Moneytime voor de corona-apps
Ook in België zit de selectieprocedure voor ‘contact tracing’apps in een stroomversnelling. Maar wat betekenen ze voor onze privacy en zijn ze wel nuttig bij het indijken van het virus?
BRUSSEL I De volgende dagen gaat de Belgische overheid beslissen welke ‘contact tracing’app deel zal uitmaken van de exitstrategie uit de coronarestricties. Formeel is er ‘nog niet beslist een app te lanceren’, klinkt het bij het kabinet van minister van Digitale Agenda en Privacy Philippe De Backer (Open VLD), die de regie heeft over het dossier. Maar gesprekken met ontwikkelaars zijn vergevorderd en overal in Europa gaat het snel.
Dergelijke apps, waarmee u kunt nagaan of u in contact bent geweest met een besmette patiënt, zullen voor veel EUlidstaten onderdeel zijn van een geintegreerde aanpak om nieuwe besmettingen binnen de perken te houden. In het meest bescheiden geval kunnen ze gebruikers waarschuwen dat ze risico lopen op besmetting. In een meer uitgebreid scenario kunnen gezondheidsinspecteurs met behulp van de apps nagaan hoeveel risico gebruikers echt lopen na contact met een patiënt, of met wie ze nog in contact zijn geweest. Ook kunnen ze hen geruststellen en vragen zich te isoleren of te laten testen.
‘Geen big brotherstaat’
De Nederlandse regering publiceerde deze week een shortlist van zeven apps die ze uit meer dan 700 ingeleverde voorstellen koos. Die zeven moeten hun broncode vrijgeven en worden dit weekend getest in een ‘appathon’: een digitaal evenement waarbij experts de makers ervan ondervragen en het publiek mee kan volgen en suggesties kan mailen.
De Europese Commissie benadrukte deze week dat ze apps wil die niet verplicht worden en die de privacy bewaren. Ze wil ook dat de apps ontmanteld worden zodra ze niet meer nodig zijn.
Terwijl minister De Backer zich over concrete appdesigns buigt en daarbij ‘rekening houdt met de Europese standpunten’, tekent zich ook in het federale parlement een draagvlak af om te debatteren over de contouren van een coronaapp, voor die er komt. Groenparlementslid Jessika Soors roept via een resolutie op in te zetten op een toepassing die zo weinig mogelijk individuele en locatiedata vrijgeeft. ‘Die app moet kaderen in een bredere strategie van volksgezondheid, om mensen te beschermen, niet om te controleren’, zegt Soors. Ook Open VLDfractieleider Egbert Lachaert, partijgenoot van De Backer, is daarvoor gewonnen. ‘Als liberalen willen wij absoluut geen big brotherstaat.’
Los van de privacyoverwegingen kan een app slechts succesvol zijn in combinatie met andere maatregelen, zoals breed testen. Om ook in België een goedwerkende app klaar te hebben voor het land ontwaakt uit zijn halfslaap, moeten in korte tijd nog flinke knopen doorgehakt worden (zie hiernaast).