Schutter doodt achttien mensen in Canada
Elke week dat de handel niet heropent, kost drie miljard euro. De roep om een heropstart klinkt luid.
Een als politieagent verklede man legde in Nova Scotia een dodelijk traject van 100 kilometer af. Nooit eerder vond in Canada zo’n groot schietincident plaats.
Bij een reeks schietpartijen op het platteland in de Canadese kustprovincie Nova Scotia zijn zaterdagavond en zondag zeker achttien slachtoffers gevallen, onder wie een agente. Dat bevestigde de Canadese politie gisteren. Over de identiteit van de overige slachtoffers zijn nog geen mededelingen gedaan. De schutter, een 51jarige man die zich als een politieman vermomd had, is omgekomen.
Het bloedbad is het dodelijkste schietincident in de Canadese geschiedenis, en het dodental kan nog oplopen. De autoriteiten onderzoeken meerdere plaatsen langs een route van ongeveer honderd kilometer die de schutter in twaalf uur aflegde, grotendeels in een auto die leek op een politiewagen. Over zijn motieven is nog weinig bekend.
De dader, door de politie geïdentificeerd als Gabriel Wortman, richtte zaterdagavond eerst een bloedbad aan in het plaatsje Portapique, waar hij onroerend goed bezat. Veel van de doden werden in en rond een woning gevonden waar het eerste schietincident plaatsvond. Ook gingen drie gebouwen in vlammen op.
Een nachtelijke achtervolging door de politie volgde, onder meer over een snelweg, waarbij de bevolking werd gewaarschuwd voor een schutter. Mensen in de buurt werden aangemaand te schuilen in hun kelders. Ook noemden de politie een nummerplaat waaraan de auto kon worden herkend.
Bij een confrontatie tussen de schutter en de politie in het plaatsje Shubenacadie kwam een agente om het leven. Een andere agent raakte gewond.
De achtervolging eindigde zondag tegen het middaguur (plaatselijke tijd) bij een benzinestation in de plaats Enfield, ongeveer 35 kilometer ten noorden van Halifax, de hoofdstad van Nova Scotia. Daar werd de dader omsingeld door politieauto’s en neergeschoten. Volgens de Canadese tvzender CTV is de dader door de politie gedood, de autoriteiten hebben dat niet bevestigd.
Tandtechnicus
De schutter werkte als tandtechnicus in de buurt van Halifax. Hij was geen bekende bij de politie. Volgens de autoriteiten handelde hij vermoedelijk alleen. ‘We geloven dat één persoon verantwoordelijk is voor alle moorden.’ De man reed in een auto die leek op een politiewagen. Dat zou erop wijzen dat de dader voorbereid was en het niet om een impulsieve daad ging.
Schietpartijen met meer dan tien doden zijn zeldzaam in Canada, zeker in vergelijking met buurland de Verenigde Staten. In 1989 werden veertien vrouwelijke studenten doodgeschoten en raakten veertien anderen gewond bij een technische hogeschool in Montreal. De dader kwam daarbij ook om het leven.
Een nachtelijke achtervolging volgde, waarbij de bevolking voor een schutter werd gewaarschuwd
1. De roep om een heropstart klinkt steeds luider. Wat zijn de argumenten?
Bernard Thiers, ceo van Unilin dat onder meer het laminaat QuickStep produceert en verkoopt, wil zo snel mogelijk actie. ‘Zowel de consument als de handelaar weet ondertussen hoe hij moet omgaan met covid19.
centra die in het weekend open mochten, toonden dat de burger en de handelaar de regels kennen: afstand houden, plexiglas, wachtrijen met afstand, ontsmettingsmiddelen.’ En dus heeft verder wachten om andere winkels te laten opengaan, geen zin, meent Thiers. Hij verwacht immers dat de veiligheidsmaatregelen in de winkels ook binnen een maand nog nodig zullen zijn. Hij pleit ervoor om zaken zoals garages, bandencentrales, toonzalen, fietswinkels, carwashes en dergelijke te laten opengaan. ‘De federale overheid zou alleen het algemeen principe moeten uitvaardigen dat alles open kan. De lokale overheid zou dan het praktische moeten invullen: wat kan veilig open en wat niet?’
2.
Wat zegt de handelsfederatie?
Danny Van Assche, de ceo van de organisatie van zelfstandigen Unizo, ziet nu drie modellen. Winkels die verplicht gesloten zijn, winkels die (verplicht) open zijn en bedrijven waar gewerkt wordt als het kan via telewerking of met respect voor social distancing. ‘Vervang de opgeleg de sluiting door de mogelijkheid te openen op voorwaarde dat men het veilig kan organiseren.’ Hij wijst erop dat ook de kleine voedingswinkels (bakkers, slagers, superettes ...) al weken tonen dat ze veilig kunnen werken. Ook de ervaring van Neder land en Duitsland, waar winkels grotendeels open bleven, die van Oostenrijk en Zwitserland, waar heropgestart wordt, en die van Azië, zijn nuttig. Van Assche hoopt dat de zaak de komende dagen goed aangepakt wordt zo dat de Nationale Veiligheidsraad vrijdag al kan communiceren over een bredere opstart. Voor hem is 4 mei de allerlaatste datum. Want de huidige situatie stelt ernstige concurrentieproblemen.
3.
Is er oneerlijke concurrentie?
Unizo vindt dat de oneerlijke concurrentie nog is toegenomen nu doehetzelfzaken en tuincentra de deuren hebben geopend. Hypermarkten verkopen allerlei producten die andere winkels nu niet mogen aanbieden. De gespecialiseerde verfwinkel mag geen verf verkopen, de doehetzelf wel. Die verkoopt ook fietsen, maar de zelfstandige fietswinkel is dicht. Hetzelfde voor de verkoop van laminaat en parket. ‘Dit mag niet lang meer blijven duren’, vindt Van Assche. Volgens Jorg Snoeck, eigenaar van RetailDetail, heeft heropenen niets te maken met de producten die men verkoopt, wel met de maatregelen die men neemt. Ook Snoeck pleit voor een brede heropening. Dominique Michel van de handelsfederatie Comeos deelt dat standpunt: veiligheid moet het enige criterium zijn om te beslissen of een winkel opnieuw open kan.
4.
Wat kost dit de economie en waarom zijn scholen zo belangrijk?
Elke week dat de lockdown duurt, kost de economie circa 3 miljard euro, zegt Peter Vanden Houte, hoofdeconoom van ING Bank. Een opvallende vaststelling in de analyse van vroegere pandemieën is dat scholen een cruciale factor zijn. Als de scholen dicht zijn, is de schade van de pandemie voor de economie twee keer zo groot. Dat komt omdat veel arbeidskrachten dan voor hun kinderen moeten zorgen. Daardoor zijn ze niet of maar moeilijk inzetbaar voor een heropstart van de economie. Daardoor is er naast vraaguitval ook een aanbodschok: werkkrachten die niet beschikbaar zijn.
De vraaguitval is in België deels opgevangen door de loonsubsidie vanuit de overheid via de tijdelijke werkloosheid en andere premies. Maar de vraag die nog overblijft, is gedeeltelijk naar buitenlandse onlineplatformen gegaan. Die draaien op volle toeren. Doordat België het de ecommerce moeilijk heeft gemaakt met strenge reglementen, zitten de logistieke centra aan de andere kant van de grens. De werkgelegenheid verschuift daardoor naar het buitenland. Veel mensen hebben onlinewinkelen nu ontdekt en gaan zo blijven winkelen. De verschuiving van werkgelegenheid naar het buitenland is daardoor een blijver. Vanden Houte pleit wel voor een doordachte heropstart. ‘Wie snel sukkelachtig heropstart, staat er na een jaar soms slechter voor dan wie langer vasthield aan strikte regels.’
‘De kosten voor de economie zijn dubbel zo groot als scholen dichtgaan in een pandemie’
PETER VANDEN HOUTE
Hoofdeconoom ING Bank