken of te communiceren met familie. Meer nog, hele strategieën van de overheden om het virus in te dijken, zoals de ‘track & trace’app, worden op basis van nieuwe technologie ontwikkeld, wat tot meer welvaart en productiviteitswinsten kan leiden. Never
waste a good crisis … en als technologie ons van corona afhelpt, kan Greg Van Avermaet volgend jaar de echte Ronde van Vlaanderen winnen.
Digitale technologieën beleven nu hun oorlogsmoment. Mogelijk leiden ze na de crisis tot meer welvaart