Hoeveel solidariteit blijft de jeugd opbrengen?
‘Wij, ouderen, zullen onszelf wel beschermen’
Na een maand in lockdown worden bijna geen jonge mensen meer opgenomen in het ziekenhuis en blijken vooral de ouderen de zwaarste last van het nieuwe coronavirus te dragen. Wat zegt dat over onze lockdown? Moeten ook jongeren en jonge gezinnen zich blijven afzonderen om de oudste generatie te redden van de dood, terwijl de ouders daarbij misschien financieel moeten inleveren en de jongeren een schooljaar dreigen te verliezen, in het ergste geval? En wat met opflakkerend familiaal geweld, omdat de stress tussen vier muren te hoog oploopt?
Zoveel vragen, maar toch vooral die ene: heeft het nog zin om de algemene lockdown aan te houden?
Het wordt een belangrijk onderdeel van de exitstrategie die wordt uitgewerkt, zei Sciensanoviroloog Steven Van Gucht vrijdag in deze krant. Op basis van de opnames in ziekenhuizen en het sterftecijfer worden modellen gemaakt om te voorspellen wat de verschillende scenario’s zijn als bijvoorbeeld de scholen heropenen. Het wordt hoog tijd om jongeren weer dat perspectief te geven.
Van Gucht zei ook dat de ‘risicogroepen’ nog lange tijd afgeschermd zullen moeten worden, zeker in de woonzorgcentra. En dat er ook in andere sectoren nagedacht moet worden over een blijvende barrière tussen jongeren en ouderen. Straks misschien festivals alleen voor wie jonger dan 35 is? Of alleen 65plussers in quarantaine? Is zoiets langdurig haalbaar, en is het ook wenselijk?
PETER ADRIAENSSENS (65), jeugdpsychiater en therapeut ‘Wij, ouderen, zullen onszelf wel beveiligen’
‘Normaal zorgen oudere mensen er mee voor dat de jongere generaties het goed hebben. Veel grootouders helpen jonge gezinnen. Tot voor de coronalockdown was ik zelf zo’n oppasopa’, zegt Peter Adriaenssens. ‘Nu is het omgekeerd: we vragen van jongere generaties dat ze zich aan de quarantaine houden om de oudste generatie te behoeden voor ziekte en dood.’
‘Intergenerationele solidariteit is zeker mogelijk gedurende een overbrugbare tijd. Tot hoever kunnen we dit uitrekken? De virologen hebben de bakens uitgezet voor onze fysieke gezondheid. Niemand twijfelt aan hun expertise. Maar welke prijs zijn we bereid te betalen?’
‘We weten dat huiselijk geweld stijgt onder stress. Gezinnen leven nu 24 uur per dag binnen dezelfde vier muren: een risicofactor. Ouders en kinderen zijn op elkaar aangewezen. Gespreksthema’s kunnen nu
ver uit elkaar liggen. Volwassenen zijn bezig met wereldproblemen – het virus is er zeker zo één. Tieners zijn bezig met zichzelf. Ouders vragen voortdurend waarom: waarom sta je niet op? Waarom lees je geen boek? Om je gezond te ontwikkelen, moet je tijd kunnen doorbrengen buiten het zicht van je ouders, in het gezelschap van anderen.’
Daarom vindt Adriaenssens het belangrijk dat de scholen heropenen en de jeugd perspectief krijgt: ‘Ik hoop dat de jeugdverenigingen een creatieve oplossing vinden om toch op zomerkamp te kunnen. Laten we bij de heropening van de scholen meenemen wat we geleerd hebben. Misschien kan de helft van de klas ’s morgens naar school en de andere helft na de middag. Een aantal jongeren zal het niet meer kunnen opbrengen om de hele dag op een stoel te blijven zitten.’
‘Ik denk ook aan kwetsbare jongeren, die de scholen tijdens de lockdown niet bereikt hebben. Sociale kwetsbaarheid heeft altijd bestaan, maar wordt door de quarantaine uitvergroot. Huiswerkbegeleiding en thuisbegeleiding zijn weggevallen. We worden niet gelijk getroffen. Kunnen we dat eindelijk onder ogen zien? We zullen regels moeten bedenken op maat van bepaalde leeftijden en groepen.’
En als dat betekent dat alleen 65plussers nog langer in quarantaine moeten blijven, zou Adriaenssens daar geen probleem van maken. ‘Wij moeten het goede voorbeeld geven. Wij, ouderen, zullen onszelf wel beveiligen. En hoe je het draait of keert: het einde van het leven behoort wel toe aan de oudste generaties.’
‘Sommige grootouders zullen hier meer moeite mee hebben dan andere. Voor elke nieuwe afspraak zullen er vooren tegenstanders zijn. We zullen met z’n allen nog veel tolerantie moeten opbrengen. Het is een belangrijke tijd van groei. We leren dat de samenleving toch niet voorspelbaar is. Het belangrijkste talent is nu flexibiliteit: niet weten wat er zal gebeuren en dat aanvaarden als iets positiefs.’
‘Het belangrijkste talent is flexibiliteit: niet weten wat er zal gebeuren en dat aanvaarden als iets positiefs’