Zomerscholen om leerachterstand weg te werken
Minister van Onderwijs Ben Weyts legt de piste van zomerscholen op tafel, bedoeld voor leerlingen met een grote leerachterstand.
BRUSSEL I Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (NVA) heeft een werkgroep opgericht om onder meer de uitrol van zomerscholen te organiseren. Die zomerscholen moeten ertoe leiden dat leerlingen die grote leerachterstand hebben opgelopen, nog worden bijgespijkerd vóór de start van het volgende schooljaar. Dat zei Weyts gisteren in de commissie Onderwijs van het Vlaams Parlement. De minister benadrukte dat de zomerscholen zowel voor leerlingen als leerkrachten en scholen volledig vrijwillig zijn. Er is nog geen definitieve beslissing genomen.
Voor de bestaffing van die zomerscholen ziet Weyts een rol weggelegd voor vrijwillige leerkrachten, maar vooral voor wat hij een ‘pedagogische reserve’ noemt: leerkrachten met pensioen of leraren in opleiding. Voor die laatsten zou deelname aan een zomerschool ook een ander probleem kunnen oplossen, gezien zij door de opschorting van de lessen geen stagelessen kunnen geven. In de zomer zouden ze die kunnen inhalen.
Lieven Boeve, directeurgeneraal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, is het idee van Weyts wel genegen. ‘We zullen daar in de postcoronawerkgroep zeker mee over nadenken.’ Zomerscholen zoals die nu bestaan, gaan niet zozeer uit van het onderwijsveld, maar veelal van gemeenten. Ze brengen meestal spelenderwijs onderwijs aan, bijvoorbeeld aan anderstalige leerlingen. ‘We zullen mee nadenken over hoe we die bestaande initiatieven kunnen verbreden’, zegt Boeve.
Geen proefdieren
Weyts deed ook een opvallende oproep aan de Nationale Veiligheidsraad. Hij wil niet dat de heropening van de scholen de ‘enige maatregel’ is die wordt genomen. ‘We vragen met veel nadruk aan de Veiligheidsraad om de heropening in een bredere set van maatregelen te nemen. We willen niet dat de indruk wordt gewekt – al dan niet intentioneel – dat scholen fungeren als laboratoria, en dat leerkrachten en leerlingen als proefdieren worden gebruikt om te zien wat het effect is. Dat willen we vermijden.’
Ook bij een gefaseerde heropening heeft Weyts vraagtekens. Scenario’s waarin bepaalde groepen kinderen afwisselend naar school gaan om de zogenaamde silo’s of contactbubbels te behouden, ziet de minister niet zitten, wegens praktisch niet haalbaar voor scholen. De woordvoerder van Weyts benadruk dat het kabinet naar virologen blijft luisteren. ‘Maar eenmaal je de lessen heropstart, ga je groepen toch onvermijdelijk weer met elkaar beginnen te mengen.’
De minister vraagt de Veiligheidsraad om de nodige tijd te voorzien tussen de beslissing en de effectieve heropstart. ‘Minstens een week’, vindt Weyts. ‘Niet zomaar op vrijdag aankondigen en op maandag heropenen.’
‘We willen niet dat leerkrachten en leerlingen als proefdieren worden gebruikt om te zien wat het effect van
een heropening is’ BEN WEYTS (NVA)
Minister van Onderwijs