Het verdriet van Italië, eenzaam in Europa
Terwijl Italië treurt om meer dan 22.000 coronadoden, groeit het gevoel van verlatenheid. ‘Welk nut heeft het om lid van de EU te zijn, als de solidariteit zoek is op zo’n cruciaal moment?’
BRUSSEL I Een aanzienlijk deel van de tienduizenden Italiaanse doden was tachtig jaar of ouder. ‘Italië neemt afscheid van de generatie uit de jaren 40, geboren rond de Tweede Wereldoorlog en gestorven door een globale pandemie’, schreef de Napolitaanse auteur Antonio Scurati deze week, in een emotioneel eerbetoon. ‘Een generatie die bommen, honger en deportaties heeft overleefd, en nu sterft, geveld door een longinfectie.’
Italië zegt de kinderen van de jaren 40 vaarwel, de kinderen van de hoop, de mannen en vrouwen van de heropbouw. ‘We verliezen de generatie die zich de geur en de ontberingen van de oorlog nog herinnerde. We verliezen handen met eelt erop, getekende gezichten met diepe rimpels, handen die puin hebben geruimd, cement hebben gemaakt en ijzer geplooid’, schrijft Scurati. ‘We verliezen de generatie van de Fiat 500, van de eerste koelkasten, en van de televisie in zwartwit.
Met hen verliezen we ook hun ervaring, begrip, geduld, veerkracht en respect.’
De Italianen die achterblijven, zijn veroordeeld tot een eenzaam huisarrest. ‘De wekenlange quarantaine begint een emotionele tol te eisen’, zegt psychologe Maria Quarato aan de telefoon. ‘Bij mijn patiënten stel ik telkens weer een verarming van het sociale netwerk vast. Maar precies dat legt de Italiaanse regering nu aan alle burgers op. De focus ligt in deze coronacrisis uitsluitend op het fysieke welbevinden, niet op de emotionele kant van de zaak. Dat is niet zonder risico. De angst en het gevoel van rouw worden voortdurend gevoed door te praten over de doden en het schrikbeeld van de economische crisis. Moedeloos springen mensen van het balkon. Het aantal zelfmoorden in Italië neemt toe.’
Lega gebruikte autonomie niet
Het Italiaanse verdriet om het verlies van tot nu 22.745 landgenoten door covid19 is zo groot, dat de Italianen nog niet eens begonnen zijn met het verwerken ervan. ‘Het is nog niet helemaal doorgedrongen, we zitten nog in de fase van de schok’, zegt Franco Pavoncello, politicoloog en universiteitsrector in Rome, in een Whatsappgesprek. Tegelijk maakt Italië een eerste balans op van waar het misgelopen is.
In een striemend artikel haalde de Milanese krant Corriere della Sera deze week uit naar Attilio Fontana, de gouverneur van het zwaar getroffen Lombardije, die in plaats van snel zijn regio af te sluiten, liever wachtte op een nati
Op een moment dat Europa nood had aan eenheid, sloeg de discussie over instrumenten om de getroffen landen te helpen, een wig tussen Noord en Zuid
onaal initiatief daartoe vanuit Rome. Fontana behoort nochtans tot Lega, een partij die hard strijdt voor meer regionale autonomie, maar de eigen bevoegdheden op een cruciaal moment als dit uiteindelijk niet gebruikte.
Ook de dramatische gevolgen van een regionaal besluit om covid19patiënten in Lombardije vanuit de ziekenhuizen naar verpleegtehuizen voor bejaarden te brengen, zette Italië in rep en roer. In één verpleegtehuis in Milaan vielen sinds maart al 143doden, het gerecht is deze week een onderzoek naar doodslag gestart.
De Italianen staan ook stil bij wat wél goed ging. Ze zijn blij dat Italië snel vluchten uit China tegenhield, en als eerste land in Europa een lockdown aankondigde. Die quarantaine kon het hoge aantal doden in Lombardije niet voorkomen, maar daardoor bleven wél het centrum en het veel armere zuiden van Italië grotendeels van het coronavirus gespaard. Had covid19 met eenzelfde intensiteit toegeslagen in Calabrië of Sicilië – veel armere regio’s met veel minder ziekenhuizen en medisch personeel – dan had Italië nu een veelvoud van het aantal doden te betreuren.
Ondanks de vergissingen in Italië zelf, legt analist Franco Pavoncello een verpletterende verantwoordelijkheid bij China. ‘Peking heeft te lang de ernst van de situatie verzwegen, en zo de kans laten liggen om erger te vermijden. Nu blijkt duidelijk dat de wereld zich niet langer zo’n totalitair regime kan veroorloven.’ In de tweede plaats wijst hij naar Europa. ‘Toen Italië de vluchten uit China tegenhield, had Europa die beslissing meteen over het hele continent moeten doortrekken. Omdat dat niet gebeurd is, bleek het Italiaanse inreisverbod uit China uiteindelijk een maat voor niets.’
Een gemeenschappelijke Europese aanpak om het dodelijke virus buiten Europa te houden, bleef uit. Kort daarna brak de discussie los over de financieeleconomische instrumenten om de in deze crisis getroffen landen te helpen. Op een moment dat Europa nood had aan eenheid en eendracht, sloeg die discussie een wig tussen Noord en Zuid. Onder meer Nederland verweet het Zuiden eerst zelf de remmen te hebben losgegooid, en daarna om financiële solidariteit te vragen. Het trotse Italië reageerde emotioneel, en vond steun bij Spanje en Portugal.
Naar de periferie
Na twee gespannen videoconferenties raakten de Europese ministers van Financiën het weliswaar eens over een financieel reddingspakket van 540 miljard euro dat de impact van de crisis moet verzachten. Maar de grote discussie over het ‘Marshallplan’ dat Europa straks uit de recessie moet halen, wordt donderdag voortgezet.
Dat is een technische discussie over de centen. Het Italiaanse ongenoegen met Europa is veel breder en zit veel dieper. De psychologische impact van de Duitse weigering om mondmaskertjes met het zwaar getroffen Italië te delen, valt niet te onderschatten. Zoiets voedt het Italiaanse gevoel van verlatenheid. De Italianen krijgen het gevoel dat ze weggedrukt worden naar de Europese periferie, dat ze er alleen voor staan. Nieuw is dat niet. De voorbije jaren voelden veel Italianen al een gebrek aan Europese solidariteit wat migratie betreft, een gevoel waarbij de eurosceptische populist Matteo Salvini goed garen kon spinnen. Maar nu steekt de moedeloosheid ook de liefhebbers van Europa aan.
Nog maar een jaar geleden nam het Italiaanse centrumlinkse Europarlementslid Carlo Calenda deel aan de Europese verkiezingen met de slagzin ‘Wij zijn Europeanen’. Maar vandaag worstelt zelfs Calenda, oudminister en voormalig permanente vertegenwoordiger van Italië bij de EU, met de verdediging van het Europese project waarvoor hij zich al zijn hele loopbaan inzet. ‘Dit is een existentiële dreiging en ik ben niet zeker dat we het zullen halen’, zei Calenda onlangs tegen de Financial Times. ‘Mijn partij
(Azione, of ‘actie’ red.) is een van de meest proEuropese in Italië, en toch krijg ik nu berichten van leden die me vragen waarom we eigenlijk nog in de EU willen blijven.’ Volgens Calenda schuiven duizenden proEuropese Italianen nu in die richting op.
Italexit
Ook de Italiaanse president Sergio Mattarella waarschuwde vorige maand al dat de toekomst van Europa op het spel staat als de Europese instellingen er niet in slagen solidariteit met Italië te tonen. ‘Ik hoop dat iedereen de ernst van de bedreiging tegenover Europa ten volle beseft, voor het te laat is’, zei Mattarella, een gematigde man die bekendstaat als een verdediger van de Italiaanse grondwet en van internationale allianties.
Waarschuwde de president voor een Italiaans vertrek uit Europa? De schade van een ‘Italexit’ is niet te overzien. Italië, lid van de G7, is een stichtende lidstaat van de Europese Unie, die een nettobijdrage levert aan de Europese begroting, en de derde economie van de eurozone vormt. Een Italiaans arrivederci kan het hele Europese project onderuithalen.
‘Woede is niet het juiste woord. De Italianen zijn niet zozeer boos op Europa’, zegt Franco Pavoncello. ‘Ze hebben meer het gevoel dat hun aanwezigheid in Europa futiel is. Italië heeft de voorbije weken tienduizenden mensen verloren. Je hoort mensen zeggen: als op zo’n intens moment van verdriet en verlies nog gehengeld moet worden naar solidariteit, wat voor zin heeft het EUlidmaatschap dan nog?’
Affectie ebt weg
Een Italexit is volgens Pavoncello niet voor morgen – de Italianen weten zelf ook heus wel wat ze op financieel vlak aan Europa hebben. Toch is dit volgens hem een sleutelmoment: ‘Het misprijzen vanuit het Noorden tegenover die zuiderlingen die toch maar hun geld over de balk smijten, past niet bij het idee van één Europese continentale familie. Europa moet inzien dat het een groot gebaar tegenover Italië moet stellen, om die kloof weer te dichten. Gebeurt dat niet, dan zal de financieeleconomische Unie wel standhouden, maar dan zonder nog veel gevoel, affectie of enthousiasme voor het Europese project bij de Italianen.’
‘De focus ligt in deze crisis uitsluitend op het fysieke welbevinden, niet op de emotionele kant van de zaak. Dat is niet zonder risico’
MARIA QUARATO
Psychologe