Ook in een crisis moet je transparant besturen
Dat experts nu zo’n grote politieke rol spelen, baart PATRICK LOOBUYCK; STEFAN RUMMENS en ANDREAS TIREZ zorgen. Het is niet de bedoeling dat de democratie zich even laat vervangen door een technocratie.
De coronacrisis dwingt ons om dingen anders te organiseren. Dat geldt ook voor de politiek. De belangrijkste coronamaatregelen hebben niet het normale politieke traject doorlopen. De Nationale Veiligheidsraad heeft ze genomen in directe samenspraak met experts. Ook de heropstart van de samenleving in al zijn facetten is uitbesteed, aan de Groep van Experts belast met de Exitstrategie (GEES).
Het is zonder meer een uiting van goed bestuur dat politici zich nauwgezet op de bevindingen en aanbevelingen van wetenschappers baseren, zeker in een crisis. Maar we krijgen soms de indruk dat het beleid en de aanbevelingen van experts samenvallen en de democratie zich even laat vervangen door een technocratie. Dat is niet de bedoeling.
Wetenschap en politiek hebben elk een eigen logica en kerntaak. Wetenschap is beschrijvend en zoekt hoe de wereld in elkaar zit. Wetenschappers verzamelen feiten en schrijven modellen en scenario’s uit. Politici maken beleidskeuzes en willen kosten en baten verdelen op een manier die strookt met hun ideologie. Politieke keuzes zijn niet neutraal en volgen nooit zomaar uit de wetenschappelijke feiten. Wetenschappers kunnen alleen de mogelijkheden zichtbaar maken en informeren over de gevolgen van keuzes.
Wat met psychisch welzijn?
De eerste crisismaatregelen vloeiden nog vrij gemakkelijk voort uit de adviezen van experts: social distancing en een semilockdown. Hoewel er bijvoorbeeld over de tweedeverblijvers aan zee ook al politieke discussie was, waren er op veel punten weinig alternatieven. De exit en het herstelbeleid laten meer ruimte voor politieke en ideologisch gekleurde beslissingen. Technocratie zal weer meer democratie worden en de politieke tegenstellingen zullen zich opnieuw laten voelen.
Nu de experts zo’n grote politieke rol spelen, maken we ons zorgen over twee punten. Eerst is er de vraag of de geconsulteerde expertengroep divers genoeg is. GEES bestaat uit vijf virus en infectiespecialisten, één juriste, drie mensen met een bestuurlijk, economisch profiel en één iemand met een sociaal profiel. Zo’n expertengroep moet natuurlijk werkbaar zijn en kan onmogelijk alle relevante perspectieven afdekken. Maar het valt wel op dat er niemand aan boord is die als expert iets kan zeggen over het psychische welzijn van mensen die wekenlang thuis moeten blijven of over de pedagogische impact van de scholen die gesloten blijven.
De experts die ons in het begin door de crisis hebben geleid, hadden vanuit hun achtergrond vooral aandacht voor de ziekenhuizen. Vandaar de terechte bekommernis om de curve met ziekenhuisopnames af te vlakken. Maar het zou kunnen dat het gebrek aan diversiteit onder experts er mee toe geleid heeft dat de zorgsector buiten de ziekenhuizen onvoldoende aandacht heeft gekregen en zich onvoldoende heeft kunnen voorbereiden.
Ten tweede is het vanuit democratisch oogpunt beter als burgers meer inzage krijgen in de verschillende modellen en keuzemogelijkheden die de experts aan politici voorleggen. Toen Marc Van Ranst afgelopen dinsdag in De afspraak de vraag kreeg wat we al mogen weten over het expertenverslag voor de Nationale Veiligheidsraad de dag erop, zei hij doodleuk: ‘Niets’. Dat vond Bart Schols prima. Zo komen we niet te weten of er voor politici iets te kiezen viel, of er verschillende scenario’s op tafel lagen, welke gevolgen die scenario’s zouden hebben en welke politieke afwegingen er gemaakt zijn. Het gaat nochtans over zaken die iedereen aanbelangen. En als het fout gaat, komen politici te gemakkelijk weg met het argument ‘we volgen de experts’.
Paternalisme
Idealiter tekenen de wetenschappers steeds verschillende (exit)scenario’s uit, met elk hun impact op economie, gezondheid, (kans)armoede en welzijn. De experts hoeven niet tot hetzelfde advies te komen. Het is aan de politici om keuzes te maken en aan de burgers om die te beoordelen. Dat wordt ons onmogelijk gemaakt. De experts en de overheid weten blijkbaar wat goed voor ons is. Zo’n paternalisme staat haaks op het idee van democratisch burgerschap en politieke legitimiteit.
Meer transparantie geeft ook de mogelijkheid om de adviezen aan te vullen met andere expertise en met kennis en ervaring van op het terrein, zodat politici breder gedragen en fijner afgestemde beslissingen kunnen nemen. Elke expertengroep, hoe divers ook, heeft blinde vlekken. De fout gelopen communicatie over het bezoek aan de woonzorgcentra illustreert ons punt. Maar ook de heropening van de scholen of de mogelijke invoering van tracking apps dreigen fout te lopen als beslissingen niet gebaseerd worden op een breed en transparant debat.
Transparantie kan valse verwachtingen creëren en leiden tot chaotisch en oeverloos gekibbel. Maar politiek leiderschap kan en moet dat counteren. Een crisis rechtvaardigt het gebrek aan transparantie niet. We vragen de experts en politici om transparanter met de burgers te communiceren. Niet alleen over hun beslissingen, maar ook over de keuzes en scenario’s die voorliggen. De expertenverslagen, de adviezen en rapporten van de belangrijkste werkgroepen en taskforces moeten publiek worden gemaakt. Laten we er samen op toezien dat het virus niet ook onze democratie onnodig aantast.
Het is aan de politici om keuzes te maken en aan de burgers om die te beoordelen