Virale verhalen
Nu het coronavirus ons doen en laten bepaalt, hebben velen een zee van tijd. Tijd om eindelijk die ene klassieker te herlezen of om in dat boek te beginnen dat al zo lang bovenaan op de stapel ligt. We vroegen acht auteurs naar hun virale leesgedrag.
Joke van Leeuwen
Vrouwendecamerone
Julia Voznesenskaja
‘Het is stil in mijn appartement, waar ik alleen woon, en er zijn mensen die ik erg mis. Maar ik kom hier wel doorheen, mede dankzij boeken, die verbreding, troost of herkenning bieden. Ik vind al die elementen in
Vrouwendecamerone van Julia Voznesenskaja. Zij groeide op onder het communisme, werd veroordeeld tot dwangarbeid en tot vijf jaar in Siberië, waaruit ze later weer ontsnapte. Die SovjetUnie vormt het decor van haar rijke, 430 bladzijden tellende
Vrouwendecamerone. Het was ooit een tip van mijn broer en door corona haalde ik het weer uit mijn kast.’
‘Het gaat namelijk over tien jonge vrouwen op een verlosafdeling van een ziekenhuis die tien dagen in quarantaine moeten. Een zwerfster, een doctor in de biologie, een dissidente – heel verscheiden. Toch raken ze verbonden: door de verhalen die ze elkaar vertellen. Dat gebeurt altijd vanuit vrouwelijk perspectief. Ik herinner me een #MeTooverhaal met Tijl Uilenspiegelallures waarbij een koord van de handschoen van een vrouw blijft vastzitten om de ballen van haar aanrander.’
‘Er valt veel te lachen in dit boek, maar er staan ook intens treurige verhalen in. Nu eens leer je bij over het Sovjetregime, dan weer over liefde of wraak. Bovendien slecht dit boek mentale en historische grenzen. In tijden waarin we geen fysieke grenzen meer over mogen, is dat een verademing.’
Tommy Wieringa
Over vrijheid
John Stuart Mill
‘Ik begon de dag vandaag met schateren, dankzij Gerrit Komrij. Ik herlees zijn onweerstaanbare romankritieken van 1974 in Daar is het gat
van de deur en ben weer die zeventienjarige met de slappe lach. Ook
Over vrijheid, dat ik herlas in de eerste week quarantaine, is soms geestig, zij het subtieler. Zo schrijft Mill dat 99 op de 100 zogenaamd ontwikkelde mensen na een imponerend betoog wel tot een conclusie kunnen komen die waar kan zijn, “maar gegeven de stand van hun kennis kan deze ook niet waar zijn”. Dat is zo fijn tongue in cheek.’
‘De Britse filosoof schreef een hartstochtelijke, radicale liefdesbetuiging aan de individuele vrijheid en dat werkt aanstekelijk voor mij, als oude anarchist. Mill kende wel degelijk belang toe aan de staat, maar het is volgens hem zelden te billijken dat een staat ingrijpt in het individuele leven van een burger. Het coronavirus is natuurlijk een zeldzame omstandigheid en veel recente maatregelen zijn verstandig, maar tegelijk dragen ze gevaar in zich. De overheid heeft de bek van een snoek: wat er eenmaal ingaat, kan er, door de achterwaarts gerichte stand van de tanden, nooit meer uit. Ook daarom is Mill lezen belangrijk.’
‘Nu overheden ons digitaal monitoren en de markt precies weet wat onze voorkeuren zijn, moeten we ervoor waken geen slaaf te worden van het comfort, dat bedrieglijke opiaat. Onze tijd vraagt een wakkerheid die je vindt in Over vrijheid – dat nota bene al in 1859 verscheen.’
‘Ik ben in gesprek met dat boek: ik schrijf veel terug in de kantlijn. Er wordt vandaag de dag zo luchthartig gekegeld met vrijheden die suffragette voor suffragette verworven zijn, maar die we, als we niet oppassen, ook zo weer kwijt zijn. Daarom moeten we met Mills intellectuele kapitaal ons voordeel blijven doen.’
Peter Terrin
Reservoir 13
Jon McGregor
‘Ik had mijn medeburgers natuurlijk al dit onheil niet toegewenst, maar voor mij is de quarantaine zeer welkom. Ik zit namelijk in de laatste rechte lijn van mijn nieuwe roman en kan de concentratie die daarvoor nodig is nu veel langer aanhouden omdat mijn vrouw en ik afwisselend voor de kinderen zorgen en ik van al mijn afspraken ontheven ben.’
‘Voor het slapengaan woon ik graag nog even in het werk van schrijvers die me altijd inspireren. Jon McGregor bijvoorbeeld. Zijn meesterlijke roman Reservoir 13 begint als een spannende thriller. In een kleine, Engelse gemeenschap is een meisje vermist, de dorpelingen verzamelen om te helpen zoeken, waarna de schrijver als het ware met een camera langs elk van hen zwenkt en inzage in hun levens geeft. Gaandeweg blijkt – zoals uiteindelijk ook bij corona zal gebeuren – dat het leven gewoon verder gaat. Het is zelfs niet te stoppen, bewijst McGregor met talloze natuurscènes.’
‘Duiven in het bos, de paartijd bij vossen, kleine en grote problemen van dorpsbewoners – ze krijgen allemaal een plaats in zijn rijke mozaïek. Als ik al een hoofdpersoon moet aanduiden, is het de tijd zelf. We volgen het dorp dertien jaar lang en daarom is dit een compacte versie van wat Proust deed. Het is een zalvend boek dat mensen vandaag hopelijk aanvaarding kan brengen. Ik vind het alleszins troostend om te lezen hoe wij allemaal maar aanmodderen, en hoe betekenisvol dat toch kan zijn.’
‘Het boek raakte me voortdurend, zonder dat het hengelt naar mijn emoties. Dat is precies zo jaloersmakend: McGregor schrijft allesbehalve spectaculair en toch is het resultaat poëtisch en mysterieus. Ik wens het iedereen vandaag toe: driemaal daags zo’n portie schoonheid en alles komt goed.’
‘Ik kom hier wel doorheen, mede dankzij boeken, die verbreding, troost of herkenning bieden’