‘Koersen zonder publiek? Dan rij ik niet zo rap, vrees ik’
Een jaar na zijn spraakmakende winst in de Amstel Gold Race zit Mathieu van der Poel niet depressief in zijn zetel, ondanks de coronastop. ‘Ik wil de Tour rijden en schitteren in de uitgestelde klassiekers.’
Een jaar geleden tekende hij in de Amstel Gold Race voor een van de meest unieke ontknopingen in het wielrennen. Geen bisnummer evenwel voor Mathieu van der Poel (25) zondag: hij zit noodgedwongen met vriendin Roxanne in zijn kot in ’s Gravenwezel. ‘Ik blijf wel goed trainen’, vertelt hij via de telefoon. ‘Zolang het goed weer is, doe ik lange ritten van zo’n 200 kilometer. Dan ben je toch een tijdje bezig. Alvast plezanter dan op de rollen rijden. Stel je voor dat ik in Monaco woon, waar je niet buiten kan sporten. Dan word ik gek. Ik volg niet echt een trainingsschema, ik doe waar ik zin in heb om de condi tie te onderhouden. Ik zit ook één aan twee keer per week op de mountainbike, als afwisseling. Een crossfiets heb ik niet meer. Ik ga wel niet graag alleen op pad. Ofwel gaat Zdenek Stybar mee – die woont in Kapellen – of mijn broer David.’
Wordt het niet steeds moeilijker om de motivatie te vinden om op de fiets te kruipen?
‘Dat valt wel mee. Ik besef maar al te goed dat koersen er voor een tijdje niet inzit, maar je moet je daarbij neerleggen. Dit is een onwerkelijke situatie, maar ik ben zeker niet depressief aan het worden. Ik heb ook het voordeel dat ik het veldritseizoen achter de rug heb en de meeste wegrenners niet. Dat scheelt. En wij hebben het geluk dat we buiten mogen. Mocht dat niet zo zijn, dan zou ik wel de muren oplopen.’
Wat mis je naast het koersen het meest?
‘De band met het team, met ploegmaats onderweg zijn, bijvoorbeeld. En het sociaal contact met vrienden. Ik spreek nogal graag af, maar dat kan nu dus niet.’
‘Voor de rest: tijdens het wielerseizoen is het ook trainen en rusten, dan zit je thuis ook in een soort quarantaine. En ik moet zeggen: deze mentale rustperiode doet deugd. Dat is iets positiefs in deze situatie. Voor het eerst in lange tijd voel ik geen druk heb en moet ik niet bezig zijn met het toeleven naar wedstrijden.’
In het najaar wordt er in principe weer gekoerst. Wat vind je van de nieuwe kalender van de UCI?
‘Het is positief dat we een paar mikpunten hebben gekregen, daar kunnen de renners zich aan vastklampen. Voor een duidelijke planning is het nog te vroeg, veel zal ervan afhangen of de Tour de France twee extra teams laat deelnemen. Dan hoop ik echt dat we erbij zijn. Philip Roodhooft heeft al contact gehad met ASO, ik wil de Tour rij
den. Aan een andere grote ronde denk ik niet echt. Ik focus nu op de Tour en de klassiekers.’
De voorjaarsklassiekers in het najaar: het wordt eens iets anders.
‘Dat gaat heel speciaal zijn. En onder welke weersomstandig heden? Als we mogen rijden, dan moeten we dat gewoon doen, ook al wordt het een andere beleving. Al kan ik het mij niet inbeelden dat ze de Ronde van Vlaanderen gaan organiseren zonder vips en publiek. Dat is toch een grote inkomstenbron. We zijn dan ook al enkele maan den verder, ik hoop dat het gewone leven dan toch weer opge pikt zal worden. De Oude Kwaremont of Paterberg oprijden zonder publiek, dat maakt het minder plezant. Ik rij dan niet zo rap naar boven, denk ik. (lacht) Ik heb die sfeer nodig, dat is het mooie aan de koers. Maar als het moet, dan moet het.’
Hoop je nog op een WK mountainbike? Dan was naast de Olympische Spelen je grote doel dit seizoen.
‘Ik heb vernomen dat het wellicht verplaatst wordt naar volgend jaar. Dat is dus nog afwachten, maar de koersen op de weg zullen sowieso voorrang krijgen. Ook het veldrijden zal voor mij even moeten wijken. Er ontstaat nu trouwens een grotere overlapping en cross komt op de tweede plaats. Dat zal voor na het wegseizoen zijn. 2021 zal eruitzien zoals 2020 er had moeten uitzien: WK veldrijden, voorjaarsklassiekers, Wereldbekers en WK mountainbike en als topdoel de Olympische Spelen.’
Je kon door de Ronde van Zwift niet deelnemen aan de Ronde van Vlaanderen op de rollen. Jammer?
‘Neen, ik was blij dat ik niet kon meedoen. (lacht) Ik heb een stukje gekeken, ze zagen er achteraf nogal afgepeigerd uit. Koersen op de rollen, dat is niet mijn ding. Geef mij maar het echte werk. Ik heb meegedaan aan de Ronde van Zwift (Van der Poel eindigde zo’n minuut achter winnaar Lionel Sanders, red.), maar dat is toch iets aparts. Je moet het als een spelletje aanpakken, met power ups, en hebt ervaring nodig. Al geef ik toe: eens je bezig bent, ga je daar wel in op. De wattages die worden getrapt, zijn onvoorstelbaar. Dat zag je ook bij Van Avermaet en co. in die virtuele Ronde. Maar het hangt ook af op welke rollen je rijdt, er is wel wat afwijking. Maar ik hou er niet van. Net als Strava: ik zet daar maar af en toe mijn trainingen op. Al ben ik wel een van de weinige profs die alles uploaden, ook hartslag en wattage. De rest verbergt dat allemaal en dan is het niet interessant om te bekijken. Uiteindelijk is het nog altijd in de koers zelf dat het telt.’
Voor de Omloop Het Nieuwsblad moest je ziek afzeggen. Toch geen corona?
‘Neen, het was een gewone griep. Maar ik geef toe: ik ben toch wel bang om besmet te raken. Ik hou me echt aan de regels en kom niet in de buurt van anderen. Bij wielrenners is er altijd die vrees om ziek te worden en ik ben altijd al voorzichtig geweest. Als je nu leest dat het virus blijvende schade aan de longen kan veroorzaken, dan wil je dat zeker niet oplopen. Ik ga niet naar de supermarkt bijvoorbeeld. Hoewel, dat deed ik daarvoor ook amper.’ (lacht)
‘Ik geef toe: ik ben bang om besmet te raken. Als je leest dat het coronavirus blijvende schade aan de longen kan veroorzaken ...’