Kunst als vaccin in het post-
‘Kan kunst de wereld redden?’ Dat was de vraag die wijlen Eric Antonis stelde toen hij intendant was van Antwerpen 93, culturele hoofdstad van Europa. Vandaag lijkt vooral de omgekeerde vraag aan de orde: ‘Kan de wereld de kunst redden?’
De coronacrisis heeft overal hard toegeslagen, maar in de creatieve en culturele sector is de klap wel uitzonderlijk groot. De sector is goed voor 4,2 procent van het bbp in de EU. Andere sectoren voelen de gevolgen wanneer de musea en de concertzalen sluiten en de opnames van films en tvseries stilliggen. Zo moeten de aardappelboeren honderdduizenden kilo’s van hun oogst vernietigen, omdat er geen zomerfestivals zullen zijn en we dus minder frieten zullen eten. Het is maar één voorbeeld van een complex rimpeleffect.
Gelukkig biedt het internet vandaag mogelijkheden om het bloed te laten kruipen waar het niet gaan kan. Het is hartverwarmend om te zien hoe muzikanten, zangers, filmmakers en schrijvers hun publiek blijven vinden via het wereldwijde web.
Dat de lockdown een boost zal geven aan de digitale cultuursector, staat vast. Tentoonstellingen zullen een onlineluik krijgen. Lezingen, concerten en theatervoorstellingen zullen veel meer gestreamd worden. Maar iedereen beseft dat een huiskamerconcert of een opera op de laptop nooit the real thing kan vervangen. En een businessmodel is het ook nog lang niet. De bottomline is duidelijk: de cultuursector kan dit economisch niet overleven zonder massale overheidssteun. Dat geldt trouwens voor zowat álle sectoren.
Van de Franse denker Blaise Pascal weten we dat al het onheil in de wereld maar van een ding komt: dat de mens niet rustig alleen in een kamer kan blijven. Mensen zijn sociale dieren. Ze laven zich aan nieuwe indrukken, aanrakingen, ontmoetin
PAUL DUJARDIN
Wie?
Wat?