BELGISCHE ECONOMIE OP WEG NAAR RECORDKRIMP
De voorbije jaren zijn er veel ziekenhuizen bijgebouwd. Waarom liggen die aan de rand van de stad en waarom zijn ze zo groot? En hoe krijgt een architect grip op zo’n immens project?
Volgens Isabelle Loris, onderzoekster bij het Vlaams Departement Ontwerp, zijn er minder ziekenhuizen dan voordien. ‘Maar hun capaciteit neemt toe. Dat heeft te maken met de nieuwe normen, bijvoorbeeld voor de grootte van de kamers. Die tendens zie je ook bij de rusthuizen. Verder heeft het te maken met de doorgedreven specialisatie en de modernisering, waarvoor vaak grootschalige apparatuur vereist is.’ Voor zulke mastodonten is er in het centrum van de stad amper nog plaats te vinden. Dus verplaatsen ze zich naar de rand.
Er is nog een andere reden voor de schaalsprong: tal van ziekenhuizen fuseren. AZ Groeninge in Kortrijk groepeert vier campussen die vroeger in de binnenstad lagen. Het resultaat is een nieuwbouw van 113.000 vierkante meter die in 2016 openging. AZ Delta in Roeselare brengt twee campussen samen. De schaal is vergelijkbaar: 120.000 vierkante meter. Het gebouw is klaar, de verhuis was gepland, maar het coronavirus stak er een stokje voor. AZ SintMaarten in Mechelen is een fusie van drie ziekenhuizen en komt op 105.000 vierkante meter.
Straal
Waar vestig je je dan best? ‘Zo centraal mogelijk in het zorggebied’, zegt Hans Ramaekers, directeur van het Ziekenhuis Maas en Kempen (ZMK), dat eind 2017 opende. Zijn instelling is een fusie van de ziekenhuizen van Maaseik en Bree en is ruim 32.000 vierkante meter groot. ‘Uit dertien locaties is er uiteindelijk gekozen voor een plek tegen de stadsrand van Maaseik, maar met een oriëntatie op Bree. Het centrum van de stad is vlot bereikbaar, we liggen in een oase van rust, én we zijn bereikbaar voor zo veel mogelijk mensen uit de regio.’
Eenzelfde verhaal in Mechelen, waar twee ziekenhuizen uit het centrum gingen samenwerken met een ziekenhuis uit het naburige Duffel. Het nieuwe gebouw, dat in 2018 in gebruik werd genomen, ligt aan de stadsring en bevindt zich in een straal van diverse centra in de buurt.
‘Mobiliteit is een andere belangrijke reden om voor een ligging aan een ringweg te kiezen’, zegt Loris. ‘Je houdt het verkeer uit het stadscentrum. Bovendien ontstond er bij veel binnenstedelijke gebieden vaak parkeerdruk in de omringende straten. Maar er is meer. Met een ligging aan een ringweg verkleint voor veel betrokkenen de aanrijtijd. Dat geldt voor de bewoners uit het zorggebied, maar ook voor het personeel en de hele logistieke aanvoer. Veel ziekenhuizen aan de rand hebben grote parkeervoorzieningen.’
Prille piste
Niet zelden bieden percelen aan de ring verdere doorgroeimogelijkheden. Het AZ Halle plant op zijn nieuwe site aan de ring woonzorgcentra die aansluiten bij de diensten die het ziekenhuis levert. Ook in het ZMK is een ziekenhuis niet langer alleen maar een ziekenhuis. Ramaekers: ‘We zitten op een uitgebreid perceel, zodat we het gebouw konden opsplitsen in vijf units en het laag konden houden. Het is maximaal drie verdiepingen hoog, soms zelfs twee. Er zijn nog mogelijkheden voor complementaire aanvullingen. Momenteel is er een crèche, er zijn plannen voor ouderenzorg en er is een prille piste voor gehandicaptenzorg.’
Hoe krijgt een architect in gods
naam grip op zo’n immens project? Osar Architects werkte samen met Baumschlager Eberle aan AZ Groeninge in Kortrijk. ‘Je probeert overzicht te krijgen over het geheel, maar tegelijk ook in de diepte te duiken’, zegt Els Kuypers van Osar. ‘Met ons bureau zijn we altijd op zoek naar de menselijke schaal. In dat opzicht is een ziekenhuis een bijzondere uitdaging. Zo’n 40 tot 45 procent van het budget gaat naar techniek. Het is een gigantische meccano. Als patiënt of bezoeker wil je natuurlijk niet in een machine terechtkomen. Daarom zoeken we kleine verhalen in dat grote geheel. Bijvoorbeeld door binnentuintjes, of een gemoedelijke entree langs een cafetaria.’
Onlangs won Osar een Open Oproep van de Vlaamse Bouwmeester voor een nieuw ziekenhuis in Turnhout. Het zal twee oude sites vervangen en komt aan de rand van de ringweg. ‘Dat is van belang voor de bereikbaarheid’, zegt gedelegeerd bestuurder Jo Leysen. ‘In een kleine stad als Turnhout is dat nog altijd maar op anderhalve kilometer van de Grote Markt.’
Volgende generatie
Voor de rest wijkt het project af van de andere voorbeelden. ‘Dit is alweer een volgende generatie’, zegt Leysen. ‘Het duurt soms tot vijftien jaar voor een ontwerp gerealiseerd is. De gebouwen die onlangs openden, zijn overwegend gigantisch en in de breedte uitgesmeerd. Wij heb
‘Als patiënt of bezoeker wil je niet in een machine terechtkomen. Daarom zoeken we kleine verhalen in dat grote geheel’ ELS KUYPERS Osar Architects
‘Bij veel binnenstedelijke gebieden ontstond vaak parkeerdruk in de omringende straten’ ISABELLE LORIS Vlaams Departement Ontwerp
ben ervoor gekozen in de hoogte te werken, zodat we een groene omgeving kunnen vrijwaren. Het wordt een flexibel gebouw, dat vlot converteerbaar is naar andere functies, zoals een zorghotel. We gaan voor compact en efficiënt, conform de nieuwe richtlijnen van de overheid.’
Dat ziekenhuizen in de stad nog niet afgeschreven zijn, bewijst het ZNA Cadix in Antwerpen, dat Robbrecht en Daem bouwt. Het bureau werkt daarvoor samen met VK Group, dat de hogergenoemde ziekenhuizen in Roeselare en Mechelen realiseerde. ZNA Cadix komt te liggen tussen Spoor Noord, de dokken en de stadskern.
Compact
‘De evolutie om ziekenhuizen bij de invalswegen te bouwen, zal nog wel even doorwerken’, zegt Johannes Robbrecht. ‘Wij vinden het van belang dat ze ook nog in de stad aanwezig zijn. Het zijn voorname typologieën, zoals een stadhuis, die een stad haar aanschijn geven. Omdat de ruimte ontbrak, hebben we compact gewerkt, met 65.000 vierkante meter over negentien verdiepingen. Er is veel ontwerpenergie gegaan naar korte looplijnen en snelle connecties. In de sokkel komen commerciële functies. Die zijn in eerste instantie zorggerelateerd, maar een kleine supermarkt kan evengoed dienstbaar zijn voor de buurt.’