Olga Tokarczuk schreef een Britse komedie
Nobelprijswinnares Olga Tokarczuk schreef een misdaadverhaal waarin dieren wraak nemen op mensen. Een vermakelijk boek, waarin haar ecologisch engagement voorop staat.
Lang voor de Poolse schrijfster Olga Tokarczuk internationaal in de kijker liep en de Nobelprijs voor de Literatuur 2018 in de wacht sleepte, werd haast elk van haar boeken al in het Nederlands vertaald. Behalve eentje, dat altijd over het hoofd gezien werd. Het misdaadverhaal
Jaag je ploeg over de botten van de doden
dateert al uit 2009 en kreeg nu pas een vertaling.
In de Britse krant The Guardian deed Tokarczuk het boek ooit af als een tussendoortje, dat ze schreef tussen haar twee grote romans De rustelozen en De Jacobs
boeken. Toch belandde de Engelse vertaling vorig jaar op de shortlist van de International Booker Prize. De verfilming door de Poolse regisseur Agnieszka Holland kreeg in 2017 een Zilveren Beer op de Berlinale.
Tokarczuk situeert het verhaal in een landelijk gehucht op de PoolsTsjechische grens, waar verschillende van haar boeken zich afspelen en waar ze een buitenhuis heeft. In een barre winternacht wordt een notoire stroper dood aangetroffen in zijn huis. Het lijkt een spijtig ongeval: de man is gestikt in een botje van een stuk wild. In de maanden die volgen, vallen er meer doden in het dorp. Eerst de politiecommandant, dan de eigenaar van een vossenfokkerij en ten slotte de populaire voorzitter van de Vereniging van Paddenstoelenplukkers. De dorpelingen raken in paniek. Wie zit achter de moorden en wie is het volgende slachtoffer?
Excentriek
Het wordt ons allemaal verteld door de excentrieke mevrouw Duszejko, die het hele boek door in mysterie gehuld blijft. Tussen neus en lippen krijgen we mee dat ze topsporter en bruggenbouwer was, aan mysterieuze kwalen begon te lijden en daarna als onderwijzeres werkte, tot ze om onduidelijke redenen met pensioen moest. Daarna kwam ze terecht op het afgelegen plateau boven het dorp, waar ze een passie voor astrologie ontwikkelde. Schrik dus niet van uitspraken als ‘hij heeft Mercurius in een zwijgend teken’.
Tot haar frustratie beschouwt de rest van het dorp haar als een gekke oude taart. Niemand neemt mevrouw Duszejko dan ook serieus, wanneer ze beweert dat de geheimzinnige moorden gepleegd werden door dieren. De bewijzen vindt ze in de horoscopen van de slachtoffers en ook het motief lijkt haar glashelder: de dieren hebben wraak willen nemen op de mensen, die hun territorium verstoren en hen genadeloos afslachten.
Zelf verkiest mevrouw Duszejko het gezelschap van dieren boven dat van mensen, en ze krijgt het geregeld aan de stok met de jagers uit het dorp. Ze klaagt aan dat niemand durft te raken aan de jacht, onder het mom van respect voor de traditie. Zelfs de kerk heeft er een feestdag voor in het leven geroepen. Ze vindt weliswaar een bondgenoot in entomoloog Boros, die het opneemt voor een zeldzame kever in het woud. Maar daar maakt de boswachter zich dan weer vrolijk om: ‘U denkt toch niet dat we met de houtwinning stoppen vanwege een kevertje in de stammen?’
Komedie
Hoe drammerig ze ook tekeer kan gaan, mevrouw Duszejko ontpopt zich vanaf de eerste zin als een sappige verteller vol flegmatieke humor. Dorpsgenoten krijgen bijnamen als ‘Grootvoet’ en ‘Goednieuws’, het dorp zelf noemt ze Transsylvanië ‘wegens de algemene stemming die er heerst’. Ze doorspekt haar relaas met grappige observaties: ‘het gesprek werd vanaf het begin gedomineerd door twee mannen van het type brulaap’. En wanneer Boros aan tafel uitlegt hoe een lijk ontbindt, volgt daarop droogjes: ‘We aten pasta met saus van schimmelkaas’.
Tokarczuk laat dit keer haar talent voor humor de vrije loop. Een groot thrillerschrijfster is ze dan weer niet. De ontknoping van het mysterie ligt behoorlijk voor de hand. Maar achter die simpele whodunit schuilen pertinente vragen over onze omgang met de natuur. De titel haalde ze bij de Britse kunstenaar en dichter William Blake, die zich in de negentiende eeuw al zorgen maakte over de teloorgang van het landschap. Zijn verzen dienen als motto van elk nieuw hoofdstuk. Pogingen om de ondoorgrondelijke teksten van Blake in het Pools te vertalen vormen een running gag door het verhaal.
Jaag je ploeg over de botten van de doden is minder ambitieus van vorm, minder doorwrocht van inhoud dan we ondertussen van Tokarczuk gewend zijn. Maar het is gewoon een ontzettend leuk boek, dat doet denken aan absurde Britse komedie.
Achter deze simpele whodunit schuilen pertinente vragen over onze omgang met de natuur