‘Liefde en verantwoordelijkheid voor de wereld moeten weer de maat der dingen worden’
De paasboodschap van Inge Vervotte
‘Een van onze mensen vertelde dat zijn kinderen kwaad waren omdat hij ging werken, en zo hén dreigde te besmetten. Toch is hij blijven komen’
Ze zijn met steeds meer, de mensen die geloven dat we uit deze crisis moeten verrijzen als een betere versie van onszelf. Ook Inge Vervotte, die de zorggroep Emmaüs vzw leidt. Aan de vooravond van Pasen pleit ze vurig voor een nieuwe maat der dingen: ‘Liefde en verantwoordelijkheid voor de wereld’.
MECHELEN I De mondmaskersaga heeft Inge Vervotte weer op het voorplan gekatapulteerd. De ernst van de pandemie was bij velen nog niet doorgedrongen, de lockdown was nog spannend en ons land telde amper een handvol dodelijke slachtoffers, toen Vervotte op 15 maart in De zeven
de dag als eerste aan de alarmbel trok over de mondmaskers. De aangekondigde levering van vijf miljoen exemplaren kwam inderdaad nooit aan. Het bleek de voorbode van de processie van Echternach die de zoektocht naar kwaliteitsvol beschermingsmateriaal nog zou worden.
Een kleine maand later zitten we in Vervottes opvallend sobere bureau in ‘De Noker’ in Mechelen, de hoofdzetel van zorgnetwerk Emmaüs dat ze sinds 2013 be stuurt. De vzw behelst zowel zie kenhuizen als woonzorg voor ou deren, geestelijke gezondheids zorg, ondersteuning voor mensen met een beperking, jeugdhulp en kinderopvang. Er werken meer dan 7.000 mensen op 24 locaties in de provincie Antwerpen.
Het typeert Vervotte dat ze pagina’s heeft volgeschreven ter voorbereiding van dit interview. Zo was ze als vakbondsleidster twintig jaar geleden, zo was ze als minister tien jaar geleden. Vandaag spreekt ze vrijuit.
‘Ik heb direct tegen mijn mensen gezegd: ik wil niet in een situatie terechtkomen dat we met on ze rug tegen de muur staan. We zullen alles doen wat we kunnen. Gelukkig hebben we de slagkracht om actie te ondernemen. Ik kan me niet inbeelden dat ik nu op een stoel zou zitten waarop ik zou moeten afwachten.’
‘Wat we zelf doen, doen we beter.’
Vervotte: ‘Zodra ik wist dat de levering die de overheid aankon digde niet meer betrouwbaar was, zijn we met Emmaüs in actie ge schoten. De aankoopdiensten van onze twee ziekenhuizen, onze cen trale aankoopdienst, extra men sen erbij: we hebben iedereen er op gezet. Door mijn oproep op te levisie kregen we honderden mails binnen: van mensen met connecties in China, bedrijven, scholen, anonieme donaties, en zovoort. De maatschappij sprong spontaan bij. We hebben hulp gekregen van diplomaten en maar goed ook, want er zaten leveringen vast in de buurlanden. Het aantal maskers die niet de verwachte kwaliteit hadden, bleek gelukkig minimaal.’ Heeft de overheid gefaald? De liberale ministers Maggie De Block of Philippe De Backer?
‘De overheid is ongetwijfeld van goeie wil, maar met meer van hetzelfde kom je er niet. En laten we eerlijk zijn: inhoudelijk waren er ook veel discussies over die mondmaskers. Ze had sneller transparant moeten zijn, dat is wat ik de overheid verwijt. Durf ook hulp te vragen. Als je vandaag in de cockpit zit, komt er een mas sa dingen op je af. Het is een tita nenwerk om dat allemaal gestructureerd, verwerkt en juist gecommuniceerd te krijgen.’
‘Ik vind het goed dat men be paalde zaken overlaat aan experts, maar op een bepaald moment vraag je je af wie op wie aan het wachten is. En – dat heb ik geleerd door de verschillende stoelen waarop ik gezeten heb – op zo’n moment wacht ik dan niet meer. Dan ga ik in burgerlijk verzet en
doe ik het nodige om dingen ge daan te krijgen.’ Inge Vervotte in het verzet, klinkt bekend!
(lacht kort) ‘Nee nee. Het gaat gewoon om voluntaristisch dur ven te zijn en risico’s te nemen als de situatie daartoe noopt. Onze regering heeft lang gehoopt dat de oplossing zich zou aandienen door de bekende paden van aan koop via openbare aanbestedin gen te bewandelen. Maar als die paden opdrogen, moet je snel het geweer van schouder veranderen. Zoals ze later deed door bijvoor beeld de industrie aan te spreken.’ Uw partijgenoot Wouter Beke, Vlaams minister van Welzijn, ligt zwaar onder vuur wegens zijn late ingrijpen in de woonzorgcentra. Wat vindt u daarvan?
‘Ik begrijp de wanhoop van col lega’s van zorginstellingen, die met de rug tegen de muur staan. Ik zou daar óók wanhopig van worden. Maar het is duidelijk dat hier iets fout gelopen is in de be sluitvorming. Beke neemt daar de politieke verantwoordelijkheid voor, omdat hij natuurlijk ook de politiek verantwoordelijke ís voor de woonzorgcentra … Maar eigenlijk zit hij in deze situatie omdat
hij voor bepaalde zaken afhankelijk is van de expertengroep, van De Backer, enzovoort. Hij is daar het politieke slachtoffer van geworden, wat niet wegneemt dat ik snap dat mensen uit de praktijk in nood daar geen boodschap aan hebben.’ Supermoedige mensen
In de cockpit zitten volgens Inge Vervotte te weinig mensen die het hele veld van welzijn en gezondheid kunnen overschouwen. Daardoor blijft de aanpak te verticaal, meent ze. ‘Als het over gezondheidszorg gaat, denken mensen vooral aan ziekenhuizen, huisartsen en thuiszorg. Nu focust men op de woonzorgcentra, maar er zijn zoveel meer hoogrisicogroepen die beschermd moeten worden.’
‘Onze bewoners snijden dwars door alle sectoren heen. Wij hebben mensen met een beperking die zwaar zorgbehoevend zijn, mensen in een psychiatrisch centrum die ook somatische klachten hebben, jongeren in de jeugdhulp die evengoed psychische hulp nodig hebben – zij zijn óók allemaal heel kwetsbaar. Gelukkig kunnen wij dankzij onze schaal die extra verzorgingsnood opvangen. Zo is in onze psychiatrische ziekenhuizen een aparte covidafdeling opgericht en kunnen we materiaal uitwisselen waar nodig.’ Hoe gaat het met uw mensen?
‘Toen de crisis begon, was er heel even een stijging van het ziekteverzuim, maar dat heeft geen week aangehouden. Vandaag zitten we op het niveau van maartapril 2019. Wat ik heel graag wil
benadrukken, is dat onze mensen supermoedig zijn. Zij zijn boven alles bezig met anderen te beschermen, en dat is niet zo evident als het lijkt. In sommige gevallen leidt het zelfs tot spanningen thuis. Ik heb iemand gehad die vertelde dat zijn kinderen kwaad waren omdat hij ging werken, en zo hén dreigde te besmetten. Toch is hij blijven komen. In een crisis als deze zie je nog meer die intrinsieke motivatie die mensen in de zorg hebben, en die we nóóit kapot mogen maken – laat staan misbruiken.’
‘Men zegt weleens: zorg is een roeping. Dat is zeker zo, maar het mag nooit een excuus worden om de situatie te laten zoals ze is. Ik kan mij daar heel kwaad om maken! Want het is niet omdat je in trinsiek gemotiveerd bent, dat je ook niet met een externe motiva tor beloond mag worden. ( fel) Lees: correcte loon en arbeids voorwaarden.’
Er is een groeiend draagvlak om zorgkundigen financieel meer te waarderen, om de besparingen in de gezondheidszorg te stoppen. Ziet u dat ook gebeuren?
‘U noemt nu één groep, de zorgkundigen, maar wij hebben bijvoorbeeld ook woningassistenten. Dat zijn evenmin de hoogste lonen uit de sector. Het pijnlijke als werkgever in de social profit is dat wij niet op eigen houtje loon voordelen kunnen geven, wij wíl len dat ook niet. Als je begint te concurreren op basis van lonen, rijd je jezelf vast. Het is een moeilijke discussie, zeker gezien de krapte op de arbeidsmarkt, maar als ik een bepaalde doelgroep meer betaal en er staat geen verdienmodel tegenover, dan moet ik op de lange duur toch snijden. Ik heb altijd tegen mijn vakbond gezegd: nooit zal ik meewerken aan een ongezond financieel model dat eindigt in ontslagen. Liever proberen wij als grote groep te wegen op het beleid, zo dat we in de praktijk een gelijk speelveld behouden en elkaar toch niet kapot concurreren.’
Luisteren de ministers naar u?
‘Het was geen verkiezings thema. In verschillende partijpro gramma’s stond de belofte om meer te investeren in de geestelij ke gezondheidszorg, maar – laten we duidelijk zijn – dat is nog niet gerealiseerd.’
U was zelf ooit minister van Welzijn, u weet hoe moeilijk het is met al die wachtlijsten.
‘Dat is zo, en daarom heeft de overheid ook vooral ingezet op het aanbod (extra bedden creëren, red.). Dat was nodig, dat is ook leuk, want het is heel zichtbaar – elke minister pakt graag uit met extra plaatsen of begeleidingen – maar het probleem is dat de bijbe horende kwaliteitsshift is gestokt. Al van toen ik minister was, is het beleid gericht op oudere mensen zo lang mogelijk thuishouden. Dat is aan het werken, maar het gevolg is dat de mensen die in een woon zorgcentrum terechtkomen, veel zwaarder zorgbehoevend zijn dan vroeger. De zorgnoden en de druk zijn gestegen, maar daar staat geen correcte aangepaste finan ciering tegenover.’
‘De crisis heeft het besef aan gewakkerd dat men niet meer kan weglopen van kwaliteit. Men heeft ons lang voorgespiegeld dat alles opgelost zou zijn als we allemaal “efficiënter” zouden worden, maar dat klopt niet. Het is windowdressing. Mensen zullen dat niet meer aanvaarden.’
Hallo, Wouter Beke!
‘Het gaat mij niet om deze of gene politicus, maar voor mij zijn de fragmentering van de politiek en het “beheersdenken” er wél mee de oorzaak van dat men the bigger picture uit het oog verliest. Iedere politicus klampt zich vast aan zijn bevoegdheid en wil zoveel mogelijk zichtbare maatregelen binnen zijn domein, zonder zich mee verantwoordelijk te voelen voor de negatieve effecten in het aansluitende domein. Is er een probleem, dan zet men er alweer een nieuwe structuur op, maar wie houdt het overzicht? Iedereen blijft binnen zijn eigen “sector” en bevoegdheidsniveau denken. Dat moet beter na de crisis. (fel) En wat mij betreft mag het wat soberder. Er is een arsenaal van mensen die moeten scoren, dat is niet houdbaar.’
Is de taskforce van Beke geen schoolvoorbeeld van doorgeschoten fragmentering?
‘Het doel van de taskforce is om overkoepelend te werken.’
Maar het is wel steekvlampolitiek.
‘Nee, het is crisisbeheer. Dat is iets anders dan een langetermijn beleid voeren. Je moet korter op de bal spelen, er gelden andere re gels. Maar nadien worden we weer wakker in een wereld waar wél een langetermijnvisie nodig is. En dat zal een heel andere zijn.’
Bill Gates
Ik hoor u zeggen: dit is een momentum om een systeem switch door te voeren.
‘Wel, als er íéts is waar deze crisis ons keihard mee confronteert, dan het besef dat covid19 geen vervanmijnbedshow is. Het is geen Afrikaans of Aziatisch pro bleem, het is een wereldprobleem. Ik heb, zoals zovelen, onlangs de TEDtalk van Microsoftbaas Bill Gates uit 2015 gezien (‘The next outbreak? We’re not ready’, red.). Hij heeft letterlijk aangekondigd wat zou gebeuren! Van álle in spanningen die we sinds zijn voorspelling hadden kunnen leve ren om de uitbraak van het virus te voorkomen, is volgens hem am per 5 procent gerealiseerd. Maar vandaag is de uitbraak zichtbaar, nu móéten we investeren.’
‘Hoe meer je leest, hoe duide lijk het is dat alles aan elkaar ge linkt is. Het klimaatvraagstuk is gekoppeld aan dit virus. Het zal zeker niet de laatste waarschu wing zijn aan ons adres.’
En dus mogen we vooral níét de draad gewoon weer oppikken?
‘Ik kan mij inbeelden dat, als de crisis eenmaal bezworen is, be leidsmakers heel snel pragmatische maatregelen zullen willen nemen die bedoeld zijn om terug te keren naar de “normaliteit”. Een aantal mensen zal dat toejui chen, maar ik ben ervan overtuigd dat er ook een heel grote groep te leurgesteld zal zijn en zich zelfs door de politiek in de steek gela ten zal voelen. (nadrukkelijk) Ik weet niet hoe de verhoudingen zijn, maar ik denk niet dat men die groep mag onderschatten. Als het business as usual wordt, zal er veel teleurstelling zijn en misschien ook verzet. Dus laten we dat vooral niet doen.’
U zit in die groep. Wat moet er gebeuren?
‘Liefde en verantwoordelijkheid voor de wereld moeten op nieuw de maat der dingen worden. Want die verantwoordelijkheid is onherroepelijk en onlosmakelijk verbonden met onze gezondheid, onze veiligheid, onze distributiesystemen, onze toevoer van voedsel, enzovoort. Het hangt allemaal samen. En laten we voor al niet het individuele belang vooropstellen. Net nu mogen we het collectieve belang aanspre ken, want we zitten er allemaal samen in.’
Kunt u dat wat concreter maken, die ‘liefde en verantwoordelijkheid voor de wereld’?
‘Om die term in te vullen moe ten we nadenken hoe we het soli daire en creatieve vermogen van de mensen kunnen aanspreken. Vraag aan iedereen die vandaag in zijn “kot” zit: wat kunnen we doen, welke richting moeten we uit? Ik geloof oprecht dat we op dat vlak veel meer kunnen en moeten mobiliseren. Eerlijk gezegd leg ik mijn vertrouwen voor de toekomst heel graag bij de civil society.’
Meer dan bij de overheid?
‘De overheid zal het niet alleen kunnen. Ze zal alle krachten die er zijn, óók die van de grote bedrij ven, kunnen gebruiken. Er is een sterke maatschappij die wil bij dragen, alleen moet je ze aanspre ken en betrekken. We hebben het gezien bij de mondmaskers: als je een beroep doet op het solidaire en creatieve vermogen van mensen, organisaties en bedrijven, helpen ze maar al te graag.’
Dus: als de overheid de waarschuwingssignalen negeert, pleegt ze schuldig verzuim.
‘Ik ben voorzichtig met die woorden, maar het is voor mij duidelijk dat we hier samen in zitten en samen uit moeten komen. En dat zal niet lukken als de overheid hardnekkig blijft vasthouden aan haar oude gewoontes. Deze crisis is een waarschuwing: we kunnen niet meer doen alsof ze er niet geweest is. Als samenwerking niet lukt en het wordt weer business as usual, dan vrees ik een nieuwe witte woede en sociale onrust.’
‘Dat er verandering komt, staat vast: de effecten van de economische crisis zullen groot zijn. Er zal geld bijgemaakt moeten worden, dat is zo klaar als een klontje. De vraag is: bij wie zal het terechtkomen? Een rechtvaardige verdeling uitwerken wordt niet gemakkelijk. Niet iedereen zal gered kunnen worden. We wéten dat, dus we moeten de onrust voor zijn.’
Deelt u de visie dat het neoliberalisme, of de globalisering zo u wil, op zijn limieten is gebotst?
‘Nee, ik ben niet zo voor die ideologische slogans. Ik ben nooit tégen multinationals geweest, bijvoorbeeld. Ik ben heel blij dat de farmaindustrie zich inspant om een vaccin te maken. Wat ik wil zeggen, is dat economische groei lang de enige maatstaf is geweest voor vooruitgang. Dát zal verleden tijd zijn. Liefde en verantwoordelijkheid voor de wereld, bestaanszekerheid, het klimaatvraagstuk, economische groei, alles moet met elkaar verzoend worden. En dan moet men ook de transitie begeleiden. Het zal een grote uitdaging worden voor de mensen die aan tafel zitten.’
Straks vraagt men u erbij.
‘Nee nee, ze hebben mensen genoeg! (lacht)’
De coronaperiode lijkt ook tot bezinning geleid te hebben. Mensen zijn van plan om hun worklifebalans opnieuw in evenwicht te brengen. Herkent u dat?
‘Wel, ik denk dat zo’n crisis versterkt wat er al is. Voor mezelf is het des te duidelijker geworden dat ik een aantal lieve steunfiguren heb in mijn omgeving, op wie ik echt kan rekenen. Omgekeerd geldt helaas ook dat bij wie al in isolement of eenzaamheid, armoede of een geweldsituatie zat, of bij wie een panische angst heeft om ontslagen te worden bijvoorbeeld, die zaken versterkt worden. We zullen erop moeten letten dat we die mensen meenemen. Want onder de covidcrisis schuilt niet alleen een economische, maar ook een enorme sociale crisis.’
Straks is het Pasen. Wat betekent die feestdag voor u?
(glimlacht) ‘Ik heb dat altijd een van de mooiste christelijke feesten gevonden. Als kind was ik erg aangedaan door het verraad dat eraan voorafging: de massa die zich keerde tegen diegene die goed wilde doen, dat liet een diepe indruk na. Maar gelukkig was er op Pasen dat aspect van hoop. Ik ben iemand die hoop koestert, hoe donker het ook is, soms. Die energie die er zit in Pasen, de belofte van een nieuw begin, dat omarm ik.’
‘Zorg is zeker een roeping, maar dat mag nooit een excuus worden om de situatie te laten zoals ze is. Ik kan mij daar heel kwaad om maken!’
‘Elke minister pakt graag uit met extra plaatsen of begeleidingen, maar het probleem is dat de bijbehorende kwaliteitsshift is gestokt’