‘Mijn voetstappen zijn het enige geluid’
Schrijfster Ana Viladomiu woont in Barcelona, in een meesterwerk van Gaudí dat elke dag duizenden toeristen over de vloer krijgt. Maar niet nu.
Op een doorsneedag passeren minstens drieduizend toeristen door haar appartement, maar Spanje is nog altijd zogoed als totaal gesloten wegens corona. En zo maakt Ana Viladomiu nu het tegendeel mee: ze leeft als een kluizenaar in een van de belangrijkste toeristische trekpleisters van Barcelona.
Viladomiu woont al meer dan dertig jaar in Casa Milà, een juweeltje in Catalaansmodernistische stijl van de architect Antoni Gaudí, die ook de Sagrada Família tekende. De Barcelonezen noemen het gebouw meestal La Pedrera, ‘de steengroeve’, een bijnaam die oorspronkelijk niet vleiend bedoeld was. Ondertussen is het een van de symbolen van de stad. Sinds Viladomiu er kwam wonen, heeft ze bijna al haar buren zien vertrekken, weggespoeld door aanzwellende golven toeristen die de glooiende gevel van het gebouw komen bewonderen, het gevlochten gietijzer van zijn balkons en zijn schoorstenen als slagroomtoefen op het dak.
De geleide bezoeken aan het monument – La Pedrera is door de Unesco uitgeroepen tot werelderfgoed – zijn vorige maand abrupt stilgevallen wegens de coronaepidemie. ‘De deuren van La Pedrera gingen dicht en ik bleef achter, als een soort bewaker’, zegt Viladomiu. ‘Het enige wat nu nog de stilte breekt, zijn mijn voetstappen.’
Er zijn nog twee flats verhuurd in het gebouw, maar de bewoners gebruiken een andere lift en trappen dan Viladomiu. Bewakers doen nog steeds hun ronde, maar ook hen komt ze nooit tegen. ‘Dus zit ik hier helemaal alleen.’
Haar ongewone status als huurder in een toeristische attractie was al bekend voor de epidemie. Vorig jaar bracht ze het boek La última vecina (De laatste buurvrouw) uit, een geschiedenis van het gebouw en haar persoonlijke ervaring als bewoonster van een flat op de vierde verdieping van een gebouw dat elk jaar 1,3 miljoen bezoekers over de vloer krijgt. Het is een boek over de voor en nadelen van een leven tussen golvende muren, zoals je
Casa Milà, ook wel La Pedrera genoemd. Van drieduizend naar nul bezoekers per dag.
een weg naar je voordeur moeten banen tussen de vele bezoekers die nieuwsgierig binnenkijken.
Daar is totaal geen sprake meer van. ‘Wat me het meest verbaasde, is de stilte’, zegt ze. ‘In alle jaren dat ik hier woon, heb ik me nooit alleen gevoeld. Het gebouw was altijd zo druk. Nu is er niemand.’
Die rust heeft ook voordelen, heeft ze ontdekt. Zo kan ze de vuilniszakken in haar pyjama buitenzetten. ‘Normaal is er zoveel volk dat ik er nog niet over zou peinzen
om in nachtjapon de lift te nemen’, zegt ze lachend. ‘Nu kan ik rondstruinen waar ik wil. Erg prettig is dat.’
Kluizenaarsbestaan
Ze heeft troost gevonden in de gietijzeren kolommen van het gebouw, zijn lichte en luchtige binnenplaatsen en de beeldhouwwerken die naar de natuur verwijzen. ‘Ik ben bevoorrecht, zo omringd door kunst en schoonheid. Op een moeilijk moment verlicht dat je
gemoed.’
In Spanje lijkt de epidemie haar piek te hebben bereikt. De regering bekijkt hoe ze de volledige lockdown kan afbouwen. Maar Viladomiu denkt niet dat haar kluizenaarsbestaan snel beëindigd zal worden. ‘Ik ben het ondertussen helemaal gewoon. Het zal een schok zijn als ze de deuren openen en het volk weer binnenstroomt. Ik zal denken: madre mia, wat is hier gaande?’
‘Ik ben bevoorrecht, zo omringd door kunst en schoonheid’
ANA VILADOMIU Schrijfster