Rusthuizen werden sterfhuizen, hoe kon het zo fout lopen?
Terwijl de ziekenhuizen de coronacrisis de baas bleven, kon het virus genadeloos toeslaan in de woonzorgcentra. Hoe kon het zo fout lopen? Vijf verklaringen en een onzekere vooruitblik.
1. Lockdown zonder plan
De Vlaamse woonzorgcentra zijn al sinds 11 maart in lockdown: alleen de medewerkers mogen er nog in en uit. ‘ZorgnetIcuro heeft daar hard op aangedrongen’, zegt gedelegeerd bestuurder Margot Cloet. ‘Er was enige discussie over of dit wel raadzaam was. Ik vind het nog altijd de beste beslissing die we konden nemen.’
Bewoners konden van toen af aan alleen nog vanachter het ven ster ‘contact’ hebben met de bui tenwereld. We stonden met z’n allen te zwaaien voor het raam, in de illusie dat onze ouders en grootouders veilig waren. Vier weken later blijkt dat dit in min stens de helft van de woonzorg centra niet gelukt is. Covid19 is er toch binnengeslopen, wat niet zo gek is, want het personeel gaat er elke dag binnen en buiten. Dat velen onder hen bang zijn, leest u elders in deze krant. Ze zijn niet alleen bang voor hun eigen gezondheid, ze hebben ook schrik dat ze de bewoners zouden besmetten of besmet hebben.
Wie terugkijkt, kan alleen vast stellen dat er aan de lockdown geen verder plan was gekoppeld. Minister Wouter Beke (CD&V) zei daarover deze week in het par lement: ‘Ik kon de woonzorgcen tra toch niet dichtmetselen?’
Uiteraard niet, maar door het personeel zonder mondmaskers en beschermende kledij te laten werken, heeft men wel toegelaten dat het virus binnenkwam en dat heel wat centra uitgroeiden tot een broeihaard van covid19. Waar bleef het plan van aanpak voor de woonzorgcentra die met besmettingen te maken kregen? Hoe moesten ze hun medewerkers beschermen? Waar konden ze extra medische hulp vragen? Die zaken beginnen nu een beetje vorm te krijgen, maar de plannen hadden er al veel eerder moeten liggen. Als plan A mislukt, moet je een plan B hebben.
2. Ziekenhuizen eerst
Het was alle hens aan dek toen na de krokusvakantie de eerste bevestigde gevallen van covid19 in ons land opdoken. We hadden allemaal de apocalyptische beel den uit de Italiaanse ziekenhuizen gezien, waar zieke mensen op de gang lagen te wachten op hun dood: te weinig bedden, te weinig handen, te weinig apparatuur. In allerijl begonnen de Belgische ziekenhuizen aan een ongeziene reorganisatie, waarbij vleugels leeggemaakt werden om plaats te maken voor covid19patiënten. Muren werden opgetrokken tussen propere en ‘besmette’ afdelingen en de intensive careunits werden uitgebreid. Er zat een vloedgolf zieken aan te komen, en alle ziekenhuizen stonden paraat om die op te vangen.
En we moesten met z’n allen ‘in ons kot blijven’, om ‘de curve af te vlakken’, want anders zouden de ziekenhuizen het niet bolwerken. Het goede nieuws is dat dit alles geloond heeft. De – uitgebreide – afdelingen intensieve zorg kunnen de stroom aan. De reserve ploeg artsen die klaar stond, hoeft niet in actie te komen. We over schrijden de maximumcapaciteit niet. Dokter Geert Meyfroidt, voorzitter van de Belgische ver eniging intensieve zorg, kon met trots melden dat het ergste scena rio voorkomen is. Het was toch wrang om dat te horen in de week waarin voor het eerst ook de over lijdens uit de woonzorgcentra meegeteld werden in de rappor tering van Sciensano. Zo leerden we dat er nu meer mensen in de woonzorgcentra sterven dan in de ziekenhuizen.
Hebben we ons van battlefield vergist? Feit is dat de woonzorg centra pas op de tweede rij stonden toen er mondmaskers en beschermingskledij overgevlogen en uitgedeeld werden. Sommige centra die deel uitmaken van een grotere groep, hebben het geluk dat hun managers op tijd orders voor maskers en schorten in het buitenland plaatsten. In kleinere woonzorgcentra moesten de directeurs zelf dagenlang op zoek naar alcoholgel. Burgers die thuis zaten, begonnen massaal mond maskers te naaien voor de zorg sector, maar die kunnen de beschermende FFP2maskers die nodig zijn als je een patiënt of bewoner met covid19 moet ver zorgen, niet vervangen. Of als je een test moet afnemen, waarbij je met zo’n stokje in de neus priemt: veel kans dat de bewoner dan in je gezicht niest.
3. Testen of niet
Eerst mochten de bewoners van de woonzorgcentra niet getest worden. Tot eind maart vond de overheid dat niet nodig. ‘Daar door kon het probleem in de woonzorgcentra onder de mat geveegd worden’, zegt Eddy Awou ters (68), wiens vader Louis (96) besmet raakte met covid19 en nog altijd niet genezen is. ‘Hij krijgt zuurstof en ligt aan een pijnpomp. We vrezen het ergste.’
Op 26 en 27 maart stapte Awou ters met zijn verhaal naar de media. Hij wou ermee aanklagen dat de bewoners in de woonzorg centra niet getest werden. ‘In een reactie heeft Zorg en Gezondheid toen aan de directie laten weten dat vier bewoners toch getest mochten worden, onder wie mijn vader. Ze waren alle vier positief. Intussen is een veertiental bewoners overleden, onder wie tien zeker aan corona’. Eddy Awouters zegt: ‘Iedereen heeft dit onderschat. Niet alleen de woonzorgcentra zelf, maar ook de politici en zelfs de experts. Zij keken allemaal in de verkeerde richting. Daar zijn mijn vader en vele anderen nu het slachtoffer van.’
Van nul bewoners testen, veranderde het advies naar één tot twee bewoners testen en vervolgens maximaal vijf. Als er meer bewoners ziek werden, moest men er maar van uitgaan dat ook zij het nieuwe coronavirus te pakken hadden. Alleen is dat een strategie die voorbijgaat aan het feit dat je dan ook echt iedereen in de groep besmet.
Pas deze week veranderde de teststrategie. Nu wordt in de meest getroffen woonzorgcentra iedereen getest. Niet al te vroeg hoera roepen: tot vrijdagavond waren er nog steeds woonzorgcentra die de testkits nog niet ontvangen hadden. Het gaat allemaal veel trager dan gehoopt. En het liep ook mis, toen bleek dat bij de eerste tests een verkeerde wisser in de neus van de mensen gestopt werd. Probleempje met de handleiding, een letterlijk pijnlijke zaak voor de bewoners die hier het slachtoffer van werden.
Dat het ook anders kan, blijkt uit het relaas van de Limburgse huisarts Erik Pinxten. Nadat hij in de krant en op televisie verteld had hoe vijf van zijn patiënten–
allemaal bewoners van een rusthuis – gestorven waren, werd besloten om alle bewoners ervan te testen. Vijftien bijkomende bewoners bleken positief.
‘Dit geeft de mogelijkheid om zaken te bespreken en families in te lichten’, zegt Pinxten. Een ziekenhuis uit de buurt heeft spontaan hulp aangeboden, studenten geneeskunde kwamen helpen. ‘En misschien nog het belangrijkste: ze gaan een coronaafdeling uitbouwen voor de positief geteste bewoners. Patiënten die niet erg ziek zijn, kunnen er normaal rondlopen. Ze kunnen er aan tafel eten met hun medebewoners en hebben zo een veel betere kwaliteit van leven.’
Er circuleren net iets te veel verhalen van families en huisartsen die zeggen dat hun vader, moeder of patiënt nog naar het ziekenhuis wou, maar daar niet toegelaten werd
De fundamentele vraag is of de woonzorgcentra zelf hiermee niet de doodsteek gekregen hebben. Wie wil daar nog gaan wonen? Wie wil zijn ouders daar nog achterlaten?
4. Ze gaan toch snel dood
Sterven er veel heel oude mensen aan covid19? Of is de ziekte slechts het laatste duwtje over de drempel van de dood? Eerder vroeg dan laat zou het er toch wel van gekomen zijn, zoiets. Aan de griep sterven jaarlijks ook veel ouderen. Het gevaar van die redenering is dat we een hoop mensen opgeven die nog een goed leven hadden, en daar zonder de epidemie nog jaren, zo niet maanden, van hadden kunnen genieten. Tegen een griep kun je je laten inenten, tegen het nieuwe coronavirus niet. Gemiddeld verblijven bewoners 1,5 jaar in een woonzorgcentrum, maar gemiddelden vertellen niet alles.
Hoe we naar ouderen en hun toekomst kijken, kan ook weleens meespelen in hoe we naar de zorg voor deze ouderen kijken, en hoe we de crisis in de woonzorgcentra hebben beoordeeld. Er circuleren net iets te veel verhalen van fami lies en huisartsen die zeggen dat hun ouder/grootouders/patiënt nog naar het ziekenhuis wou, maar daar niet toegelaten werd. Wellicht daarom heeft viroloog Steven Van Gucht vrijdag op de briefing van Sciensano beklem toond dat er geen reden is om ouderen of mensen met een handicap van medische zorg in het ziekenhuis uit te sluiten. Het is aan artsen om daarover te oorde len, in samenspraak met de patiënt en de familie. Er zijn nog ziekenhuisbedden genoeg. Ouderen hoeven hun zuurstoffles nog lang niet te weigeren voor een jongere patiënt.
5. Te weinig expertise
Het personeel in de woonzorgcentra is veelal laaggeschoold. Bachelorverpleegkundigen vinden het niet meer interessant om er te werken. Zorgkundigen hebben geen medische kennis of expertise. Medewerkers van Artsen zonder Grenzen die deze week gingen helpen, stelden vast dat de zorgkundigen niet eens de basisregels van de hygiëne kenden of in acht namen. Terwijl het zorgprofiel van de bewoners zwaarder werd, is de personeelsnorm niet mee omhooggegaan. ‘Er wordt al te lang bespaard in de woonzorg voor ouderen. Er zijn weinig agogische medewerkers, er is geen middenkader, de directeur staat er vaak alleen voor om beslissingen te nemen’, zegt Margot Cloet.
Moet het straks over een andere boeg? Het liefst wel. De vraag is of men van de woonzorgcentra verpleeghuizen moet maken, of dat men ze toelaat om woon en leefcentra te zijn, met voldoende omkadering, en steun van de nabije ziekenhuizen. Op diverse plaatsen in Vlaanderen is daar deze week mee begonnen. Niets te vroeg.
6. Wat nu?
Er zullen na deze coronacrisis in bepaalde woonzorgcentra veel lege kamers zijn. Ze zijn er nu al, en ze kunnen niet direct gevuld worden. Naast de psychologische en morele klap die dat met zich meebrengt, betekent het ook een ernstig financieel verlies. Zal dat ook gecompenseerd worden, zoals andere sectoren een compensatie kregen?
Fundamenteler is de vraag of de woonzorgcentra zelf hiermee niet de doodsteek gekregen hebben. Wie wil daar nog gaan wonen? Wie wil zijn ouders daar nog achterlaten?