Auto-industrie vraagt ruggensteun
In heel Europa maken autofabrieken zich op om de productiestop te beëindigen. De nieuwe auto’s aan de man brengen wordt de volgende kopzorg.
Volvo gaat weer aan de slag. De fabrieken en kantoren in Zweden zijn gisteren weer operationeel geworden, na een paar weken gesloten te zijn geweest. Ook in de Gentse Volvofabriek wordt weer gewerkt. Voorlopig draait de productieband nog niet. ‘Dit is een voorbereidende testweek, geen echte heropstart’, laat woordvoerster Barbara Blomme weten. ‘Wij focussen op informatie en training van onze mensen.’
Volvo is niet de enige autoconstructeur die de activiteiten herneemt. Ook Volkswagen, Europa’s grootste autobouwer, gaat weer aan de slag. Dat gebeurt wel in stapjes. Gisteren zijn de fabrieken van Zwickau in Duitsland en Bratislava in Slovakije weer opgestart. Andere fabrieken in Europa en de Verenigde Staten volgen volgende week, de productie in de rest van de wereld wordt in mei hernomen. VW heeft de productie aangepast om optimale veiligheid te garanderen. Een honderdtal maatregelen moet het infectierisico in de fabrieken minimaal houden. In China, waar 32 van de 33 fabrieken alweer draaien, heeft men er al ervaring mee. VW gaat onder meer honderdduizenden mondmaskers produceren voor het personeel.
Showrooms dicht
Ook Mercedesmoederbedrijf Daimler startte gisteren weer met de productie, evenals de Toyotafabriek in het Franse Valenciennes. Audi is van plan eind deze maand weer te gaan produceren in Duitsland. De Audifabriek in Brussel kondigde vorige week aan de productie voor te bereiden. Wanneer precies het zover zal zijn, staat nog niet vast. ‘We gaan stap voor stap’, aldus woordvoerder Peter D’Hoore.
Terwijl de fabrieken de productie weer opstarten, is de afzetmarkt grotendeels weggevallen. De showrooms zijn in heel Europa dicht, er worden nauwelijks nog wagens verkocht. De verkoopcijfers voor maart spreken boekdelen. In Italië, waar de nationale lockdown op 9 maart werd afgekondigd, is de verkoop met 85 procent gekelderd. De cijfers voor april dreigen nog dramatischer te worden. Een maand lockdown betekent dat in Europa ongeveer een miljoen wagens minder verkocht worden.
Ook als de lockdowns voorbij zijn, zal de markt niet onmiddellijk naar haar oude niveau terugkeren, beseft de sector. Aanschaf van een nieuwe wagen zal niet bovenaan op het todolijstje van de Europese consument staan. ‘Gegeven de fragiele economische situatie zullen veel consumenten en professionele spelers eenvoudig niet in staat zijn om nieuwe voertuigen te kopen’, stelde directeurgeneraal EricMark Huitema van de Europese koepel Acea vast in een vorige week verschenen herlanceringsplan.
Daarin pleit de sector voor ‘het stimuleren van de markt’. Volkswagenbaas Ralf Brandstätter pleitte er gisteren in Handelsblatt voor om terug te grijpen naar een beproefd recept dat in de nasleep van de financiële crisis is toegepast: de slooppremie. In 2009 loofden zowel Duitsland als de Verenigde Staten premies uit voor wie bereid was zijn oude auto te vervangen door een nieuwe. In Duitsland incasseerden 2 miljoen kopers de premie van 2.500 euro, met een meerverkoop van 700.000 wagens als gevolg. De premie werd gepositioneerd als een milieumaatregel: nieuwe auto’s zijn schoner dan oude.
Ook nu wijst Brandstätter erop dat het Duitse wagenpark gemiddeld 9,6 jaar oud is. Er rijden nog 19 miljoen auto’s die slechts aan de Euro 4norm voldoen. Een nieuwe premie kan tot een milieuvriendelijke vlootvernieuwing leiden, hoopt Volkswagen. De regering wees het plan niet onmiddellijk af. ‘Er zijn verschillende vragen en voorstellen van de autoindustrie. We hebben nog niets beslist’, aldus een woordvoerder van het ministerie van Economie tegenover Bloomberg. Begin mei volgt overleg tussen de sector en het kabinet van bondskanselier Angela Merkel.
Een maand lockdown betekent dat in Europa een miljoen wagens minder verkocht worden