Waarom spreken we van maandstonden?
Met een gemiddelde van 28 dagen mag de menstruatiecyclus dan zowat even lang duren als een rondje van de maan rond de aarde, er is niets dat wijst op synchronisatie (bijvoorbeeld een eisprong rond vollemaan) tussen hemel en vrouwenlichaam. Daar is in tientallen studies naar gezocht, tevergeefs. Vorig jaar deed het bedrijf achter de populaire menstruatieapp Clue het nog eens over: het analyseerde de cyclus van 7,5 miljoen gebruikers die niet aan de pil of aan andere hormonale anticonceptiemiddelen zaten. In de resulterende grafiek bleek op elk van de 28 dagen het aandeel vrouwen bij wie op dat moment de menstruatie begon, tussen 3 en 4 procent te liggen.
Als de maan er voor niets tussenzit, wat dan wel? Gynaecoloog Hendrik Cammu van de VUB vindt het niet zo’n interessante vraag. ‘De gemiddelde lengte bedraagt 28 dagen, maar een menstruele cyclus kan variëren tussen de 21 en 35 dagen en dat is volstrekt normaal. Daar sta je dan met je maandstonden.’
De menstruatiecyclus wordt aangedreven door hormonen en die volgen nu eenmaal een cyclus. Cammu: ‘De meeste, zoals cortison en schildklierhormoon, hebben een dagritme: laag tijdens de nacht, hoog tegen de middag. Van sommige neurotransmitters (hormoonachtige stoffen in de hersenen, red.) vermoeden we dat ze een seizoensritme volgen. En ja, bij vrouwelijke geslachtshormonen komt dat dus in de buurt van een maandritme.’
Wacht eens even: dus de andere hormonen zijn wél opgelijnd met dagen of seizoenen? Zo lijken de geslachtshormonen wel de uitzondering. Ook Johan Verhaeghe, gynaecoloog aan het UZ Leuven, vindt het gemiddelde van 28 dagen tamelijk onzinnig. ‘We gebrui ken dat om de cyclus te kunnen voorstellen, maar de realiteit is dat er een grote variatie bestaat. Zowel tussen vrouwen onderling als bij individuele vrouwen. Al kunnen we over het algemeen wel zeggen dat de cyclus bij jongere vrouwen langer duurt dan bij oudere.’
De rek blijkt vooral op het eerste deel van de menstruele cyclus te zitten, de zogenaamde folliculaire fase met de rijping van de ei cel. Die duurt tot de eisprong, die plaatsvindt rond dag veertien (waarbij geteld wordt vanaf de start van de menstruatie).
Verhaeghe: ‘De eisprong is het hoogtepunt van de cyclus: dan be gint het proces waarin de baarmoeder op zwangerschap wordt voorbereid – we noemen dit de decidualisatie. Dit proces volgt een strakke timing en duurt tot dag 24, wanneer het lichaam het signaal krijgt van een al dan niet bevruchte eicel. De variatie van de volledige cyclus komt dus voort uit de folliculaire fase.’ Als de eicel niet wordt bevrucht, volgt de afbraak van het opgebouwde weefsel en begint de menstruatie.
Opvallend: decidualisatie (en dus ook menstruatie) is zeldzaam in het zoogdierenrijk. Buiten onze nauwe verwanten binnen de primaten komt het alleen voor bij enkele knaagdieren en vleermuizensoorten. Er is zelfs een vleerhond waarvan de menstruatiecyclus tussen de 21 en 27 dagen duurt, maar voor de rest verschillen de cycli van de menstruerende diersoorten (wat aanhangers van de maanmythe overigens moeilijk zouden kunnen verklaren).
Bij de meeste zoogdieren wordt de baarmoeder pas in gereedheid gebracht als de eicel bevrucht is, zodat er weinig lichaamsweefsel moet worden afgevoerd wanneer dat niet het geval is. Waarom vruchtbare mensenvrouwen hun lichaam wél spontaan voorbereiden op zwangerschap voor ze effectief zwanger zijn – en waarom ze dus ongesteld worden – heeft wellicht een evolutionaire verklaring.
Menstruatie is zeldzaam bij zoogdieren. Behalve bij nauwe verwanten komt het alleen voor bij enkele knaagdieren en vleermuizensoorten