EU wendt afgrond af
Het financiële hulppakket van 540 miljard euro is een typisch Europees compromis. Nederland komt er niet slecht uit, maar de onenigheid blijft.
BRUSSEL I Roberto Gualtieri (Italië): ‘De voorwaarden in het noodfonds zijn van tafel.’ Wopke Hoekstra (Nederland): ‘Het ESM is beschikbaar maar daar horen voorwaarden bij.’
De twee tweets, verstuurd met twee minuten verschil, vatten het helemaal samen. Op papier hebben de Europese ministers van Financiën een indrukwekkend arsenaal in stelling gebracht. Er ligt 540 miljard klaar om de economische schokken van de coronacrisis op te vangen. Uit het Europees noodfonds ESM komt 240 miljard. De Europese Investeringsbank maakt 200 miljard vrij voor leningen aan de zwaarst getroffen sectoren. En er is 100 miljard om de lidstaten te helpen bij maatregelen tegen tijdelijke werkloosheid. De voorzitter van de Eurogroep, de Portugees Mario Centeno, toonde zich donderdag erg tevreden. ‘Als we geconfronteerd worden met enorme bedreigingen, kunnen we onze verschillen overstijgen.’
Toch is de kloof tussen de noordelijke landen, onder leiding van Nederland, en de zuidelijke lidstaten, met Italië op kop, niet overbrugd. ‘Het belangrijkste is dat de ministers de afgrond vermeden hebben’, zegt een Europese diplomaat. ‘Tegelijk zit er heel veel ambiguïteit in het compromis. Als de voorstellen echt uitgevoerd moeten worden, zullen de problemen én de tegenstellingen opduiken.’
In de eerste plaats is er het geld uit het Europees noodfonds. Nederland deed moeilijk over een versoepeling van de voorwaarden die aan dat geld verbonden zijn. Italië, Spanje, Frankrijk en Portugal eisten dat de voorwaarden – geld in ruil voor het saneren van de overheidsfinanciën en de sociale zekerheid – van tafel gingen.
Besmette term
De vier landen halen min of meer hun slag thuis. In de compromistekst staat dat het geld zonder eisen gebruikt mag worden voor kosten van ‘zorg, genezing en preventie’ die ‘direct of indirect’ met het virus samenhangen. Dat is dus veel ruimer dan de strikt medische kosten die Nederland in gedachten had.
En toch is Italië niet tevreden. De Italiaanse premier, Giuseppe Conte, liet meteen weten dat hij geen geld moet uit het noodfonds. De reden voor die houding is Italiaanse binnenlandse politiek. Het noodfonds is in Italië een besmette term omdat de indruk blijft leven dat Italië onder Europese curatele wordt geplaatst. Dat is het discours van oppositieleider Matteo Salvini en zijn invloed op de publieke opinie blijft zo groot dat Conte niet anders kan dan ESMgeld afhouden. Ook de Vijfsterrenbeweging, die in de regering zit, wil er niet van weten.
Euroobligaties
De Italianen houden vast aan euroobligaties als beste middel om de crisis te lijf te gaan. Dat zei Conte gisteren opnieuw en ook zijn minister van Economie, Roberto Gualtieri, laat het idee niet los. ‘Ik ben blij dat de coronaobligaties op tafel liggen.’
Maar liggen die echt op tafel? In de plannen van de ministers wordt gesproken over een speciaal ‘herstelfonds’ waarmee landen hun economie extra kunnen stimuleren. Het is een voorstel van de Fransen dat ook de Italianen erg genegen zijn.
Maar hoe zal dat fonds gefinancierd worden? In de tekst duiken ‘nieuwe financiële instrumenten’ op. ‘Het is duidelijk dat Italië en Frankrijk daar euroobligaties onder verstaan’, zegt een diplomaat. Het idee is dus absoluut niet van tafel, maar toch geloven weinigen dat ze er snel komen. ‘Nederland staat absoluut niet alleen in zijn verzet. De meeste noordelijke landen, inclusief Duitsland, blijven ertegen gekant.’ Dat zei de Nederlandse minister van Financiën, Wopke Hoekstra, gisteren nog eens met zoveel worden. ‘Iedereen mag erin lezen wat hij wil, maar het is glashelder dat dit geen eurobonds zijn. En tien van de 19 landen zien dat ook zo’, zei hij aan NRC Handelsblad.
‘Iedereen mag erin lezen wat hij wil, maar het is glashelder dat dit geen eurobonds zijn’ WOPKE HOEKSTRA Nederlands minister van Financiën
Het zijn de regeringsleiders die er zich over gaan buigen. Europees president Charles Michel roept hen op 23 april samen voor een videoconferentie. Zij zullen naar het bredere economische plaatje kijken. Michel wil in elk geval ‘de fundamenten leggen van een robuust economisch herstel’.
Commissievoorzitter Ursula von der Leyen heeft al gezegd dat ze de meerjarenbegroting voor 20212027 wil heroriënteren richting economisch herstel. Dat klinkt goed, maar eerst moeten de lidstaten een akkoord sluiten over hoeveel geld ze in die begroting stoppen. Ook hier staat Nederland op de rem. Kunnen ze hun politiek van ‘koppige zuinigheid’ een tweede keer opvoeren? Duidelijk is wel dat het niet Von der Leyen en Michel zijn die beslissen wat er zal gebeuren. ‘Merkel, Macron en Rutte hebben de touwtjes in handen genomen’, zegt de diplomaat.