TEN OORLOG!
Nous sommes en guerre. De Franse president Emmanuel Macron herhaalde het wel een keer of zes, toen hij de chers compatriotes duidelijk wilde maken hoe ernstig de situatie was.
In de financiële wereld spitsen ze dan de oren. Oorlogsretoriek is er heel gebruikelijk. Dat was ook al zo tijdens de financiële crisis. Hoe vaak is het woord bazooka intussen al niet gebruikt? Zo vaak dat het zijn oorspronkelijke betekenis dreigt te verliezen. Een financiële ba zooka was oorspronkelijk een zodanig grote geldinjectie dat een probleemsituatie daarmee meteen onder controle was gebracht. Maar als je twee, drie of vier bazooka’s moet afvuren en dan nog de problemen niet bedwongen hebt, wordt het dan geen tijd om de beeldspraak te herzien?
Nu is een bazooka eigenlijk helemaal niet zo’n allesvernietigend wapen. Je kunt het vanaf de schouder afvuren, en in het beste geval wordt er een tank mee uitgeschakeld. Om een oorlog in je voordeel te beslechten, is wel iets meer nodig. In dat licht is de bazookabeeldspraak nu misschien juist wel goed gekozen: een wapen dat tijdelijk enig soelaas biedt, maar herhaaldelijk ingezet moet worden voor een optimaal effect, en zonder aanvullend wapentuig niet volstaat.
Samen met de monetaire bazooka deed ook andere krijgskundige terminologie haar intrede in de financiële wereld. Centrale banken zetten tegenwoordig hun ‘grof geschut’ in, ze schieten ‘salvo’s’ af, waarvan de ‘vuurkracht’ in duizenden miljarden euro’s of dollars wordt gemeten. Het is een beeld waar je in krantenartikelen vele kanten mee uit kan, getuige de talrijke manieren waarop wordt voortgeborduurd op het thema. Soms wordt de vraag gesteld of de bazoo ka wel ‘raak schiet’, dan weer krijgt een centrale bankier het verwijt de bazooka ‘verkeerd vast te houden’ of met een ‘waterpistool’ te schieten in plaats van met een antitankwapen. In de Angelsaksische wereld is het monetaire tegendeel van de bazooka trouwens niet het waterpistool, maar de proppenschieter.
Politici zitten intussen helemaal op dezelfde lijn. Toen de ministers van de eurozone vorige week de besprekingen startten over een adequaat financieel antwoord op het virus, tweette voorzitter Mario Centeno dat er een ‘nieuwe verdedigingslinie’ zou worden aangelegd.
Al deze beeldspraak is eigenlijk niet echt goed gekozen. Geschut zet je in tegen een zichtbare vijand die verslagen moet worden, maar in de financiële wereld is die er niet echt. Er wordt gestreden tegen tamelijk ongrijpbare fenomenen zoals conjunctuurschokken en marktsentimenten. De financiële injecties dienen om ontwrichting van de economie te voorkomen, en om ongeruste beleggers te kalmeren.
Een bazooka is eigenlijk helemaal niet zo’n allesvernietigend wapen
In die zin is de nieuwste beeldspraak die je nu hier en daar ziet opduiken, beter gekozen. De Europese Unie heeft deze week een aantal ‘vangnetten’ gespannen, zo heet het. Daarmee kunnen overheden, werknemers en bedrijven opgevangen worden die anders meegesleurd zouden worden in de val van de instortende economie. Leent deze beeldspraak zich ook tot journalistieke creativiteit? Bij vangnetten denk je al snel aan het circus, waar voorkomen moet worden dat acrobaten en trapezewerkers te pletter storten als ze onverhoeds zouden misgrijpen. Het lijkt lastig om dat beeld door te trekken naar de Europese onderhandelingen. Maar moeilijk gaat ook. ‘Om iedereen aan boord te krijgen, was wel de nodige verbale acrobatiek nodig’, schreef Trouw vrijdag.