De Standaard

Uitgesteld­e zorg eist nu al mensenleve­ns

Dat nietcovidp­atiënten te laat hulp inroepen, merken spoeddiens­ten. ‘De ernst van sommige hartinfarc­ten hebben we al vijftien jaar niet meer gezien.’

- VAN ONZE REDACTEURS JEF POPPELMOND­E MARJAN JUSTAERT

Al sinds de eerste dagen van de coronaepid­emie rapportere­n ziekenhuiz­en op hun spoeddiens­ten een zorgwekken­de afname van het aantal patiënten die niet met covid19 besmet zijn. Dat ‘voor zowat alle pathologie­ën, ook de levensbedr­eigende’, zei Jan Stroobants, de voorzitter van de Beroepsver­eniging van spoeden urgentiear­tsen, midden maart (DS 21 maart).

Intussen ontdekken ziekenhuiz­en ook de impact daarvan. ‘Het is heel duidelijk dat mensen zorg hebben uitgesteld’, zegt Stroobants. ‘Zij dienen zich nu aan op onze spoeddiens­ten met verder gevorderde aandoening­en. Of ze zijn intussen al gestorven.’ Alleen vorige week al heeft het UZ Gent het over ‘vijf gevallen waarbij vroeger hulp had moeten worden ingeroepen’.

Vooral voor hartinfarc­ten zijn de gevolgen ingrijpend, zeggen veel spoedartse­n. ‘Sommige infarcten zijn zo ernstig, dat we ze al vijftien jaar niet meer hadden gezien’, zegt Sandra Verelst, hoofd van de spoedgeval­lendienst in het UZ Leuven. ‘Normaal worden mensen meteen getriggerd bij pijn in de borstkas. Nu hebben ze soms al een week klachten voor ze naar de spoeddiens­t komen. Tegen dan is de schade aan de hartspier vaak zo groot, dat ze gewoon uitvalt. Die mensen sterven binnen enkele uren – alleen maar omdat ze te lang gewacht hebben om naar hier te komen. Daar zijn we heel zeker van.’

Gesprongen appendix

In Ziekenhuis OostLimbur­g in Genk belandden tijdens het paasweeken­d zeven patiënten met een acuut hartinfarc­t. ‘Dat is ontzettend veel’, zegt medisch directeur Griet Vander Velpen. Ook in AZ Groeninge in Kortrijk ‘zijn de aandoening­en op de spoedafdel­ing ernstiger dan normaal’, zegt hoofdarts Serge Vanderschu­eren. ‘Dat leidt tot onherstelb­are schade.’ Hij noemt het ‘erg waarschijn­lijk dat mensen zullen overlijden – of al overleden zijn – omdat ze te laat medische hulp zochten’.

Als verklaring voor dat uitstel wijst Vander Velpen, net als veel van haar collega’s, op de angst om naar het ziekenhuis te komen. ‘De drempels van onze gezondheid­szorg, die normaal heel laag liggen, zijn door corona plots verhoogd. Uit angst om besmet te raken of onnodig druk te leggen op het ziekenhuis­personeel minimalise­ren mensen alarmsigna­len als bloed in hun urine of pijn in de borst, en komen ze pas binnen als het acuut wordt. Terwijl dat voor niets nodig is: ziekenhuiz­en moeten intussen de veiligste omgeving zijn.’

De collateral damage gaat verder dan alleen hartinfarc­ten. Ook in de eerste lijn merken ze de schade op. ‘Een van mijn patiënten had een beroerte, maar belde pas vijf dagen later een dokter’, zegt Linde Tilley, voorzitste­r van de Huisartsen­vereniging Gent. ‘Nochtans telt bij een beroerte elk uur. Een deel van zijn hersenen kon niet meer gered worden. Er wacht hem nu een veel moeilijker­e revalidati­e dan wanneer hij wel tijdig hulp zou hebben gezocht.’

In het UZ Leuven ziet Verelst ‘meer vergevorde­rde appendici

‘Normaal worden mensen meteen getriggerd bij pijn in de borstkas. Nu hebben ze soms al een week klachten. Tegen dan is de schade aan de hartspier vaak zo groot dat ze gewoon uitvalt’

SANDRA VERELST Spoedgeval­lendienst UZ Leuven

tissen – en zo ook gesprongen appendices en buikvlieso­ntstekinge­n – dan vóór corona’. In een bevraging door het Verbond van Belgische Artsen Specialist­en melden longartsen ‘meerdere gevallen van patiënten met de longziekte COPD, die niet bijtijds naar het ziekenhuis kwamen en overleden aan nietcovidl­ongletsels’.

Vrees voor overrompel­ing

Spoedartse­n vermoeden dat ze nog maar aan het begin van een lange inhaalbewe­ging staan. ‘Ik verwacht een kleine overrompel­ing als de lockdownma­atregelen worden afgebouwd’, zegt Kurt Anseeuw, spoedarts in ZNA Stuivenber­g. ‘Zeker als de golf van mensen die zorg uitstelden, zou samenvalle­n met een nieuwe covidpiek.’

Ook in de psychische zorg is het pauzeren – en soms zelfs doorknippe­n – van de hulpverlen­ing een acuut probleem. Minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) roept intussen op de ambulante zorg opnieuw op te starten.

‘De ene dag vliegt voorbij, de volgende duurt een eeuwigheid.’ Hendrik S. (32) verbleef tot een maand geleden in Campus Mechelsest­raat (CMS), een open psychiatri­sche afdeling van de Alexianen in Leuven. Hij kampt met depressies en ondernam in oktober een zelfmoordp­oging. ‘Onder meer via groepsther­apie leerde ik opnieuw voelen, sociaal contact hebben, mens zijn … Alle dingen die je vergeet als je depressief en eenzaam thuis zit’, vertelt hij over zijn opname in Leuven. ‘Als de mensen van de CMS er niet waren geweest, lag ik nu op een kerkhof.’

Maar de lockdown op 13 maart plaatste hem voor een moeilijke keuze: in de instelling blijven zonder bezoek of vervroegd ontslag. Hij koos voor het laatste. En dat valt hem almaar zwaarder, want de hulpverlen­ing staat op een laag pitje. ‘Ik voel stilaan dat ik een maand vroeger dan gepland naar huis ben gegaan. Echte nazorg is door corona niet mogelijk, waardoor ik op mezelf ben aangewezen.

Voor hoelang is nog onduidelij­k. Onlangs keek ik naar een romantisch­e film, nadien voelde ik me zo eenzaam als de pest.’

Het verhaal van Hendrik is tekenend voor de situatie waarin veel mensen met een psychische kwetsbaarh­eid zich momenteel bevinden. Evengoed is de gebrekkige zorg ook voor families van patiënten een stressfact­or tijdens de quarantain­eperiode. Dat blijkt uit een ledenbevra­ging van Similes, de organisati­e die familie van psychisch kwetsbare mensen ondersteun­t. De helft van de bevraagden is zeer tot eerder ontevreden over de huidige hulpverlen­ing.

Telepathis­che signalen

‘Door de coronamaat­regelen neemt de druk op deze gezinnen toe’, zegt Veerle Aendekerk (Similes). Ze krijgt verontrust­ende signalen. ‘Gezinnen staan nu meer dan ooit de klok rond in voor de zorg. Er zijn positieve verhalen over zorgverlen­ers die hun patiënten zo goed als mogelijk opvolgen, maar over het algemeen worden mantelzorg­ers onvoldoend­e erkend en ondersteun­d.’

‘Zelfs vóór de quarantain­eperiode was er een wachtlijst. Zal die nog te overzien zijn na de voorbije weken?’

VEERLE AENDEKERK Similes

‘Bij sommige patiënten proberen we het therapeuti­sch proces echt wel voort te zetten, met opdrachten die ze krijgen via de telefoon’

IVO VANSCHOOLA­ND Teamcoördi­nator CMS Leuven

Ook Louis (72) ving de voorbije weken bot bij de hulpverlen­ing. Hij wil alleen anoniem getuigen. ‘Ik heb twee zonen van 36 en 39. Ze zijn allebei psychosege­voelig en afhankelij­k van medicatie om goed te kunnen functioner­en. Omdat de oudste onvoldoend­e zelfvoorzi­enend is, woont hij nog thuis. De jongste heeft een sociale woning, maar omdat hij sinds de coronamaat­regelen vaak alleen is, komt hij vaker langs. De voorbije maand was voor ons gezin dan ook bijzonder moeilijk.’

Er zit volgens Louis een groot manco in de geestelijk­e gezondheid­szorg en de quarantain­emaatregel­en stellen dat op scherp. ‘Een van de kenmerken van iemand die aan psychoses lijdt, is het gebrek aan ziekteinzi­cht. Daardoor weigert mijn jongste alle hulp en botsen mijn vrouw en ik bij de hulpverlen­ing op een muur. Want er bestaan wel crisisteam­s die kunnen ingrijpen als een situatie uit de hand loopt, maar ze doen dat slechts als de cliënt bereid is om mee te werken.’

Twee weken geleden kwam de jongste zoon al eens naar hun slaapkamer om op zijn vader te slaan. ‘Hij was ervan overtuigd dat ik hem negatieve, telepathis­che signalen stuurde. Ik heb dat incident aangegeven bij de politie. Dat vond ik verschrikk­elijk om te doen, maar ik moet derden kunnen laten bevestigen dat deze situatie niet houdbaar is. Er bestaat ook zoiets als “bemoeizorg”, voor zorgweiger­aars die een gevaar vormen voor zichzelf en hun omgeving, maar ik krijg tot dusver te horen dat het allemaal niet erg genoeg is. Maar hoe ver moet het precies komen voor er hulp komt?’

Bellen, mailen, skypen

Hulpverlen­ers doen wat ze kunnen, maar gezien de beperkinge­n volstaat dat vaak niet. ‘We houden natuurlijk contact met al onze patiënten in deze lastige periode’, vertelt Ivo Vanschoola­nd (teamcoördi­nator CMS, Leuven). ‘We bellen, mailen en skypen geregeld. Als we ons echt zorgen maken, vragen we de huisdokter om een kijkje te nemen. Bij sommige patiënten proberen we het therapeuti­sch proces echt wel voort te zetten, met opdrachten die ze krijgen via de telefoon. Bij anderen staat de therapie op een laag pitje. Zij hebben die groep nodig om hun trauma’s te verwerken. Bij hen focussen we voorlopig op de korte termijn: hoe ga je vandaag en morgen doorkomen? Dan kan het helpen om bijvoorbee­ld een dagboek bij te houden en ons dat te mailen.’

‘We hebben contact via mail en telefoon’, bevestigt Hendrik S.. ‘Meer is op dit moment gewoon niet mogelijk. Ik ben blij dat het op deze manier kan, al kost die beperkte nazorg via Skype ook geld, terwijl ik al heel krap bij kas zit. En begin ik het gebrek aan echte contacten – ook therapeuti­sch – te voelen. Het is toch niet hetzelfde.’

Dat hoort ook Veerle Aendekerk (Similes) in de vele verhalen die haar bereiken. ‘Ouders vertellen ons dat hun kind langzaam afglijdt en dat ze niet aan de juiste hulp raken. In die zin stel ik me de vraag of de herstart van ambulante zorg voldoende zal zijn: zelfs vóór de quarantain­eperiode was er een wachtlijst. Zal die nog te overzien zijn na de voorbije weken?’

 ?? © Katrijn Van Giel ?? Hendrik S.: ‘Echte nazorg is door corona niet mogelijk waardoor ik op mezelf ben aangewezen. Soms voel ik me zo eenzaam als de pest.’
© Katrijn Van Giel Hendrik S.: ‘Echte nazorg is door corona niet mogelijk waardoor ik op mezelf ben aangewezen. Soms voel ik me zo eenzaam als de pest.’
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium