Genoeg gechat, boomer!
Elke aflevering van ‘Wtfockdown’ bestaat uit twee of meer jongeren die via de webcam met elkaar praten.
Kleine poging tot inlevingsver mogen. Hoe zou ik me, een kleine veertig jaar geleden, als tiener gevoeld hebben, als ik wekenlang thuis had moeten zitten, mijn vrienden en mijn lief niet had kunnen zien, niet naar de scouts of het voetbal had kunnen gaan en zo meer?
Het was me wel gelukt, schat ik. Ik ben nooit bij de scouts geweest, ik voetbalde niet, het was toen net uit met mijn lief en ik kon wel enkele weken zonder mijn vrienden. Ik had mijn platen, mijn strips, mijn gitaartje en, ergens diep weggemoffeld in een kast, een softerotisch prentenboekje. Mijn tienerbestaan was een grote voorbereiding op een lockdown wegens pandemie.
De jeugd van tegenwoordig, daarentegen! Watjes zijn het. Als die een halve dag niet kunnen communiceren met de buitenwereld, verschrompelen ze. De videochats die ik nu elke dag moet houden bij wijze van vergadering, en waar ik horendol van word, houden zij bij de vleet om zuurstof aan hun innerlijke leven te geven. Het is me wat.
Als de tieners van nu even uitgevideochat zijn, dan kunnen ze sinds vorige woensdag nog elke dag kijken naar een aflevering van Wtfock, voor de gelegenheid omgedoopt tot Wtfockdown. De personages zitten in hun kot, zoals wij allemaal, en communiceren met elkaar via Messenger en via … videochat. Nog even, kort, ter herhaling, zodat het doordringt: elke aflevering van Wtfockdown bestaat dus uit twee of meer jongeren die via de webcam met elkaar pra ten. Een boomer wordt van daarnaar te kijken even horendol als van de videovergadering die hij elke dag moet doorstaan.
Ik begrijp dat ik niet tot de doelgroep
van Wtfockdown behoor, dus ik moet niet zeuren. De makers van deze webreeks weten heus wel wat jongeren bezighoudt, en ze slagen er vast op bewonderenswaardige wijze in dat in deze nieuwe afleveringen te verwerken. Passeerden tot nu de revue: ouders die besmet raken met het virus, jongeren die hun lief keihard missen en het masturberen moe zijn, en jongeren die hun wiet keihard missen omdat hun stash op is en ze niet aan nieuwe kunnen komen. Herkenbaar, ongetwijfeld. En niet slecht gedaan, gezien de beperkingen die Pieter De Crem ons heeft opgelegd. Als Wtfockdown zelfs maar één jongere kan helpen deze moeilijke periode door te komen, dan heeft het al bestaansrecht.
Op het eind komt telkens nog een verwijzing in beeld naar de website watwat.be/corona, waar jongeren met al hun angsten en vragen terecht kunnen. Watjes zijn het, ik zei het al.
Als Wtfockdown één jongere kan helpen deze moeilijke periode door te komen, dan heeft het al bestaansrecht
Wtfockdown,