‘In Wallonië is het ondenkbaar dat een burgemeester met zo’n pas zou afkomen’
Een burgemeester kan een strandverbod invoeren. Maar de openbare orde handhaven op basis van fiscaliteit of eigendomsrecht, maakt weinig kans in de rechtbank.
BRUSSEL I Regeren is vooruitzien. En dus lanceerde de Oostendse burgemeester Bart Tommelein (Open VLD) het idee van een strandpas. Wie de stad inkomsten bezorgt, moet deze zomer voorrang krijgen. Kan dat zomaar?
Een burgemeester heeft het recht om de toegang tot of de aanwezigheid op bepaalde plekken in zijn gemeente te beperken. Artikel 135 van de nieuwe gemeentewet geeft erg ruime bevoegdheden. Punt vijf van het artikel stelt de burgemeester in staat de ‘passende maatregelen’ te nemen om ‘rampen en plagen, zoals brand en epidemieën te voorkomen’.
‘In principe mag iedereen de publieke ruimte betreden: het strand maakt daar deel uit van uit’, zegt Nathalie Debast (Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten). ‘Maar als het strand overbevolkt raakt, kan de burgemeester ingrijpen. Het is beter dat hij dat op voorhand regelt. Het zou frustrerend zijn dat mensen eerst een treinreis maken en dan merken dat ze het strand niet op mogen. Dat creëert chaos. Veel zal afhangen van de epidemiologische context van het moment.’
Frigoboxtoeristen
Het artikel uit de gemeentewet in kwestie is al erg oud en wordt dikwijls gebruikt om betogingen te verbieden of samenscholingen op bepaalde plekken tegen te gaan en zo de openbare orde te verzekeren. Maar als Tommelein de toegang tot het strand wil moduleren, moet hij vooraf enkele voorwaarden vooropstellen.
‘Die criteria moeten pertinent zijn’, weet professor staatsrecht Hendrik Vuye (Universiteit Namen). ‘Tommelein gebruikt het eigendomscriterium (een woonst in Oostende) of het fiscaal criterium (het betalen van gemeentebelasting, een belasting tweede verblijf of een toeristenbelasting in de hotels) om de openbare orde te handhaven. Wie daarover nadenkt, weet dat de koppeling gevoelig ligt. Alsof een eigendomsrecht automatisch toegang geeft tot een publieke plek.’
Het voorstel van Tommelein krijgt mede daarom veel tegenwind. Behalve bij de vertegenwoordigers van Vlaams Belang, die enthousiast klinken over de aparte invulling van de ‘eigen volk eerst’gedachte. Zijn idee suggereert dat de burgemeester de dagjesmensen liever kwijt dan rijk is. Het doet denken aan de legendarische uitspraak van de Knokse burgemeester Leopold Lippens, nu al dertig jaar geleden, dat de ‘frigoboxtoeristen’ voor zijn part andere oorden mochten opzoeken. Zij baatten de plaatselijke middenstand niet.
Plaatselijke sheriffs
Zowat elke burgemeester die de aanpak van Tommelein wil kopiëren, denkt dus beter twee keer na. De oplijsting van toegangscriteria kan snel eindigen voor de Raad van State. Ook blijft de vraag hoe het bezit van de strandpas wordt gehandhaafd. Vuye ziet lange rijen opdoemen aan dranghekken met strandgangers die in volle zon aanschuiven. En mogen mensen met een strandpas worden vergezeld van vrienden of partners die geen band hebben met de koningin der badsteden? Tommelein zelf belooft speciale ‘strandpatrouilles’.
Dat illustreert hoezeer burgemeesters zich als plaatselijke sheriffs kunnen gedragen. Het lijkt ons terug naar de middeleeuwen te katapulteren. ‘Daar zitten we al in door de invoering van de GASboetes’, repliceert Vuye. ‘Ook dat gebeurt volgens de gemeentelijke geplogenheden. In Wallonië (Vuye woont over de taalgrens, red.) is het ondenkbaar dat een burgemeester met zo’n pas zou afkomen.’
Blijft de vraag waarom Tommelein, toch een liberaal, zijn toevlucht neemt tot zo’n vrijheidsbeperkend besluit. Een paar weken geleden stelde hij dagjestoeristen gelijk aan tweedeverblijvers en raadde hij hen allen aan om niet naar de kust te gaan. Nu doet hij het omgekeerde en belooft hij tweedeverblijvers de ongestoorde toegang tot het strand.
Vuye heeft er een uitleg voor. ‘Die tweedeverblijvers zijn razend omdat ze hun eigendomsrecht niet kunnen uitoefenen. Zij stemmen vooral Open VLD en NVA. Tommelein, die tenslotte kandidaat is bij de voorzittersverkiezingen, wil kennelijk zijn blunder rechtzetten.’ Wie de filmpjes van die andere kandidaatvoorzitter, Els Ampe, gadeslaat, beseft dat de campagne op het scherp van de snee wordt gevoerd.
HENDRIK VUYE Professor staatsrecht (Universiteit Namen)